Door Francien Dechesne (Universitair docent Universiteit Leiden)
Elke aflevering van het MTV-programma Catfish draait om een persoon die na jarenlange persoonlijke chats, mailtjes en telefoongesprekken verliefd geraakt is op iemand die hij of zij nog niet ontmoet heeft. Vervolgens ontdekken we met het slachtoffer dat de geliefde een valse naam gebruikt. De climax van elke aflevering is de opperste verwarring van het slachtoffer: ben ik wel verliefd op deze persoon nu deze anders blijkt te heten?
Tijdens mijn promotietijd las ik Naming and Necessity (1980), een gebundelde collegereeks van de Amerikaanse filosoof Saul Kripke (1940). De naam Kripke was voor mij vooral bekend uit de term Kripke-semantiek: de mogelijke-werelden semantiek waarmee we op wiskundig precieze manier over mogelijkheid en noodzakelijkheid kunnen praten. Naming & Necessity zoomt in op de vraag over wie of wat we het precies hebben als we een eigennaam gebruiken, bijvoorbeeld in een zin als “ik ben verliefd geworden op Megan” (zoals de Catfish-presentator in zijn eigen verhaal) of “Kripke had gelijk.”
In het boek beargumenteert Kripke zijn theorie dat namen “rigid designators” zijn: in alle mogelijke werelden verwijst een naam (noodzakelijk) naar hetzelfde object, of naar niets in werelden waarin het object niet bestaat. Toen ik “Naming and Necessity” onlangs herlas, zag ik het plots als een prachtige verklaring voor de existentiële verwarring die het Catfish-slachtoffer ervaart. In de twee verschillende mogelijke werelden van voor en na de onthulling blijkt de naam van de geliefde naar verschillende personen te verwijzen. Kennelijk levert dit een fundamentele tegenspraak op met wat het slachtoffer voor mogelijk houdt – en heeft Kripke dus gelijk.
Dit is een aflevering uit de rubriek ‘Een Kleine Ode Aan’. In ongeveer 250 woorden looft een Nederlandse of Vlaamse auteur een al dan niet vergeten filosofisch pareltje.
Verder lezen:
Cumming, Sam, “Names“, The Stanford Encyclopedia of Philosophy (Fall 2016 Edition), Edward N. Zalta (ed.)
Ik heb nog nooit eerder van Catfish gehoord en nooit een aflevering ervan gezien. Misschien dat ik daarom niks van deze ode begrijp.
Je zegt “in de twee verschillende mogelijke werelden van voor en na de onthulling blijkt de naam van de geliefde naar verschillende personen te verwijzen”
Leven we na de onthulling dan plotseling in een andere mogelijke wereld? Hoe kan dat? Dat zou toch immers betekenen dat de actuele wereld van de ene naar de andere mogelijke wereld verhuist.
In sommige science fiction verhalen verhuist er weleens een persoon of een paar personen van de ene mogelijke wereld naar de andere. Dat past niet bij Kripke’s idee van mogelijke werelden, maar je kunt je er wel wat bij voorstellen door een mogelijke wereld (i.t.t wat Kripke op p. 15 zegt) als een verre, zeer moeilijk te bereiken planeet te zien. Net zoals je je op die manier iets kunt voorstellen bij tijdreizen.
Maar jij lijkt te suggereren dat in de hele actuele wereld de facto al een aantal malen van de ene naar de andere mogelijke wereld verhuist is en dat alleen doordat iemand er achter kwam dat een geliefde een valse naam gebruikt heeft (het kan immers niet zo zijn dat alleen de ontdekker in een andere mogelijke wereld terecht gekomen is, want dan zouden deze na de ontdekking uit onze wereld verdwenen zijn en niet op de televisie kunnen verschijnen). Dat past niet alleen niet bij Kripke’s opvatting van mogelijke wereld, ik kan me er ook niks bij voorstellen.
Trouwens, wanneer vond die verhuizing plaats? Alleen op het moment dat de hoofdrolspeler hoorde dat de geliefde een valse naam opgaf? Waaraan ontleent die persoon het vermogen om de hele wereld te verplaatsen? Aan zijn liefde voor de persoon met de valse naam? Zou het niet eerder zo zijn dat ieder persoon dat vermogen heeft en we dus eveneens van mogelijke wereld veranderen als een van de kijkers beseft dat de naam vals is? Springt de actuele wereld dus continu van de ene naar de andere wereld?
Hoe rijm je dit met de manier waarop mogelijke werelden volgens Kripke geconstrueerd worden? Die berust er toch op dat de actuele wereld met precies één mogelijke wereld overeenstemt (zie bijvoorbeeld p. 16).
Afgezien van deze verhuisproblematiek begrijp ik überhaupt niet waarom je denkt dat de valse naam en de echte naam naar verschillende personen verwijzen. Verwijst ‘Multatuli’ naar een ander persoon dan ‘Eduard Douwes Dekker’? Is Marek van der Jagt iemand anders dan Arnon Grünberg?
Kortom: het lijkt er niet op dat Kripke je veel te bieden heeft als het gaat om het begrijpen van de existentiële verwarring van iemand die zich gecatfisht voelt, laat staan dat die existentiële verwarring het gelijk van Kripke zou bewijzen.
Maar waarschijnlijk heb ik iets niet helemaal goed begrepen. Ik houd me daarom voor nadere uitleg aanbevolen!