Door Wouter Cohen (University of Manchester)

Mijn promotor vraagt of ik al ben toegekomen aan die ene tekst waar hij het vorige keer over had. Het voelt als een test. Hoewel ik de tekst gelezen heb, lukt het me niet goed een samenvatting te geven. Ik voel de druk en mijn Engels laat me in de steek: mijn eerste zin is niet grammaticaal en daarna kom ik maar niet op het woord resemblance.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Ik heb het gevoel dat alles wat ik zeg onderdeel is van een incoherente brei. Mijn hoofd slaat een beetje op hol: in sneltreinvaart schieten allerlei gedachten voorbij. Mijn promotor denkt vast dat ik de tekst niet goed gelezen heb. Normaal kan ik dit beter, dat weet hij toch wel? Mijn Engels is niet goed. Waarom ben ik ook in Engeland gaan studeren?

Op dezelfde manier dat ik me soms een buitenstaander voel aan mijn Britse universiteit, kunnen vrouwen en mensen met een niet-Westerse achtergrond zich soms buitenstaander voelen in de gemiddelde filosofiefaculteit. En dat gevoel kan er net zoals in mijn geval toe leiden dat ze in bepaalde situaties extra mentale stress ervaren. Hoe zit dat precies? En kan een diverser curriculum helpen om zulke situaties te voorkomen?

Buiten de anglofone boot

Van de zestien professoren en docenten aan mijn universiteit, zijn er veertien native speakers van het Engels. (De twee anderen spreken van huis uit Duits.) De academische teksten die ik lees zijn bijna allemaal door native speakers geschreven. Mijn boekenplank staat vol met Amerikanen en Britten, een enkele Australiër en Duitser daargelaten. Van de studenten die ik lesgeef is de overgrote meerderheid Brits.

Dit artikel is onderdeel van een serie over diversiteit.
Andere artikelen in deze serie:
Deel 1: Waarom Bij Nader Inzien start met een serie over diversiteit (redactie)
Deel 2: Hoe dekoloniseer je het curriculum? Drie lessen uit de praktijk (Seunghyun Song)
Deel 3: Het belang van Afrikaanse filosofie (Angela Roothaan)

Door mijn omgeving is in mijn hoofd onbewust het beeld onstaan dat het soort filosofie dat ik doe een anglofone aangelegenheid is. Wanneer ik niet uit mijn Engels kom, voel ik opeens dat ik anders ben dan mijn omgeving (het overkomt hen nooit), waardoor ik extra druk ervaar.

Stereotype threat

Mijn punt is natuurlijk niet dat ik het maar lastig heb in Engeland en al jullie medeleven verdien. Het gaat erom dat iedereen een dergelijke situatie wel herkent. Een bepaalde groep wordt positief geassocieerd met een bepaalde activiteit, in mijn hoofd bijvoorbeeld Britten en filosoferen. Terwijl je die activiteit doet, realiseer je je opeens dat je buiten die groep valt, waardoor je extra stress ervaart, wat er weer voor zorgt dat je minder goed presteert.

Dit fenomeen staat bekend als stereotype threat. In de meest bekende gevallen speelt er niet een positief stereotype waar iemand buiten valt, maar een negatief stereotype. Denk bijvoorbeeld aan het stereotype dat vrouwen slecht zijn in autorijden, waar ik al eerder over schreef. Iedereen maakt weleens een inschattingsfout bij het inparkeren, maar als het een vrouw overkomt dan ervaart zij waarschijnlijk extra mentale stress. Zeker als het stereotype op een bepaalde manier onderdeel van de situatie is, bijvoorbeeld doordat een man lachend staat toe te kijken.

Als je een vrouw bent, is er een redelijke kans dat je weleens stereotype threat bent tegengekomen

Daar komen de gedachten: “Die man denkt vast: ‘Daar heb je weer zo’n vrouw die niet kan inparkeren’, wat een eikel, ik had beter moeten kijken, normaal kan ik dit beter”, et cetera. Door deze extra stress is de kans groter dat de tweede inparkeerpoging óók niet goed gaat. En dat allemaal omdat er een stereotype dreigend boven de situatie hangt.

Voor iedereen herkenbaar

Iedereen heeft stereotype threat weleens meegemaakt, ook al is niet iedereen zich ervan bewust als het gebeurt. Sommige groepen mensen komen uiteraard vaker terecht in situaties met risico op stereotype threat. Mijn geval is relatief alleenstaand: als anderstalige aan een Britse universteit maak ik het af en toe mee, maar ik heb verder niet echt sociale identeiten die stereotype threat met zich meebrengen. (In ieder geval niet in Engeland of Nederland.)

Maar als je bijvoorbeeld vrouw bent, is er een redelijke kans dat je al in de middelbareschoolklas weleens stereotype threat bent tegenkomen, en anders tijdens het autorijden wel. En als je een Zwarte jongen bent, is er een redelijke kans dat je weleens zulke mentale stress ervaart als je hardloopt, omdat je het gevoel hebt dat anderen je als gevaar inschatten.

Iedereen heeft weleens de negatieve gevolgen van stereotyperingen gevoeld

Een ander belangrijk punt is dat sommige stereotypes sterker cultureel verankerd zijn dan andere. Mijn beeld dat vooral native speakers van het Engels goed zijn in filosofie heb ik onbewust zelf afgeleid uit mijn omgeving, en het is niet moeilijk om het tegendeel te bewijzen. Binnen mijn subdiscipline zijn er bijvoorbeeld ook belangrijke groepen Poolse en Scandinavische filosofen.

Het idee dat vrouwen slecht autorijden zit daarentegen vastgeroest in de veelgehoorde en ‘grappige’ aanname dat een slecht ingeparkeerde auto wel het werk van een vrouw zal zijn. Sommige stereotypes, zoals deze, zijn alomtegenwoordig en leiden daardoor vaker tot sterotype threat. Bovendien is het lastiger om afstand te doen van zulke verankerde stereotypes.

Gevolgen van stereotype threat

In zijn boek Whistling Vivaldi geeft Claude Steele een overzicht van het sociaal-psychologisch onderzoek naar stereotype threat. Een belangrijke conclusie is dat onderzoeken keer op keer aantonen dat de negatieve effecten van dit fenomeen ernstig zijn.

Wanneer (in de VS) vrouwelijke wiskundestudenten voorafgaand aan een moeilijke wiskundetoets te horen krijgen dat vrouwen traditioneel niet goed scoren op deze toets, halen ze bijvoorbeeld significant lagere cijfers dan wanneer ze te horen krijgen dat mannen en vrouwen altijd ongeveer even goed scoren. Voor mannen maakt het geen verschil wat ze te horen krijgen.

Experimenten tonen keer op keer aan dat we de impact van stereotype threat serieus moeten nemen

Steeles boek laat zien dat talloze soortgelijke experimenten, bijvoorbeeld met stereotypes over afkomst, gender en leeftijd, steeds weer aantonen dat we de impact van stereotype threat serieus moeten nemen. Dergelijk onderzoek is cruciaal om eerlijkere kansen te creëren in leeromgevingen.

Bovendien blijkt uit onderzoek dat er een link bestaat tussen de stress die met stereotype threat gepaard gaat en medische problemen,  zoals een verhoogde bloeddruk. Als je vanwege je sociale identeit continu de stress van stereotype threat ervaart, is er dus een kans dat je op de lange termijn stress-gerelateerde gezondheidsproblemen ontwikkelt.

Minderheden

Onderzoek toont ook aan dat de problemen van stereotype threat vooral gevoeld worden door mensen ‘die het wat doet’, zo schrijft Steele. Dat wil zeggen, een meisje dat totaal geen interesse in wiskunde heeft en vooral muziek en filosofie leuk vindt, zal waarschijnlijk niet of nauwelijks last hebben van extra mentale druk tijdens een wiskundetoets.

Voor minderheden zijn de gevolgen van stereotype threat het grootst

Een meisje dat juist heel graag wiskunde wil gaan studeren, zal die mentale druk tijdens dezelfde toets wel ervaren. Al helemaal als er gegrapt wordt dat meisjes toch nooit hoge cijfers voor wiskunde halen. Dat meisje wil namelijk juist bewijzen dat het stereotype verkeerd is, waardoor de effecten van stereotype threat makkelijker en heviger zullen optreden.

De gevolgen van stereotyperingen zijn dus vaak het grootst voor mensen die ambities hebben in een vakgebied waarin zij de traditionele minderheid vormen.

Hoge verwachtingen

Overigens hebben ook positieve stereotypes problematische kanten, zo blijkt uit onderzoek dat Steele beschrijft. Dat geldt zelfs voor degenen die binnen de positief gekarakteriseerde groep vallen. Denk aan het beeld dat Aziaten bovengemiddeld goed zijn in rekenen. Als je als Aziatische leerling juist moeite hebt met rekenen, kan een dergelijk ‘positief’ stereotype je het gevoel geven dat je niet echt Aziatisch bent; dat er iets mis met je is.

In dit geval ervaar je die extra druk niet omdat je het gevoel hebt dat je onterecht pessimistische verwachtingen aan het waarmaken bent, maar juist omdat je het gevoel hebt dat je de hoge verwachtingen niet kunt waarmaken.

Tegelijkertijd kunnen positieve stereotypes ook gunstige elementen hebben. Uit een van de onderzoeken die Steele beschrijft, blijkt dat vrouwelijke Aziatische wiskundestudenten veel hogere toetsscores halen als ze van tevoren worden herinnerd aan het feit dat ze Aziatisch zijn dan als ze herinnerd worden aan het feit dat ze vrouw zijn.

Oplossingen

Onderzoek toont in ieder geval eenduidig aan dat stereotype threat in gigantisch veel gevallen een negatieve impact heeft op leerprestaties. Hoe kunnen we dit effect tegengaan?

Een voor de hand liggende strategie is stereotypes minder te verspreiden, bijvoorbeeld door minder problematische grappen te maken. Ook kan het helpen om bewuster met taal om te gaan, zodat we iedereen niet continu in irrelevante hokjes plaatsen.

Een diverser curriculum laat zien: hier geloven we niet in stereotypes!

In Whistling Vivaldi bespreekt Steele een aantal andere opties. En ra, ra, raadt u maar, één daarvan is diversiteit en representatie. We associëren filosofie meestal met witte mannen en daarom lopen studenten die buiten die groep vallen het risico op stereotype threat. Maar als er ook gerespecteerde vrouwelijke en Zwarte professoren rondlopen, als jouw jaargroep echt divers is, en als je ook teksten leest door auteurs met Aziatische en Afrikaanse achternamen, dan verdwijnt het stereotype meer naar de achtergrond.

En dat helpt uiteraard met het voorkomen van stereotype threat. De stress die stereotype threat met zich meebrengt heeft voor een deel te maken met de angst dat je een stereotype bevestigt, of dat anderen je beoordelen aan de hand van een stereotype. Een inclusievere faculteit en een diverser curriculum laten zien: hier hoef je niet bang te zijn dat wij in stereotypes geloven!

Een diversere leeslijst

Mede daarom is het zo belangrijk om regelmatig de standaardliteratuur op de boekenplank te laten staan en ook teksten van vrouwen en mensen met een niet-Europese achtergrond op de leeslijst te zetten. Daarmee verklein je de kans dat iemand zich buitenstaander voelt en daardoor extra mentale stress ervaart. Een diverse faculteit, zowel wat betreft docenten als studenten, verkleint die kans nog verder.

Zo onstaan gelijkere kansen voor vrouwen en mensen met een niet-Europese achtergrond om goed te presteren in de filosofie. En dan zal op de lange termijn de canon hopelijk ook diverser worden, zodat je niet buiten de canon hoeft te treden om vrouwelijke of niet-Westerse filosofen te vinden.

Uiteraard los je niet alle universitaire problemen rondom inclusie, seksime en racisme op door de risico’s en effecten van stereotype threat te temperen. Maar het is wel een belangrijke stap in de goede richting, en bovendien één die relatief eenvoudig in te voeren is.

Ik zou graag Laura Molenaar willen bedanken voor diens commentaar op een eerdere versie.

Verder lezen

Claude M. Steele (2010). Whistling Vivaldi: how stereotypes affect us and what we can do. W.W. Norton & Company.

Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

2 Comments

  1. Stereotype threat is kennelijk ook een consequentie van diversiteit.
    Vroeger waren gemeenschappen veel homogener, en op de eigen groep lokaal gericht. Ook was men overwegend conservatief en lag het gedachtengoed vast, ook voor de slachtoffers daarvan. Daardoor speelde problemen van uitsluiting en uitgesloten worden als gevoel en als werkelijkheid veel minder. Of werd in ieder geval onderdrukt.
    Nog steeds is de groep Kosmopolieten in NL slechts 10%. In een wereld van grote volksverhuizingen, toenemend bewustzijn van discriminatie en emancipatie, de vele 2 delingen en de hardnekkigheid van conservatisme, zelfs opkomst van orthodoxie, zal het nog eeuwen duren voordat Stereotype threat de wereld uit is.
    Onderwijs, opvoeding, burgerschap en een moreel sterke en moreel richtinggevende overheid, zijn hierbij belangrijke dempende factoren. Jammer genoeg zien wij op deze fronten te weinig vooruitgang.

    1. “Vroeger waren gemeenschappen veel homogener, en op de eigen groep lokaal gericht. Ook was men overwegend conservatief en lag het gedachtengoed vast, ook voor de slachtoffers daarvan.”

      Heeft u een bron hiervoor?

      “Nog steeds is de groep Kosmopolieten in NL slechts 10%. ”

      Wat verstaat u onder een kosmopoliet en hoe komt u aan dit cijfer?

      “Onderwijs, opvoeding, burgerschap en een moreel sterke en moreel richtinggevende overheid, zijn hierbij belangrijke dempende factoren”

      Wat bedoelt u hiermee? Dempend voor de stereotype threat?

Comments are closed.