Door Ben Schomakers (classicus en filosoof)

Duizend verschillende emoties hebben mensen. Meestal zijn die niet helemaal duidelijk. Ze raken makkelijk vermengd met andere (je bent woedend, maar wordt week door medelijden) of ze laten zich bedekken met de continue bladval van het alledaagse (o, er is die liefde en de jaloezie en de wanhoop, maar je koopt een treinkaartje, haalt yoghurt uit de koelkast en vergadert over telewerken). En dat lijkt goed. Als we met elke emotie met volledige overgave meegaan, leidt dat tot catastrofes. Plato waarschuwde daar al voor.

Maar daardoor leren we de aard en de kracht van emoties ook niet goed kennen. Dat is misschien veilig, omdat we nu niet losgewrikt worden uit de positie waarin we ons bevinden. Comfortabel in het gedempte licht van alledag. Veilig maar armzalig. Want de bereidheid om emoties zich in de schemer te laten terugtrekken ontneemt ons een zuivere, zelfs onfeilbare wichelroede van het bestaan. Emoties wijzen op het voor ons cruciale. Kennen we ze goed, dan vernemen we een indirecte stem van ons ‘zelf’. Herkennen we ze goed, dan vernemen we de uit een diepte komende stem van het zelf van anderen.

Muziek als training

De Griekse filosoof Aristoteles spreekt niet over dat zelf, maar hij spreekt wel over de betekenis van muziek als een training om emoties zuiver te leren kennen. Om ze door zuivering te bevrijden van de droesem van het alledaagse en van de verwaarlozing die na een fel eerste welkom meestal intreedt. Daarop reageren de emoties door zich op den duur terug te trekken, als een hond die aan de deur geblaft heeft maar voor wie niet opengedaan werd. Misschien blijft hij in de buurt voor een tweede kans, misschien verschuilt hij zich in het struikgewas, mogelijk gaat hij ervandoor met de pijn om de afwijzing en vastbesloten hier nooit terug te keren.

Muziek zuivert emoties zodat ze zich manifesteren zoals ze zijn, dat wil zeggen: met een eigen structuur en logica, zodat ze herkenbaar worden. Weten we wat woede is, of jaloezie, of verlangen naar geluk, dan krijgt dat allemaal een zeker bestaansrecht, niet alleen bij onszelf, maar ook bij anderen.

Emoties openen de toegang tot het bewegen, wringen, vliegen, vallen, verlangen van anderen. En daarbij helpt de muziek. Daarom verdient muziek een plaats in het opvoedingssysteem van een samenleving. Door een uitzuivering, een katharsis, van emoties die muziek tot stand kan brengen, worden we betere mensen en betere burgers.

Dat betekent niet per se dat we ons door de emoties, die de muziek tot leven gewekt heeft, helemaal laten inpalmen, zodat zij met ons aan de haal gaan en ons bestaan overnemen. Het zijn onze emoties, die tegen ons duwen en proberen ons opzij te manoeuvreren, maar daar zelden in slagen. Bijna altijd blijft er in ons iets intact dat op emoties toeschouwt en dat zelfs weet wat een emotie van ons wil, dat weet dat ze dit nu wil, waarom ze dat nu wil.

Emoties openen de toegang tot het bewegen, wringen, vliegen, vallen, verlangen van anderen

Bovendien zijn door muziek opgewekte emoties een uitbeelding van echte emoties die wel door een werkelijke gebeurtenis in gang gezet zijn. Huilen om elegische muziek kan plezierig zijn juist omdat het verdriet er dan wel is, maar de echte dood (aan het kruis of van een geliefde) ontbreekt. Een emotie die het gevolg van een uitbeelding is geeft ons de vrijheid om ze te leren kennen zonder dat we meteen tot – bijvoorbeeld – een vertroosting in vlees en bloed hoeven over te gaan.

De logica van verdriet

De emoties zijn hier het ‘algemene’ in de zin van Aristoteles. Ze beginnen wel in de werkelijkheid van degene die de muziek bedacht heeft en die de emoties in zichzelf vorm heeft laten krijgen zodat ze op de voorgrond treden. Dat is liefde. Dat is verdriet. Dat is wanhoop. Dat is tederheid. Dat is woede. Dat is passie. Dat is passie die naar het vormloze neigt. De emoties hebben een structuur die ze met de werkelijkheid verbindt. Een emotie is geen stemming maar een reactie op iets dat gebeurt.

Woede – bijvoorbeeld – is in de heel beknopte formele definitie van Aristoteles het verlangen naar ‘vergelding’, volgens de gewone vertaling van een Grieks woord dat eigenlijk ‘tegen-pijn-doen’ betekent. Iemand doet jou pijn. En jij wilt daarom die ander pijn doen. (De ziel, boek I, 1, 403a30–32.) Jaloers word je als je iets wordt afgenomen dat van jou geweest is en waaraan jij je geluk verpandde, en waarmee nu iemand anders gelukkig wordt. Bang ben je als je je iets voorstelt – of iets ziet – dat je lichamelijk of psychisch welzijn wil vernietigen en je beseft dat je uiteindelijk geen middelen hebt om dat te voorkomen. En liefde is er als er iemand nabij is die zo tot ons spreekt dat we beseffen pijnlijk onvolledig en ongelukkig te zijn als die er niet zou zijn, letterlijk niet of figuurlijk niet, omdat hij of zij zich voor ons doof houdt en gesloten blijft of wordt. Enzovoort.

Een emotie is geen stemming maar een reactie op iets dat gebeurt

Emoties hebben een formele structuur. En die formele structuur ligt sluimerend klaar in de ‘ziel’. Of, als we dat woord willen vermijden, in de innerlijke ruimte van ervaring, herinnering, anticipatie en bewustzijn. Maar de formele structuur van die emoties moet door uitwendige omstandigheden uit die sluimertoestand gehaald worden.

Degenen die naar de muziek luisteren worden in staat gesteld het algemene van de emoties te ervaren zonder dat ze de harde, lieve, verleidende, bittere omstandigheden hoeven te kennen waarin die emoties ontstaan zijn. Uitbeelding en overdracht vinden plaats dankzij het algemene, dat als mogelijkheid in de ziel zelf ligt. Emoties worden dankzij muziek op een zuivere manier ervaarbaar. We zijn voor even vrij, en voor even aan het algemene toevertrouwd.

Maar het is moeilijk om lang in dat abstracte en algemene te verwijlen. We leven niet alleen met het algemene, maar ook met het leven zelf. In het leven zelf. Het leven dat met een lichaam en met een sociale context verbonden is. Ervaren betekent ervaren van het dagelijkse leven. En dus omkleden we het algemene dat dankzij de muziek toegankelijk geworden is (dat wil zeggen de emoties in hun zuivere gedaante) met associaties, herinneringen en voorstellingen die we in ons eigen leven verworven hebben. We maken het algemene weer concreet.

En eigenlijk beseffen we dat ook. Dat we naar muziek luisteren met een bewustzijn waarin de algemene structuur van de emotie samengaat met de concrete herinneringen die we uit het visnet van ons leven plukken. We weten dat we het algemene met gestalten uit ons leven aanvullen om er lang en rustig naar te kunnen kijken.

Dit is een licht bewerkt fragment uit ‘De tranen van Electra. Over vrijheid en de Griekse tragedie’ (2021, uitgeverij Letterwerk) van Ben Schomakers. Schomakers is wiskundige, classicus en filosoof.


Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

2 Comments

  1. Er zijn meer redenen van plezier bij huilen met/om muziek dan het ontbreken van de echte dood. Bij iedere soort muziek, vanuit iedere soort emotie, bij ieder individu verschillend. Het kan daarop een reactie zijn, maar naast de genoemde, ook blijheid, lachen, glimlachen, schreeuwen, meezingen, ernst, ongeloof, geloof, verbondenheid, saamhorigheid, tevredenheid, gefocust, dromerig, energiek, niet meer weg willen, reis bereidheid, gul, dorst, uitgelaten, geld uitgeven, verslavend, open mind, adoratie, extase, welzijnsgevoel, geluk, weerbaar …..
    Dat geldt ook voor andere kunstvormen, op hun eigen specifieke wijze.
    Het bezuinigen op de kunsten die een maatschappelijke noodzaak zijn, het tegenwerken van haar ontwikkeling in een top scorende welvaartstaat met extreme taakverdeling en een zeer grote groep met laag inkomen ten behoeve van de economie, is overheid agressie tegen de eigen bevolking.
    Of extreme domheid van regerende boekhouders.

  2. Deze beschrijving van muziek is even ouderwets als wijdverbreid. Naast een generalisering – ‘de muziek’, alsof ze een (met een term van Derrida) signifié transcendental is – wordt de waarde van muziek herleid tot haar nutswaarde. Muziek als hulpmiddel. Als utiliteit. Als een soort kantiaanse Mittelglied die iets moet dienen dat buiten zichzelf ligt.

Comments are closed.