Door Ingrid Robeyns (Hoogleraar Universiteit Utrecht)

In het afgelopen jaar kwam een van de merkwaardigste berichten (tenminste, in de categorieën “bio-ethiek”, “bedrijfsethiek”, en “waar zijn we mee bezig?”) uit de Verenigde Staten, waar Apple en Facebook hun vrouwelijk personeel als ‘secundaire arbeidsvoorwaarde’ een vergoeding aanbieden om hun eicellen in te vriezen (maximaal $20.000). Op die manier zouden vrouwen het krijgen van kinderen kunnen uitstellen en zo een conflict kunnen vermijden in de periode waarin ze keihard moeten werken voor hun carrière. Is dit een nobel gebaar van deze bedrijven naar hun vrouwelijke werknemers toe, en strategisch een slimme zet om de beste vrouwen aan hun bedrijf te binden? Of is er vanuit een ethisch perspectief meer over te zeggen? 
Vooropgesteld: voor vrouwen waarbij het invriezen van eicellen nodig is om de optie open te houden om zelf kinderen te krijgen, bijvoorbeeld omdat ze kanker hebben en de behandeling daarvan hun eicellen zal beschadigen, is het een positieve zaak dat deze technologische mogelijkheid bestaat. Uiteraard levert ook voor deze groep vrouwen de mogelijkheid om van deze technologie gebruik te maken dilemma’s op, want eicelpuncties zijn geen pretje, en ook de latere IVF procedures worden door veel mensen als zwaar belastend ervaren. Maar on balance is de mogelijkheid om eicellen in te vriezen voor deze vrouwen positief, omdat de alternatieve optie -nooit zelf zwanger kunnen worden- zo’n groot verlies kan betekenen.

Maar de discussie richt zich niet op deze vrouwen met medische indicatie, maar op de hoogopgeleide vrouw die in haar twintiger of dertiger jaren is, die een carrière ambieert in de ICT sector, en die het conflict ervaart tussen de tijd die het bedrijf van haar vraagt, en de tijd die ze zou nodig hebben om een zwangerschap te doorlopen, een kind op de wereld te zetten en er voor te zorgen. Om deze vrouwen te lokken dan wel te steunen, bieden Apple en Facebook dus nu financiële steun voor het invriezen van hun eicellen. Er zijn (minstens) drie vragen die een ethicus hierover kan stellen. (1) Is meer keuze altijd beter? (2) Is deze maatregel de beste maatregel om de spanning tussen arbeid en gezin te verminderen? (3) En is deze maatregel wenselijk indien we het vanuit een breder perspectief bekijken?

1. Is meer keuze altijd beter?

Voor een liberale filosoof, zoals de Nijmeegse hoogleraar Marcel Wissenburg, is een uitbreiding van onze keuzevrijheid iets om toe te juichen. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Zoals Debra Satz beargumenteerde (in de context van het legaliseren van de markt voor nieren van levende donoren), kan het toevoegen van een optie aan een set van opties (de keuzeset) er toe leiden dat ook het karakter van de reeds bestaande opties verandert. Bijvoorbeeld: een dertiger die bij Apple werkt, en kinderen wil, kan tegen haar baas zeggen dat ze nu maar eens een paar jaar minder overuren gaat werken, omdat ze die tijd nodig heeft voor haar gezin. Het kan nu eenmaal niet anders, want als ze haar kans op kinderen niet wil verknallen kan ze beter niet wachten tot haar 45ste om aan een gezin te beginnen. Die optie gaat er anders uitzien als haar baas haar aanbiedt om de kosten van het invriezen van eicellen voor de rekening van het bedrijf te nemen. Het krijgen van kinderen in je dertiger jaren krijgt dan meer het karakter van een keuze die je zelf maakt, en waar je dan ook de gevolgen voor kan dragen – ook als dat betekent dat je in het bedrijf op een zijpad gezet wordt omdat de carrière-paden er van uitgaan dat dertigers 60-urige werkweken draaien.

Daarnaast is er ook de mentale of psychologische kost als we te veel opties hebben (waar de ene mens veel meer last van heeft dan de andere).  Keuzestress is een verschijnsel dat we kennen uit alle sferen van het leven, maar in het biomedische en existentiële domein kan die stress soms nog zwaarder zijn, precies omdat er zo’n belangrijke zaken op het spel staan. Dit ligt vooral op het terrein van biologisch ouderschap ingewikkeld, omdat we vaak niet kunnen overzien wat de gevolgen zijn of inschatten waar we wel of niet voor kiezen, wat soms kan leiden tot eindeloze twijfels. Voor veel mensen is het kiezen voor kinderen op zich (zonder de optie van eicellen invriezen) al een lastige kwestie: het is namelijk bijna onmogelijk om te weten waar je aan begint als je geen ouder bent. Het ouderschap is niet te vergelijken met het hebben van een veel jonger broertje of zusje of met het veelvuldig babysitten op een kind van de buren. Deze keuze, die voor velen al lastig is, wordt door de toegevoegde optie om de eicellen in te vriezen nog complexer. Door het financieel faciliteren van het invriezen van eicellen, maken Apple en Facebook deze opties tot serieuze en respectabele opties, waardoor vrouwen moeilijk deze optie zomaar ter zijde kunnen schuiven: ze moeten er over nadenken. Er spelen dus twee factoren bij het toevoegen van deze optie aan de keuzeset: ten eerste zijn er meer opties, wat sommige mensen gewoon niet prettig vinden omdat kiezen een mentale kost heeft, en ten tweede wordt een bepaalde optie als ‘respectabel’ geoormerkt door de werkgever, waardoor men die optie niet zonder meer aan de kant kan schuiven. Die twee aspecten, en vooral hun combinatie, maken dat deze optie toevoegen niet ‘neutraal’ is. En dat is nu precies waar het schoentje knelt, want voor veel vrouwen zou het te verkiezen zijn indien ze die optie niet zouden moeten overwegen.

Kortom, meer keuze is niet altijd beter. Dat wil niet zeggen dat minder keuze altijd beter is (dat zou een zware redeneerfout zijn); maar wat wel volgt is dat we goed moeten proberen alle gevolgen van het toevoegen van een optie in kaart te brengen voor we concluderen dat een optie toevoegen waardevol is, waaronder ook de minder meetbare gevolgen.

2. Is dit de beste maatregel om de spanning tussen arbeid en gezin te verminderen?

Waarom zou deze maatregel de spanning tussen arbeid en gezin voor jonge vrouwen kunnen verminderen? Door hun eicellen in te vriezen, kunnen vrouwen op een later moment (via IVF) zwanger worden, en kunnen daardoor hun twintiger en dertiger jaren volledig wijden aan hun loopbaan. Als het meezit, hebben ze al carrière gemaakt en een hoge positie verworven als ze op latere leeftijd zullen besluiten kinderen te krijgen. Door het krijgen van kinderen uit te stellen, stel je eerst je carrière veilig voor je aan kinderen begint.
Er is heel wat op deze redenering aan te merken. Het is belangrijk ons eerst de vraag te stellen waarover de spanning tussen arbeid en gezin precies gaat. Wel, bij hoger opgeleiden gaat die spanning primair over tijd, en flexibiliteit.  (Voor veel groepen werknemers gaat het over tijd, geld en flexibiliteit – maar het lijkt dat geld bij de hoger opgeleide vrouwelijke werknemers van Facebook en Apple minder of geen rol speelt; ook als ze geld zouden hebben om een paar jaar niet te werken, zouden ze die optie niet verkiezen, precies omdat ze een carrière ambiëren).

Het ouderschap, vooral dan bij babies en peuters, vergt flexibiliteit en veel tijd van de ouders. Maar dit is onafhankelijk van de leeftijd van de moeder. Wie haar eicellen laat invriezen en op haar 45ste via IVF zwanger wordt, zal dan alsnog met deze intensieve periode in het ouderschap geconfronteerd worden. Een werkgever die jonge ouders wil faciliteren, kan beter proberen afspraken te maken over wat qua resultaten verwacht wordt van deze hoogopgeleide werknemers, en hen veel flexibiliteit geven om zelf te bepalen waar en wanneer ze die resultaten boeken. Daarnaast hebben jonge ouders behoefte aan hoge kwaliteit kinderopvang dicht bij de plek waar ze werken of dicht bij huis. Met dergelijke maatregelen kan een werkgever die de spanning tussen carrière en ouderschap wil verlichten, wellicht meer bereiken.

De vraag is verder waarom het per se nodig is dat carrièrepaden om een enorme tijdsinvestering in de tien tot twintig jaar na je studie vergen. Gemiddelde heeft een hoogopgeleide vrouw één tot twee kinderen; dus het gaat hier over zo’n vijf tot acht jaar waarin die kinderen klein zijn en altijd liever bij hun ouders zijn dan bij een leuke oppas. We werken tegenwoordig zo’n 30 tot 40 jaar en zijn nog veel gezonder als we zestiger zijn dan enkele decennia geleden. Misschien hebben veertigers en vijftigers niet de onstuitbare energie van twintigers en dertigers, maar ze hebben wel veel meer ervaring en de kennis die daaruit voortvloeit. Dus waarom kan een veertiger, vijftiger of zelfs zestiger geen carrièresprong meer maken? Het idee om eicellen in te vriezen wil de menselijke behoeften aanpassen aan de heersende ideeën en praktijken in het bedrijfsleven; maar zou het niet beter zijn om onze economische instituties, waaronder de loopbaanprofielen, aan te passen aan onze diepgewortelde menselijke behoeften en aan biomedische grenzen – zelfs als die grenzen wat poreuzer zijn geworden in vergelijking met het verleden?

Daarnaast gaat deze redenering er van uit dat een kind krijgen op 25 of 45 hetzelfde is voor de moeder. Maar dat is maar zeer de vraag. Zoals Helen De Cruz in een gesprek opmerkte, is het zorgen voor een baby als twintiger veel minder zwaar dan het zorgen voor een baby op oudere leeftijd (denk vooral aan de enorme aanslag die een baby op je nachtrust legt; twintigers kunnen doorgaans beter tegen gebroken nachten dan veertigers). Zwanger zijn is net als topsport, en de meeste lichamen van twintigers en dertigers zijn in veel betere conditie dan die van veertigers, laat staan vijftigers. We kunnen wel eicellen invriezen, en we kunnen met een gezonde levensstijl onszelf fit houden, maar het verouderingsproces is toch niet te stoppen. Dus de eerste vraag die we ons moeten stellen is of, indien er geen zwaarwegende redenen zijn om het anders te doen, het wel verstandig is om het  ouderschap uit te stellen tot latere leeftijd. Omdat de fysieke tol kleiner is, is de combinatie van een baan met het zorgen voor babies en peuters waarschijnlijk gemakkelijker op jongere leeftijd. Dat is dan misschien geen ’topbaan’, maar het kan prima een baan zijn die later nog toegang geeft tot de top van de carrièremogelijkheden.

Misschien is er iets aan deze casus dat typisch Amerikaans is, of dat een specifiek aspect van het werken in de ICT sector betreft dat ik over het hoofd zie. Maar als dat niet zo is, lijkt mij dat de maatregel van Apple en Facebook geen noemenswaardige bijdrage levert aan het verminderen van het conflict tussen ouderschap en carrière.

3. Het bredere perspectief

Apple en Facebook menen dat ze met deze maatregel de beste werknemers kunnen aantrekken en behouden. De waarde die hier op het spel staat, is competitiviteit op de arbeidsmarkt – de mate waarin een bedrijf of organisatie in staat is de beste werknemers aan te trekken. Of deze maatregel daar effectief voor is, is me onduidelijk: maar laat ons Apple en Facebook het voordeel van de twijfel geven en er van uit gaan dat dit zo is.

Vanuit een politiek-filosofische of sociaal-filosofisch perspectief kunnen we dan de vraag stellen of Apple en Facebook de juiste prioriteit toekennen aan de verschillende waarden die hier relevant zijn. Geld kan maar één keer besteed worden, en beide bedrijven zouden ook kunnen besluiten de kost voor het subsidiëren van het invriezen van eicellen aan een andere stakeholder te besteden. Vooral voor Apple is er een voor de hand liggende groep van stakeholders die zich kan afvragen of dit goed besteed geld is, en dat zijn de arbeiders die in China de producten van Apple fysiek produceren. Volgens verschillende berichten in de media werken die arbeiders in slechte omstandigheden (zie bijvoorbeeld hier, hier, hier en hier). Apple heeft recent nog gesteld dat ze meer doen dan welk ander bedrijf om te zorgen dat de mensenrechten van elke arbeider in het productieproces van hun producten verbetert. Nu is zo’n comparatief oordeel retorisch misschien sterk (en dus slim als media-strategie), maar de vraag is of het moreel gezien wel voldoet. De vraag is of Apple meer kan doen voor de arbeiders die Apple producten maken, dat tevens een financieel committent van het bedrijf vergt. Als dat zo is, moet Apple een afweging maken tussen maatregelen nemen die de arbeiders van haar producten een beter leven bezorgen, en $20.000 per hoogopgeleide werknemer ter beschikking te stellen zodat ze hun eicellen kunnen laten invriezen. Ook al vergt een weloverwogen oordeel meer empirische details, het lijkt me dat er in het geval van de arbeiders belangrijke waarden in het geding zijn, zoals sociaal-economische rechtvaardigheid en het beschermen van mensenrechten, – en dat zijn waarden die niet spelen bij het subsidiëren van het invriezen van eicellen.

En eenieder die geeft om het grotere plaatje en vragen stelt over de prioriteiten van de mensheid als geheel, zal zich waarschijnlijk toch eens achter de oren krabben. Want deze maatregel wordt niet ingevoerd op planeet Mars of in een utopisch Eden, maar op dit moment op planeet Aarde, de enige planeet waarvan geweten is dat die de menselijke soort kan laten overleven en floreren. Op planeet Aarde leven meer dan twee miljard mensen in armoede, waarvan velen ondervoed zijn; in alle landen zijn kinderen die op zoek zijn naar adoptie- of pleegouders; de ecosystemen van de Aarde staan onder zware druk en de transitie naar een CO2-neutrale economie gaat veel te langzaam; en in alle landen zijn er kwetsbaren mensen die niet beschikken over wat ze nodig hebben voor een minimaal goed leven. En in diezelfde wereld zijn er mensen die het ‘normaal’ vinden dat je je eicellen invriest zodat je via een dure en zware procedure van IVF tien of twintig jaar later alsnog je biologisch eigen kinderen op de wereld kan zetten – opdat je je eerst op je carrière kan richten.

In deze tijd van zwaar moreel relativisme is het geen populair standpunt, maar op basis van bovenstaande argumenten en de feitelijke informatie waarover ik beschik, lijkt mij de casus van Apple en Facebook een voorbeeld van een decadente en moreel verwerpelijk praktijk, die vraagt om een grondige bezinning.


Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

7 Comments

  1. Duidelijk stuk. Een associatie: volgens Laurie Paul kan het nemen van kinderen geen rationele keuze zijn omdat het een transformatieve levensgebeurtenis is http://www.resphilosophica.org/resphil.2015.92.2.1/
    Dit argument van Paul lijkt me plausibel. Het maakt het manipuleren van wanneer je kinderen krijgt vanwege carrière overwegingen (dwz, rationele overwegingen) nog minder aantrekkelijk.
    Daarnaast denk ik dat, hoewel wellicht moreel juist, het argument bij punt 3 bijna elke beslissing van grote bedrijven moreel verwerpelijk maakt. Immers, het geld waarmee de champagne op de nieuwjaarsreceptie is gekocht zou gebruikt kunnen worden om de kwaliteit van leven van arbeiders te verhogen.

    1. De associatie met het werk van L.A. Paul is zeker terecht, maar er zijn veel voorlopers van deze gedachte, o.a. in het werk van ‘standpoint epistemologie’ (bestaat al sinds de jaren ’70). En ik zou de empirische hypothese op tafel durven gooien dat veel mensen die ouders worden en stilstaan bij de veranderingen in hun leven ook zonder filosofie te lezen tot deze conclusie zouden kunnen komen.
      Je tweede punt is in principe terecht, maar als verdediging kan je stellen dat het argument er een is dat niet altijd toegepast moet worden, maar enkel indien er bepaalde grenzen overschreden worden (bijvoorbeeld: als champagne vele malen meer kost dan een goede Cava, kan je je afvragen of het moreel verdedigbaar is, gegeven de wereld zoals die is met al haar onrechtvaardigheden en onvervulde behoeften, of er Champagne geschonken moet worden).
      Ik zou zeker niet de positie van Peter Singer (in zijn ‘Famine, Affluence and Morality’) willen verdedigen dat herverdeling nodig is tot op het niveau waar de morele waarde van de laatst een gedoneerde dollar/Euro gelijk is aan de morele waarde voor de ontvanger (die positie lijkt mij onverdedigbaar omdat ze de mensen die de morele plicht tot schenken hebben zuiver instrumentaal benadert, en hen onthoudt van voldoende mogelijkheden om hun eigen leven gestalte te geven).
      Maar ik denk wel dat er ethische/politiek-filosofisch argumenten ontwikkeld kunnen worden dat er bovengrenzen zijn aan wat we onszelf kunnen permitteren. Dat was een gedachte die in het verleden helemaal niet zo vreemd was (in verschillende filosofische en levensbeschouwelijke tradities), maar die we (bijna) helemaal verloren zijn. De heersende set van normen in de liberale democratische markteconomieën (of, voor de liefhebbers, het neoliberalisme), is dat er geen bovengrenzen zijn aan wat moreel acceptabel is om te willen hebben/consumeren/bezitten. Dit is ideologisch gezien de ‘morele default’ maar wat mij betreft zowel argumentatief als inhoudelijk helemaal niet evident. Vandaar dat ik het woord ‘decadent’ gebruikt – ik denk dat we helder moeten krijgen wanneer (if ever at all) we iets als een moreel excessief beschouwen gegeven de wereld zoals die is. Die discussie wordt nu te weinig gevoerd.

    2. Manipuleren: dat is schadelijk als je ervan uitgaat dat “het hebben van een kind wanneer het gebeurt (al of niet spontaan)” schadelijker is dan het plannen ervan. Het gaat niet om de energie, het gaat ook om — zo weten we intussen uit de neurologie — over de stresslevels van de moeder, de stoffen waaraan zij is blootgesteld, die zij inneemt en wat er zoal nog meer gebeurt “in utero” in die 9 maanden.
      Zo blijkt b.v. dat een significant groter aantal kinderen met een persoonlijkheid die lijkt op PTSD geboren wordt bij moeders die in 3+ maand zwangerschap waren, in NY, gedurende Sept 11.
      Veel erger voor een kind zijn ouders die persoonlijkheidsstoornissen (issues) hebben: zeker in 10-20% van de populatie.
      Dus als je die kant op wil gaan om 1 actie: nl. het invriezen van eicellen en dus uitstellen van zwangerschap te beoordelen kun je dat niet los zien van alle andere mogelijke schadelijke scenarios voor kinderen. M.a.w. wat je niet kunt doen is 1 variabele analyseren (zoals nu door jullie gebeurt) en de andere variabelen constant houden en hopen dat dat er geen correlaties bestaan.

  2. Mij lijkt nog een aanvulling relevant te zijn: In de discussie wordt er vaak zo gedaan alsof alleen maar het invriezen van de eicellen ethische vragen oproept. Maar voor het invriezen moeten de eicellen eerst geproduceerd worden. Dat is echter een procedure die niet vergelijkbaar is met bijvoorbeeld het doneren van bloed. In de lange discussie over In-vitro-Fertilisatie zijn een reeks van risico’s en bijwerkingen van de desbetreffende procedures na voren gekomen, waaronder het risico van een “ovarian hyperstimulation syndrome” dat in extreme gevallen levensbedreigend kan zijn. Ik heb de actuele medische literatuur over het onderwerp niet bekeken maar een discussie over de ethische aspecten van het invriezen van eicellen en zeker het stimuleren ervan zou deze aspecten mee moeten nemen.

    1. Dank je voor deze aanvulling, Marcus. Ik denk zeker dat er vanuit de medische kant van de bio-ethiek of medische ethiek nog bijkomende punten zijn die relevant zijn (zoals het punt dat jij noemt), maar die laat ik graag aan anderen over om uit te spitten.

  3. Als niet filosoof toch een reactie.
    Ik vind het verhaal nogal beperkt. Ik ben zelf co-founder en heb in Silicon Valley gewerkt, en vaak is er gewoon geen tijd voor uitgebreide debatten. Dus maak nu nog eens dezelfde analyse, maar voeg er een tijdslimiet aan toe: stel je hebt 24 uur om te beslissen wat te doen, met beperkte, onvolledige informatie. Dus niet vragen opwerpen maar “actionable” antwoorden geven binnen die 24 uur en tot een conclusie of plan of action komen. That’s all you got.
    1) keuzevrijheid. Dat geldt voor elk instrument binnen HR of in het algemeen. De startup and technology culture is sterk op een iteratief principe van trial and error gebaseerd. Je probeert het, krijgt feedback, past aan, en start een nieuwe iteratie. Acties zijn iteratief. Dat is vaak een beter alternatief dan uitgebreide discussies die dan toch alleen maar tot “educated guesses” leiden in plaats van gewoon te zien wat de respons van de markt is.
    2) Innovatie, disruptive thinking en een wil om keihard te werken is er m.n. bij de 20-40 jarigen (en de meeste VC’s vinden je boven de 35 al te oud). Ik heb dat ook gemerkt in onze industrie (fashion/luxury) met ons eigen bedrijf: i.h.b mannen boven de 50 lijken maar 1 woord te kennen: “nee”. Vrouwen zijn een STUK flexibeler in hun gedachtengang. Dan nog… veel nieuwe — door technologie gecreeerde — mogelijke benaderingen vereisen een andere manier van denken. Die manier van denken is simpelweg het sterkst bij 20, 30 jarigen.
    Het verhaal dat we 40 of misschien wel 50 jaar werken snijdt geen hout: die personen werken in ieder geval niet (of nauwlijks) in de startup en high tech scene. Een programmeur van 40 is werkeloos omdat zijn methoden te gedateerd zijn en zijn productiviteit te laag.
    3) al het wereldleed vergeleken met een bedrijfsbeslissing. Dit zou zo uit “Das Kapital” kunnen komen. Een bedrijf moet zelf beslissen welke waarde aan welke werknemers wordt gegeven. Zo zou je ook kunnen afvragen of de overheid ueberhaupt dan nog de “humanities” aan de universiteiten zou moeten financieren of dat dat geld niet beter aan Ebola of aan R&D in climate change kan worden besteed. We behouden er zeker veel meer levens mee. So be careful what you wish for… dat wapen kan ook makkelijk tegen je worden gebruikt.
    Hoe het ook zij, het is geen relevante afweging en zou gelden voor elke beslissing bij overheid of bedrijf. En wie is dan de rechter of arbitrator hierin? Hebben we vervolgens een democratisch proces waarin we stemmen over iedere bedrijfsbeslissing en hoe “sociaal rechtvaardig” die is?

Comments are closed.