Door Lyke de Vries (Radboud Universiteit Nijmegen)

Stel, je belandt met een Covid-19 infectie in het ziekenhuis en de arts behandelt je met een geneesmiddel. Zal de arts je dan zoveel mogelijk van het middel toedienen om je te genezen? Werkt een medicijn beter naarmate je er meer van inneemt?

Het is voor iedereen duidelijk dat wanneer je een overdosis van een geneesmiddel neemt, het middel niet meer genezend maar ziekmakend werkt. Dit is echter niet altijd vanzelfsprekend geweest. We hebben het inzicht te danken aan de arts en filosoof Theophrastus Paracelsus (1493/4-1541).

De dosis maakt het middel

Paracelsus verzette zich tegen de dominante Galeense geneeskunde van zijn tijd, die voornamelijk bestond uit het in balans brengen van de menselijke sappen, humores genaamd. Volgens de Galeense geneeskunde was ziekte een onbalans tussen de sappen. Maar Paracelsus zag ziekte als een individuele entiteit die door chemisch geproduceerde geneesmiddelen kon worden behandeld. Hij werd vanwege zijn radicale medische hervormingen zowel beroemd als berucht.

Eén van Paracelsus’ bekendste ideeën is dat de dosis het middel maakt. Volgens hem hielden Galeense artsen geen rekening met de dosis van een geneesmiddel, waardoor ze mensen niet gezond maar juist nog zieker maakten. Paracelsus schreef daarop in zijn Labyrinthus und Irrgang der vermeinten Arzet: “Alle dingen zijn vergif en niets is zonder vergif. Alleen de dosis maakt dat een ding geen gif is en een medicijn.” De dosis maakt het middel.

Eveneens radicaal aan deze uitspraak is het idee dat vergif niet alleen ziekmakend maar ook genezend kan werken, namelijk wanneer het vergif in een chemisch geprepareerd geneesmiddel verwerkt is en het in de juiste dosis wordt toegediend. Kwikzilver, antimonium en arsenicum, bijvoorbeeld, zouden zo kunnen bijdragen aan de genezing van een individu.

Met zijn geneeskunde gebaseerd op chemische principes, waardoor vergif in de juiste dosis een geneesmiddel is, droeg Paracelsus bij aan de ontwikkeling van de huidige westerse geneeskunde.

Deze ode werd ook gepubliceerd in Wijsgerig Perspectief (nr. xxxx). De fysieke editie is te koop in de webshop van filosofie.nlklik hier.

Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

4 Comments

  1. Ik ben het niet eens met deze en Paracelsus’ algemene en veralgemenende aanname dat een geneesmiddel per definitie genezend zou zijn, ‘in de juiste dosis’. Voor mij zijn en blijven zogenaamde ‘geneesmiddelen’ symptoombestrijding, dosis of niet, die de oorzaken bestendigen, versterken en vermenigvuldigen. Die oorzaken zijn meestal moedwillig onbekend en onbemind, uit gemakzucht, opportunisme, winstbejag of onverschilligheid, omdat het nu eenmaal gemakkelijker is een pilletje te slikken, een spuitje te laten zetten of een operatie te laten uitvoeren (als men dat kan betalen), dan de oorzaken aan te pakken. Die oorzaken zijn al decennia duidelijk : extreme ongelijkheid van inkomen en bezit, milieuvervuiling, geopolitiek kapitalisme, moedwillige onwetenheid, goedgelovigheid, religieuze waanideeën, medische desinformatie en bedrieglijke medische marketing, wetenschappelijk bedrog, etc. .

    1. Dit lijkt meer een Stalinistische analyse van een maatschappelijk verschijnsel dan een antwoord op een medisch-historische ontwikkeling.

  2. Medicinale symptoombestrijding werkt enkel en alleen op korte termijn, veroorzaakt een hele reeks bijverschijnselen die steeds meer medicijnen tegen die bijwerkingen noodzaakt, – met een spiraal van geneesmiddelen en bijwerkingen tot gevolg -, en is dodelijk op lange termijn. Dat is geen oprechte geneesmethode, maar een bedrieglijke medicinale zwendel die iatrogene ziekten eindeloos uitbreidt, vermeerdert en bestendigt, en extreme ongelijkheid nog vergroot in plaats van verkleint.

  3. Het serieuze gedeelte van de oude gezondheidszorg was gebaseerd op natuurgeneeswijzen.
    Een paar honderd jaar geleden was sprake van veel misvattingen en vooroordelen vanuit chemie, maar ook het begin van een wetenschappelijke benadering.
    Tegenwoordig zijn geneesmiddelen gebaseerd op wetenschap en “objectieve” beoordeling daarvan.
    De dosis binnen het werkingsmechanisme, in combinatie met onderbouwde effectiviteit, is wellicht het meest wetenschappelijke component van het geneesmiddel.
    Maar door de macht van het farma-industrieel complex, heeft men natuurgeneeswijzen of alternatieve geneeskunst en vooral preventie, als belangrijke medische alternatieven, naar de achtergrond weten te drukken.
    Dokters en zorgfinanciers denken daardoor, geframed, vaak dat een geneesmiddel de enige behandelmethode is.
    Het geneesmiddelenconcept is daardoor één van de grootste neoliberale successen, en daardoor één van de grootste negatieve excessen in onze tijd.

Comments are closed.