Door Josette Daemen (Universiteit Leiden)

Nu we vanaf vandaag alleen met bemondkapte snoet de trein in mogen, zouden we bijna vergeten dat een andere vorm van gezichtsbedekking daar krap tien maanden geleden juist verboden werd verklaard. In officiële overheidscommunicatie heette dat toen een ‘gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding.’ Overal daarbuiten werd het beestje gewoon bij z’n naam genoemd: het boerkaverbod.

Gegeven het geringe aantal boerka- en nikabdraagsters in Nederland, zou men alle aandacht voor het verbod afgelopen zomer disproportioneel kunnen noemen. Tegelijkertijd legde de discussie op interessante wijze bloot waar de schoen kan wringen in de liberale staat. 

Het goede versus het juiste

Uiteindelijk kan het schoenwringen teruggebracht worden tot het strikte onderscheid tussen het goede en het juiste dat in het liberalisme zo belangrijk is. Over het goede heeft de liberale filosofie weinig te melden. Wat goed is moet elk individu voor zichzelf uitvogelen. 

Het juiste is daarentegen van cruciaal belang voor de liberaal. Juist is in ieder geval dat mensen onderling elkaar bij al dat uitvogelen niet lastigvallen, en de staat zijn burgers al helemaal niet. Die dient zich te beperken tot het uit elkaar houden van al die uitvogelaars. 

Over het goede heeft de liberale filosofie weinig te melden

De consistente liberaal moet een boerkaverbod daarom strikt presenteren als een maatregel ter bevordering, niet van het goede, maar van het juiste. Dat probeerde de Nederlandse overheid vorig jaar dan ook verwoed: het verbod is er omdat mensen elkaar ‘in bepaalde situaties’ moeten kunnen ‘aankijken en herkennen.’

Daarom werden bivakmutsen en integraalhelmen ook netjes aan het rijtje verboden hoofddeksels toegevoegd. Gezichtsbedekkende kleding is niet slecht voor de draagsters en dragers, maar belemmert andere mensen in hun activiteiten en omgang met de gezichtsbedekkers, zo zou de gedachte te zijn. 

Het verbod is niet juist

Wanneer we echter inzoomen op de specifieke omgevingen waarin boerka en nikab taboe werden verklaard – in ieder geval in het openbaar vervoer en in de zorg – leken degenen voor wie het verbod soelaas zou moeten bieden juist weinig enthousiast over de maatregel: ziekenhuizen en openbaar vervoeraanbieders kondigden al gauw aan niet te zullen handhaven. De redenering dat boerkadraagsters zouden moeten stoppen met boerkadragen omdat het andere mensen hindert, sneed dus weinig hout.

Het argument van het tegenkamp sneed des te meer hout: het boerkaverbod schendt de vrijheid van godsdienst, een van de belangrijkste uitvloeiselen van het liberale grondbeginsel dat de staat zich niet dient te bemoeien met het idee van het goede dat burgers voor zichzelf uitzoeken.

De boerka is niet goed

Wat de liberale staat niet mag zeggen is dit: boerkadraagsters zouden moeten stoppen met boerkadragen omdat het voor henzelf niet goed is. Bijvoorbeeld omdat het een barrière voor betekenisvol menselijk contact vormt; het dragers op afstand en achterstand plaatst tot mensen die geen sluier dragen (in de eerste plaats, het moet gezegd, mannen); het de uitdrukking van eigenheid in visuele vorm onmogelijk maakt; en het de simpele maar heerlijke sensatie van zon op huid blokkeert.

Wat de liberale staat niet mag zeggen is dit: boerkadraagsters zouden moeten stoppen met boerkadragen omdat het voor henzelf niet goed is

Volledige gezichtsbedekking lijkt daarmee in te druisen tegen al onze intuïties over het goede – in ieder geval tegen de mijne. 

Boerka versus mondkapje

Wie had ooit kunnen denken dat, nog geen jaar nadat de staat gezichtsbedekkende kleding in het ov illegaal maakte, de staat gezichtsmaskers op diezelfde plek wettelijk zou verplichten?

Interessant is dat de overheid zich in dit geval wel degelijk beperkt tot het afdwingen van het juiste: de niet-medische mondkapjes die we moeten dragen zijn niet effectief om onszelf te beschermen tegen het virus, maar voorkomen wel dat we anderen lastigvallen met onze covidspetters – althans, dat is het idee. Die redenering is een stuk overtuigender dan de gedachte dat gesluierde vrouwen hun omgeving tot last zijn.

Een mondkapje is ook niet goed, maar de verplichting om er een te dragen is dan wel weer juist

Wat moeten we in het licht van dit alles concluderen over de boerkakwestie? Mijn oordeel luidt: het boerkaverbod is niet juist; de boerka is niet goed. (Een mondkapje is ook niet goed, maar de verplichting om er een te dragen is dan wel weer juist.)

Ik koester de liberale staat, waarin de overheid burgers in vrijheid laat uitvogelen hoe ze hun leven willen leiden. Maar ik zal er ook alles aan doen om mijn medeburgers ervan te overtuigen dat het zonder sluier zo veel beter uitvogelen is. 

Verder lezen

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-de-mondkapjesplicht-legt-de-ware-aard-van-het-verbod-op-gezichtsbedekkende-kleding-bloot~b33ad458/

https://www.trouw.nl/binnenland/wie-handhaaft-het-boerkaverbod-dat-eigenlijk-niet-zo-mag-heten~b520a875/


Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

1 Comment

  1. Iedere bevolkingsgroep kent eigen gewoonten en uitingsvormen. Dit kan door een andere bevolkingsgroep als ongewenst worden ervaren. Daar waar gewoonten en uitingsvormen een gevaar voor anderen vormen, kan worden geeist dit na te laten. In alle overige gevallen zal men de ander, zijn gewoonten en uitingsvormen moeten accepteren en respecteren.
    Het is ook een uiting van respect als mensen hun als aanstootgevend ervaren gewoonten en uitingsvormen aanpassen. Zeker als dit bij wet is bepaald. Dit na te laten duidt op hooghartigheid, dat de wet op dit punt niet voor deze persoon geldt. Het verbod op de boerka is echter discriminerend, daar nooit is aangetoond dat dit gevaarlijk is. Voor onredelijke wetten kan niet bij iedereen draagvlak worden verkregen.
    Een vergelijking met het verplicht dragen van een mondkapje is van een onvergelijkbare orde. Het gaat hier immers ter bescherming van anderen. Bij de boerka gaat het om bescherming van de eigen identiteit, wat zeer legitiem is. Dit bij wet te verbieden is een dwaling door intollerantie.

Comments are closed.