Door Fleur Jongepier (Radboud Universiteit Nijmegen)

De woorden ‘Ken uzelf’ stonden op de tempel van Apollo in Delphi en de kracht die eruit spreekt lijkt vandaag de dag niet minder. Als je op een willekeurige boekenwebsite zoekt naar ‘zelf ’ of ‘identiteit’ kom je vooral zelfhulpboeken tegen met titels als Van binnen weet je alles, De herontdekking van het ware zelf, Thuiskomen in jezelf. En meditatieve lezingen en mindfulnesscursussen schieten als paddenstoelen uit de grond. Maar waar is zelfkennis eigenlijk goed voor?


Het standaardantwoord lijkt te zijn: authenticiteit. Je kunt niet authentiek zijn of ‘trouw’ aan jezelf tenzij je jezelf kent. Maar stel dat je ‘echte zelf’ een nogal lui, gierig of egocentrisch zelf is. Dan kun je de zoektocht naar zelfkennis maar beter staken. Bovendien is het zeer de vraag of er wel zoiets bestaat als een ‘echt zelf’. Zo niet, dan kunnen we onze zelfhulpboeken beter weggooien. Ook lijkt zulk authenticiteitsstreven nogal egocentrisch: alles draait om het achterhalen van jouw echte identiteit.

Een ander antwoord op de vraag waarom we onszelf beter zouden willen leren kennen, is omdat we door die zoektocht een ‘beter mens’ zouden worden. Dit zou ook het doel zijn van sommige spirituele cursussen, meditatieve retraites en zelfhulpboeken. De zoektocht naar zelfkennis gaat er uiteindelijk om dat je juist niet zo op jezelf gericht bent maar op de ander. Je kunt juist tot het inzicht komen dat die nieuwe auto kopen níet het belangrijkste is, dat klimaatverandering een groot probleem is, dat je gezin belangrijker is dan je werk. Niet egoïsme, maar altruïsme is het doel.

Is dit echt het pad dat je moet bewandelen om een beter mens te worden? Het zou niet best zijn als je zelfhulpboeken moet lezen of moet mediteren om erachter te komen dat je liever meer tijd besteedt aan je gezin dan aan je werk. Bovendien, een ‘beter mens’ worden gaat eerst en vooral over beter handelen. Een beter mens is niet per se iemand die met de neus in de zelfhulpboeken of op de yogamat zit.

Is zelfkennis dan nergens goed voor? Jawel. Ten eerste zijn er mensen voor wie zelfkennisvraagstukken geen luxe zijn, zoals personen die lijden aan psychiatrische stoornissen en een legitieme claim hebben op het concept ‘echte’ of ‘vervreemde’ elementen van zichzelf. Voor iemand die lijdt aan compulsieve (bijvoorbeeld moordlustige) gedachten zijn authenticiteitsvraagstukken soms zelfs van levensbelang.

Ten tweede zijn mindfulness trainingen of tai chi cursussen voor sommigen een effectief middel om om te gaan met bijvoorbeeld stress, hoofdpijn, enzovoorts. Je kunt het zelfhulpaanbod dus van twee verschillende richtingen aanvliegen, zo lijkt het: ofwel vanuit een interesse in jezelf vinden ofwel vanuit een meer therapeutische route. Wat ik me tegelijkertijd kan voorstellen is dat voor die laatste groep het soms storend kan zijn een ‘stukje theorie’ dwz spiritueel geneuzel mee te krijgen. Misschien dat er zelfs personen zijn die dergelijke cursussen precies om die reden niet doen en overwerkt raken. Meer seculiere varianten van dergelijke trainingen zouden misschien wel uitkomst bieden in een alsmaar gehaastere samenleving. Los daarvan is het niet aan mij om te zeggen wat anderen in hun vrije tijd moeten doen, dat moet men zelf weten. Een cursus Italiaans volgen en whiskey drinken als vrijetijdsverdrijf is niet beter dan de Happinez lezen.

Mijn belangrijkste punt is daarom dat zelfkennis ook een morele functie kan hebben naast een puur persoonlijke of prudentiële. Ons (echte) ‘zelf’ heeft immers allerlei minder mooie kanten. Precies die kanten kennen we vaak onvoldoende, omdat we onszelf liever zo niet zien. Zo hebben we allerlei impliciete vooroordelen over personen die anders zijn dan wij. We lijden soms aan tunnelvisie, hebben vaak oogkleppen op, geloven dingen omdat we ze willen geloven, vormen meningen op een flinterdunne basis. De meesten van ons zijn bij vlagen hoogmoedig of laf en conflictmijdend. Kortom, we hebben allerlei gebreken (en degenen die denken dat ze daar niet aan lijden, hebben oogkleppen op). Deze slechte kanten van ons (evengoed echte) zelf waarvan we ons doorgaans onbewust zijn, leiden tot ongefundeerde meningen, matige journalistiek, kortzichtige wetenschap, impliciet racisme, onrechtvaardige beslissingen en wat al niet. Hier ligt duidelijk een belangrijke taak voor zelfkennis. En in dit geval is er wel degelijk een relatie tussen het verkrijgen van meer zelfkennis en ethisch beter handelen.

Maar merk op dat de bestaande zelfhulpmiddelen hier slecht op aansluiten. In plaats van mediteren of het lezen van zelfhulpboeken kunnen we beter een cursus empirische psychologie, vice epistemology of ethiek volgen (voor een interessant artikel over de relatie tussen epistemic vices en zelfkennis zie hier). In plaats van je af te vragen of je het ‘nu’ bewuster kunt ervaren kun je je misschien beter afvragen of je een eikel bent of bullshit verkondigt. In plaats van proberen mindful te worden kunnen we onszelf soms maar beter de vraag stellen of onze sterke overtuigingen (bijvoorbeeld over donorregistratie of zwarte piet) een solide basis hebben of niet veel meer zijn dan onderbuikgevoelens.

Het verwerven van bovenstaand type zelfkennis is geen theekransje. De vraag beantwoorden of je in een donker steegje eerder bang bent voor niet-witte dan witte personen, om maar iets te noemen, is geen ontspannende bezigheid. Je wordt er niet rustig van. Noch ‘compleet’. Noch heb je na afloop het idee dat je een beter mens bent. Integendeel.

De zoektocht naar daadwerkelijk relevante zelfkennis is er een van strijd, vervreemding en ongemak. Dat bekt vanuit marketingperspectief misschien niet zo lekker, maar we hebben er tenminste echt iets aan.

Bovenstaand artikel werd eerder in de Volkskrant (31-08) gepubliceerd (link).


Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

7 Comments

  1. Beste Fleur, Dit is gewoonweg een geweldig artikel. Een seculiere variant van mindfulness zou welkom zijn. Misschien kan ze starten vanuit de vraag – wanneer gedraag ik me als de kl**tzak die ik niet wil zijn? Dat laat voldoende ruimte en tijd om waar gewenst ook zichzelf nog te zoeken in het hogere of diepere ik (zolang dat niet tot een dwangobsessie wordt ;-). Groet, JoB(ervoets)

  2. Beste Fleur. De zinsnede “personen die lijden aan psychiatrische stoornissen en een legitieme claim hebben op het concept ‘echte’ of ‘vervreemde’ elementen van zichzelf.” is voor mij onduidelijk. Zou je die nader kunnen toelichten?

    1. Beste kayakangst,
      Dank voor je reactie. Dat is ook een zeer gevoelige zinsnede. Mij lijkt dat voor personen die lijden aan schizofrenie/thought insertion authenticiteitsgerelateerde vragen zeer urgent zijn, maar ook voor personen die b.v. lijden aan depressie.
      Hartelijk,
      Fleur

  3. Beste Fleur,
    Mooi artikel.
    1) Ik vraag me af hoe de hierboven beschreven morele functie van zelfkennis zich verhoudt tot de soorten zelfkennis (introspectieve, “non alienated” en autonome). Is de ene soort zelfkennis ethisch relevanter dan de andere soort of maakt het niks uit?
    Iets heel anders:
    2) Verder denk ik dat de opkomst van de overmatige interesse in het ontdekken van jouw “ware zelf”(de nogal egocentrische en minder relevante functie van zelfkennis) ook wel ligt aan de enorme waarde die we als maatschappij nu aan zelfontplooiing van het individu en persoonlijk geluk hecthen, waarin het optimaliseren van “jouw eigen leven “toch wel erg centraal staat en weten wat echt bij jou (zelf) past daarvoor erg belangrijk is. Zou dat kunnen?

    1. Hi Clara,
      Leuke vragen. Beginnend bij (2): ja, doorgeschoten individualisme is inderdaad iets wat in het achterhoofd meespeelde bij mijn kritiek op de zelfhulpbeweging. Maar waar ik individualisme bekritiseer zou een ander mijn nutteloze hobbies kunnen bekritiseren…
      (1): Lastige vraag! Daar moet ik langer over nadenken. Maar op het eerste gezicht zou ik denken dat zelfhulpboeken/activiteiten vooral gericht zijn op wat ik in mijn proefschrift authentieke zelfkennis noem. En dat is dan precies ook de tekortkoming omdat (m.i.) autonome zelfkennis van groter belang is. Behalve dus voor degenen voor wie (gebrek aan) authentieke zelfkennis hun functioneren in de weg staat. (Misschien dat in die gevallen authentieke en autonomie zelfkennis samenvallen, omdat een gebrek aan authentieke zelfkennis ook een bepaalde mate van onvrijheid of gebrek aan autonomie inhoudt)
      Ik realiseer me nu dat ik in de blog eigenlijk reden geef om twee vormen van autonome zelfkennis te onderscheiden, namelijk: (a) weten of je eigen gedachtes/voorkeuren/emoties autonoom zijn en niet voortkomen uit dwang/manipulatie/onderdrukking en (b) kennis van jezelf als degene die manipuleert/onderdrukt. Veel dank, dus, voor je comment!

  4. Dag Fleur,
    Ik vond je artikel in de VK van 31/8 heel interessant en moest daarbij meteen denken aan Gurdjieff en zijn Vierde Weg, Gurdjieff, die het ook steeds heeft over de ware persoonlijkheid en je voortdurend uitnodigt naar deze te zoeken en te onderzoeken. Ik doe dat al z’n 25 jaar, ook wel tezamen met cursisten en ik sta er nog steeds weer van te kijken wat er dan boven komt drijven. Daar word je niet altijd even vrolijk van. Integendeel!
    Als je het goed doet, hoef je niet benauwd te zijn voor een ontwikkeling tot een super-ego. Goed doen betekent: strikte eerlijkheid en moed; bereidheid tot het ondergaan van alles wat je tegenkomt; bereidheid tot zuiveren, bereidheid tot berouw, nederig willen zijn
    Wat bereik je dan?
    Niets-zijn.
    Niets-zijn is de voorwaarde tot vol-ledig mens zijn.
    groetjes, Evert Wagenaar
    .

Comments are closed.