Door Bij Nader Inzien (redactie)
– Door Lara Maassen, student filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen –
Dat filosofen ook voor stampvolle zalen kunnen zorgen, bewijst de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum. Deze week toert ze door Nederland om haar nieuwe boek Anger and Forgiveness te presenteren. Gisteren maakte ze op uitnodiging van Radboud Reflects een stop in Nijmegen. Voor een uitverkochte stadsschouwburgzaal – met zo’n 850 man – deed ze haar filosofie uit de doeken tegen woede, en voerde ze een betoog voor hoop op transformatie.
Nussbaum is een filosofe die weet hoe ze haar verhaal moet vertellen. Bijna zeventig, maar gegoten in een chique jurkje en pratend met een rijke, theatrale stem, weet ze haar publiek mee te krijgen. Dat is niet gek. Ze is één van de populairste filosofen van het moment en is dus, naast haar hoogleraarschap Recht en Ethiek aan de Chicago Universiteit, voortdurend onderweg om lezingen te geven. Twee jaar geleden was ze daarom ook al op de Radboud Universiteit, en nu weer opent ze haar speech met haar dankbaarheid voor Nederlands grote belangstelling voor filosofie.
Woede
Dan begint haar echte verhaal. En dat gaat over woede. Want, stelt ze, we hebben van woede een veel te belangrijke emotie gemaakt. Tegenwoordig is het goed om boos te zijn, je even lekker te laten gaan. Mannen en vrouwen die boos kunnen zijn, worden als krachtig gezien. Woede wordt zelfs als nodig geacht om iets te bereiken in de wereld. Maar is dat wel echt zo?
Nussbaum vindt van niet. Volgens haar is woede, zowel op persoonlijk als op politiek niveau, compleet nutteloos. Het is gebaseerd op de wil om iemand die jou iets heeft aangedaan, iets terug te doen. Die wil tot payback hoeft heus niet groot te zijn – je kunt ook gewoon wensen dat de ander van zijn fiets valt – maar is een cruciaal onderdeel van woede. En volgens Nussbaum is precies dat deel totaal nutteloos. Met die wil tot payback bereik je immers niks: een ander pijn doen, boos worden op een ander, haalt jouw pijn niet weg.
Aan de hand van grote helden als Gandhi, Martin Luther King en Nelson Mandela laat ze zien dat voor grote veranderingen in de geschiedenis helemaal geen woede nodig was. In plaats daarvan werd woede actief omgevormd naar de wil en hoop om iets te veranderen. Dáár moeten we volgens Nussbaum heen. Niet langer boos zijn, maar die boosheid omzetten in ‘unconditional love and generosity’ en zo daadwerkelijk iets veranderen in de wereld.
Nussbaums verhaal weet – aan de knikkende hoofden in de zaal te zien – duidelijk mensen te raken. Op de vragen die daarna door Christoph Lüthy (decaan van de faculteit Filosofie, Thelogie en Religiewetenschappen, Nijmegen) en het publiek komen, weet ze echter minder goed te reageren. Wat moeten we bijvoorbeeld doen als een heel deel van de bevolking boos is, zoals we nu in verschillende landen zien? En is woede wel zo rationeel dat we ervan af kunnen komen? Door te blijven strooien met voorbeelden, en door haar grote basis aan kennis van andere filosofen, weet ze die vragen handig te omzeilen. Aan het einde laat ze daardoor haar publiek geïnspireerd, maar ook met vragen achter.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Vox, het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit.
Photo credits: Ted van Aanholt
Beste Lara,
leuke samenvatting, waarvoor dank. Toevallig ben ik afgelopen zaterdag ook toeschouwer geweest van Nussbaum, maar dan in het Arminius in Rotterdam. Haar nieuwe boek had ik net uitgelezen, dus dat kwam mooi uit.
Tijdens de lezing in Rotterdam kwam Nussbaum naar mijn mening wel wat beter uit met de vragen die ze kreeg. En als ik bijvoorbeeld kijk naar de vraag: ‘Is woede wel zo rationeel dat we ervan af kunnen komen’, dan zou ik -voorzover ik denk iets te weten van haar filosofie- menen dat zij zou antwoorden: ‘full fledged anger’ is niet rationeel, want daar zit inderdaad altijd het een ‘flaw’ in, namelijk de wens voor retributie (of het is irrationeel, omdat de uiting van woede weliswaar iets oplost (in geval van een aantasting van relatieve status is dat de ander dan ‘downgraden’), maar dat in dat geval is gebaseerd op verkeerde waarden, zoals onrechtvaardige klassenverschillen). En dat is nooit moreel juist, want je lost met een nieuw kwaad (het straffen) het gedane kwaad niet op. Er is ook geen kosmische balans die je ermee zou herstellen, zoals veel mensen intuïtief lijken te denken. Dat is -aldus Nussbaum- ‘magical thinking’. Maar, als het goed is heeft ze dit ook aangehaald, er is een vorm van boosheid die wél rationeel (overigens: in haar filosofie zijn emoties ‘upheavals of thought’, dus altijd vormen van gedachten in beweging en nooit noodzakelijk lichamelijk. Dit kan verwarrend zijn, omdat je als je niet uitkijkt cognitief dan op de hoop van ‘rationeel’ gooit) is, namelijk ’transition anger’. De vorm van boosheid die een rationeel persoon zo snel mogelijk probeert te bereiken. Transition anger is ‘forward looking’ en constructief. Maar, in hoeverre dit dan nog echt boosheid ís, daar kun je natuurlijk over discussiëren. In Nussbaums conceptie in ieder geval wel. Het is een rationele vorm van boosheid. Daarom is het volgens haar niet alleen maar vraag of we van woede kunnen afkomen, want, en dit erkent ze maar al te graag, mensen zullen altijd wel boos blijven worden, maar veeleer hoe we ermee omgaan.
Dit is tenminste hoe ik haar boek en lezing heb begrepen.
Groeten, Jeroen.
Beste Jeroen,
Bedankt voor je reactie. Om te beginnen ben ik het volledig met je eens met je uitleg – dat is inderdaad ook hoe Nussbaum het in Nijmegen heeft verteld en hoe ze het mijn inziens ook bedoeld heeft.
Misschien goed om ten eerste op te merken dat bovenstaand stuk oorspronkelijk is geschreven voor Vox, het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit, en dat het daarmee bedoeld is voor een vooral niet-filosofisch publiek. Daardoor was de insteek meer om een impressie van de avond te geven dan om Nussbaums filosofie heel precies en genuanceerd uiteen te zetten, en is het dus lang niet zo filosofisch geworden als op deze blog wellicht wel had gekund. Dat heldert misschien op waarom jouw nuance er bijvoorbeeld niet in staat en sommige dingen wat ‘makkelijker’ zijn uitgedrukt.
Daarnaast, om nog in te gaan op je reactie, vraag ik me persoonlijk af in hoeverre je van mensen kunt verwachten dat zij altijd (of op zijn minst: vaak) hun irrationele woede omvormen naar ’transition anger’. Nussbaum gaf zelf namelijk ook aan dat dit jarenlange oefening vereist (denk bijvoorbeeld aan Mandela) en ik betwijfel of iedereen dat pad zou kunnen en willen bewandelen. Het gros van de mensen leest Nussbaums boek immers niet, en zelfs al onder de mensen die het wél lezen vraag ik me af of iedereen dat altijd en overal kan/wil toepassen. De vraag blijft, in dat geval, wat te doen met de mensen die wél irrationeel boos zijn. Op die vraag wist Nussbaum naar mijn mening geen erg bevredigend antwoord te geven.
Waarschijnlijk is bovenstaande overigens ook niet de insteek van haar verhaal, dus het is meer een kritiek van buitenaf. Het was echter wel iets wat – voor mijn gevoel in ieder geval – speelde bij het publiek in Nijmegen. Misschien was dat in Rotterdam anders, dat kan natuurlijk ook.
Hartelijke groeten,
Lara
Beste Lara,
dankje voor je toelichting.
Kort ook nog even een reactie van mijn kant. Ik ben het met je eens dat je niet van iedereen kunt verwachten dat men Transition Anger gaat oefenen, vanwege onder andere de redenen die jij noemt. Tussen de soms bijna engelachtige normen die sommige ethici voorstaan en de banale werkelijkheid lijkt af en toe een gapend gat te liggen. Maar, de persoonlijke aanspraak die Nussbaum doet, is slechts één van de facetten die ze met betrekking tot woede behandelt. Wat ik sterk vind van haar boek, is bijvoorbeeld de constatering dat woede in onze samenleving is gecultiveerd tot iets dat bijvoorbeeld ‘krachtig’ kan zijn. En dat ze dat als onterecht ziet, hoeft denk ik geen nader betoog, maar verhelderend vond ik het stuk waar ze aan de hand van de Romeinse en oud Griekse cultuur illustreert dat onze wijze van tegen woede aankijken zeker anders kan: in die culturen werd woede juist niet als iets krachtigs of goeds gezien. Integendeel, ongebreidelde woede werd als infantiel aangemerkt. Dus aan de ene kant is het begrijpelijk dat we op individueel niveau vaak nog worden overwonnen door onze boosheid, maar van de andere kant bezien is het zeker niet onmogelijk om onze maatschappelijke kijk op woede om te buigen, naar eentje die Transition Anger tot de norm maakt. Kijk bijvoorbeeld naar hoe dat bij het roken van tabak is gegaan.
Groeten, Jeroen.