Door Jip Meijers (onderzoeksmasterstudent Filosofie aan de Radboud Universiteit)

Wanneer Kajsa Ollogren – op dat moment verkenner voor een nieuwe coalitie – een telefoontje krijgt met de mededeling dat ze positief getest is op corona, grist ze haar spullen mee om zo snel mogelijk in isolatie te gaan. Een klein arsenaal aan journalisten ziet Ollongren vertrekken in een dikke winterjas, vergezeld van een nóg dikker pak papier. Natuurlijk, als journalist wil je verslag doen van deze gebeurtenis, want die roept ontzettend veel vragen op. Heeft ze haar collega-verkenner besmet? Hoe zit het met de fractievoorzitters die ze de afgelopen dagen gesproken heeft? En de voornaamste vraag: wat zijn de gevolgen van deze besmetting voor het hele formatieproces?

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Nou, die gevolgen bleken enorm. Dat kwam niet doordat Ollongren haar positief geteste aerosolen over het hele Binnenhof had verspreid, maar door één foto die een persfotograaf maakte van de vertrekkende verkenner. Op deze foto was op het bovenste blad van het dikke pak papier een aantal notities te zien. Na de publicatie ervan kon iedereen ineens meegenieten van geheime informatie over het pre-formatieproces. Het meest saillante detail: de woorden “positie Omtzigt, functie elders.”

Geheime notities

Deze ene foto leidde tot een grote vertrouwenscrisis in de Tweede Kamer, zeker toen – in een poging het vertrouwen te herstellen – álle geheime formatienotities naar buiten werden gebracht. Waar Rutte eerst in alle toonaarden ontkende dat hij over Omtzigt had gesproken, bleek het juist Rutte zelf die het onderwerp Omtzigt had opgeworpen. Met de VVD als grote winnaar van de verkiezingen lag het voor de hand dat Rutte opnieuw minister-president zou worden, maar in het debat over deze notities overleefde hij ternauwernood een motie van wantrouwen. Meerdere partijen sloten regeren met Rutte zelfs uit.

De gevolgen bleken enorm

De formatie is door die ene foto een ongelooflijk complexe aangelegenheid geworden. We zijn ondertussen al ruim vijf maanden verder, maar het einde van de formatie is nog lang niet in zicht en het vertrouwen in Den Haag is ver te zoeken. Zou een fotograaf – of journalisten in het algemeen – rekening moeten houden met de mogelijke gevolgen die de publicatie van bepaalde nieuwsberichten met zich meebrengt? En zo ja, op basis waarvan zou een journalist dit oordeel moeten vellen? De Ollongren-kwestie laat zien dat het moeilijk is om die vraag te beantwoorden als we uitsluitend kijken naar de mogelijke gevolgen van publicatie.

Consequentialisme

Er is toch gewoon een journalistieke code, vraag je je nu misschien af. Dat klopt, maar deze ‘code voor de journalistiek’ – een collectief geaccepteerde leidraad voor journalisten – is voor dit specifieke geval te algemeen. De belangrijkste pijlers zijn dat een journalist waarheidsgetrouw, onafhankelijk, fair en met een open vizier te werk moet gaan. De fotograaf voldoet hieraan. De journalistieke code helpt ons hier dus niet veel verder.

Geen enkele journalist had de gevolgen precies kunnen voorspellen

In de nasleep van de notities ging het in de media vooral over de gevolgen: wat betekende dit voor de aankomende formatie, de geloofwaardigheid van Rutte en de positie van Omtzigt? Handelingen beoordelen op basis van hun gevolgen heet consequentialisme. Dit is een redelijk eenvoudige en snelle manier om te beslissen. Voordelig voor journalisten, die toch onder een zekere tijdsdruk staan en niet altijd ruimte hebben voor een ingewikkelde afweging op basis van begrippen als de ‘categorische imperatief’ of het ‘reflectief equilibrium’. Alleen die woorden klinken al ingewikkeld en vermoeiend.

Dat er consequenties verbonden waren aan de publicatie, was al op voorhand duidelijk. We zagen hier niet zomaar Ollongrens boodschappenlijstje, maar geheime en – vanwege de notitie over Omtzigt – gevoelige informatie over het formatieproces. Wat deze gevolgen precies zouden zijn, kon geen enkele journalist voorspellen. Wie weet waren er nieuwe verkiezingen nodig geweest, of had dit het einde van de politieke carrière van Ollongren en Rutte betekend. Dit is een welbekend probleem met consequentialistisch denken: op het eerste oog lijkt het een goede manier om handelingen te beoordelen, maar niemand kan alle gevolgen overzien, laat staan de consequenties die nog in de toekomst liggen.

Onvoorspelbare gevolgen

Want wat zijn die gevolgen nu precies? Ook dat blijft zelfs nu nog onduidelijk en onvoorspelbaar. Een vertrouwenscrisis? Ja, maar in hoeverre dat nu met de notities te maken heeft, is maar de vraag. Het vertrouwen in Rutte had al een dieptepunt bereikt door de toeslagenaffaire. Een vertraagde kabinetsformatie? Wellicht. De ChristenUnie manoeuvreerde zich in een lastige positie door regeren met Mark ‘Ik heb daar geen actieve herinnering aan’ Rutte uit te sluiten, maar een nieuw kabinet met de partij van Gert-Jan Segers was voor D66 sowieso al geen optie.

Welke gevolgen wegen het zwaarst?

Het is niet alleen onmogelijk om alle mogelijke gevolgen te bedenken; de vraag is ook hoe je vervolgens waarde geeft aan al deze consequenties. Is het moreel juist dat burgers geïnformeerd zijn over wat er precies schuilgaat achter de vriendelijk glimlachende gezichten van ‘geen commentaar’-roepende fractievoorzitters? Dat er in deze gesprekken over Omtzigt werd gesproken is een kwalijke zaak, en de algemene consensus lijkt toch te zijn dat het goed is dat we hiervan op de hoogte zijn. Of is het juist beter om erop te vertrouwen dat geheimhouding uiteindelijk een zo goed mogelijk kabinet oplevert? Het onderlinge vertrouwen van partijen is nu geschonden, en ook het algemene vertrouwen in de politiek heeft schade opgelopen.

Publiceren of niet: een antwoord geven op deze vraag is niet makkelijk. Wat deze casus in ieder geval duidelijk maakt, is dat een beslissing op basis van de gevolgen niet per se de beste optie is. Er zijn te veel onzekere factoren en daarnaast is het lastig te bepalen welke gevolgen het zwaarst wegen. Zonder foto was de formatie misschien wel eenvoudiger verlopen, maar de intens glunderende pretoogjes van politiek commentator Joost Vullings toen hij verslag deed van deze ongemakkelijke episode in het formatieproces, waren toch zeker ook iets waard.

Verder lezen

Walter Sinnott-Armstrong (2003), ‘Consequentialism’. Stanford Encyclopedia of Philosophy.

Huub Evers (2021). Handboek journalistieke ethiek. Morele dilemma’s in het digitale tijdperk. Amsterdam: Boom.

Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

4 Comments

  1. Ik vraag me af of er een paar aannames onopgemerkt dit stuk in zijn geslopen. Tussen de regels door proef ik iets van ‘moeten journalisten wel publiceren als ze daarmee de politiek schade berokkenen’? Maar die vraag gaat er vanuit dat journalistiek er is om de politiek te beschermen, wat in het geheel geen doel is van journalisten. De journalistiek wil nieuwswaardige feiten publiceren en het maakt daarbij (in principe) niet uit of het kabinet daarmee geholpen is of niet. Consequentialisme lijkt me daarmee juist geen goede kandidaat om licht te werpen op de gelekte Ollongren-nota. Hoe kijkt u daar tegenaan?

  2. Gelukkig is het in Nederland de gewoonte dat journalisten noteren, fotograferen en publiceren binnen vrijheid van pers en meningsuiting. Net als in andere 10 landen in de wereld. De overige landen scoren matig tot zeer slecht.
    https://rsf.org/en/ranking.
    Soms is dat lastig voor bepaalde partijen, soms is het zelfs onfatsoenlijk. Dat laatste komt voort uit domheid. Dat mag ook in Nederland, dom zijn.
    Domheid en onfatsoen kan men weer bestrijden met onderwijs, opvoeding, voorbeeldgedrag en een zuivere journalistiek. Daarmee is de cirkel rond: journalisten en programmamakers: doe er ook eens iets aan!

  3. Natuurlijk moet een journalist in principe altijd publiceren. Die zal natuurlijk rekening houden met echt riskante zaken (zoals details die misdadigers kunnen gebruiken om Rutte te ontvoeren), maar dit soort saillante details uit een formatieproces mogen wat mij betreft prima op de voorpagina. Het laat zien dat het met de politiek net is als met drop: als je ziet hoe het gemaakt wordt, lust je het niet meer. Wat de consequenties betreft: hier hebben de andere dames en heren politici natuurlijk vaak ook een stevige berg boter op het hoofd.

    1. Natuurlijk gaan ze straks weer verder met Rutte, want veel alternatieven hebben ze niet. Wel is het belangrijk dat de burger, als die dit soort dingen ziet, kan besluiten dat het te ver gaat, en de volgende keer op een ander stemmen. Als je vanwege politieke consequenties dit soort dingen gaat onderdrukken, ontneem je de kiezer die keuze, en ondermijn je de democratie. En die consequentie wil je als journalist al helemaal niet op je geweten hebben.

      En dat alles nog los van de vraag of die lek intentioneel was….

Comments are closed.