Door Willem van der Deijl-Kloeg (Tilburg University)

Sinds afgelopen najaar springen de prijzen voor het verwarmen van je huis omhoog. In een jaar tijd waren de kosten al verdubbeld, maar nu Rusland Oekraïne is binnengevallen gaat de stijging nog veel harder. En omdat nog steeds meer dan 90% van de huishoudens afhankelijk is van gas voor verwarming en warm water, raakt dit bijna iedereen.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Geen wonder dat politici zich met de gasprijs bezighouden. Het kabinet wil burgers compenseren voor de hoge energieprijs, en kondigde al aan dat burgers hiervoor dit jaar €400 zullen krijgen.

Zoals het helaas vaak gaat, drukt de verhoogde prijs van gas vooral op lagere inkomens. Wie van een paar honderd euro in de maand moet rondkomen, kan een verdubbelde energierekening er niet bij hebben. Onderdak, en daarbij hoort vrijheid van kou, is een mensenrecht, en het is vreselijk dat dit mensenrecht gevaar loopt voor sommige mensen, in een welvarend land als Nederland.

De prijs is te laag

Gek genoeg zeggen economen dat de prijs van fossiele brandstof al decennia te laag is. De prijs komt namelijk tot stand door middel van vraag en aanbod, en vrije handel tussen leveranciers (energiebedrijven) en klanten.

Maar we weten ook dat fossiele brandstoffen een enorme schade veroorzaken aan derden: namelijk, iedereen die de negatieve gevolgen van klimaatverandering meemaakt of nog zal meemaken. In de toekomst hebben we daar allemaal last van, want door de lage energieprijzen gebruiken we inefficiënt veel fossiele brandstof.

Gek genoeg zeggen economen dat de prijs van fossiele brandstof al decennia te laag is

De prijzen zijn zo laag omdat negatieve effecten van ons fossiele brandstofverbruik niet worden meegenomen in de prijs ervan. Veel economen zijn daarom voor een verhoogde belasting op fossiele brandstof, om de prijs te verhogen. Er bestaat al een energiebelasting, maar die is volgens economen bij lange na niet voldoende om de negatieve effecten van deze handel te ‘internaliseren’.

Met andere woorden, de belasting maakt gas misschien een beetje duurder, maar is bij lange na niet hoog genoeg om de schade aan anderen recht te trekken. Gas, benzine, olie, en kerosine zijn dus te goedkoop, en de huidige marktdynamiek die voor de verhoogde prijzen zorgt, verandert dit niet.

De reden dat de prijs voor gas omhoog moet, is simpel: als iets duurder is, levert het elke gebruiker meer op om te besparen. Het geeft ons een grotere financiële prikkel om minder fossiele brandstof te gebruiken. (Als de koffie bij je favoriete kiosk drie keer zo duur wordt, zet je misschien liever zelf een bakkie.)

Een co-budget?

Het verminderen van fossiele brandstof kan je ook anders organiseren. We zouden kunnen afspreken: iedereen mag nog 250 kuub gas per persoon gebruiken per jaar. Dit lijkt eerlijk, maar is het niet.

Neem een gezin met iemand die een spierziekte heeft en bij wie een bad enorm kan helpen. Misschien betekent de nieuwe situatie wel dat deze persoon nog maar drie keer per week in bad kan, terwijl daardoor de andere dagen zeer pijnlijk zijn. Tegelijkertijd zijn er mensen die met dit energiebudget nog steeds te lang douchen, en hun huis nog steeds niet hoeven isoleren, terwijl dit wel kan.

De één voelt een hogere gasprijs vele malen meer dan de ander

Het interessante van het beïnvloeden van consumptie via een prijsstijging is dat je mensen stimuleert te bezuinigen op hun energieconsumptie zonder dat een overheid hoeft te beoordelen welk gebruik wel of niet belangrijk is, iets wat praktisch ondoenbaar is.

De prijsdynamiek doet iets belangrijks: het zorgt ervoor dat de goederen terechtkomen op de plekken waar mensen er het meest voor willen (en kunnen) betalen. In een gelijke wereld met deze prijsdynamiek, komen hopjes precies terecht bij de mensen die van hopjes houden, en banaantjes bij degenen die van banaantjes houden. In dezelfde wereld wordt fossiele brandstof precies ingezet voor die mensen voor wie dit het belangrijkst is.

Inkomensongelijkheid

Het grote probleem is alleen: de koopkracht van mensen loopt enorm uiteen, en loopt steeds meer uiteen. Dit is een probleem omdat daardoor de één een hogere gasprijs vele malen meer voelt dan de ander. Een boete op te hard rijden is voor een multimiljonair geen reden om het rustig aan te doen, terwijl het voor iemand die een minimumsalaris verdient een aderlating kan zijn. Dit maakt het gebruik van prijzen om het gedrag van mensen te beïnvloeden onrechtvaardig in een samenleving waarin inkomens zo uiteenlopen.

In een gelijkere samenleving brengt een stijging van fossiele brandstofprijzen niemands mensenrechten in gevaar

Dit leidt tot een logische vork: zonder hogere energieprijzen gaat ons gebruik van fossiele brandstof niet omlaag (en het moet echt omlaag!), maar hogere energieprijzen zijn onrechtvaardig voor mensen met lagere inkomens.

De enige manier om hier uit te komen is om ongelijkheid tegen te gaan. In een gelijkere samenleving is een stijging van fossiele brandstofprijzen misschien even vervelend, maar brengt het niemands mensenrechten in gevaar. In zo’n wereld kunnen we eigenlijk een hogere prijs van gas alleen maar toejuichen: de vervuiler betaalt, hoe meer hoe beter!

Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

1 Comment

  1. Er is sprake van grote systeemfoutendoor bewuste politieke keuzes uit onnozelheid:
    1. Een basisbehoefte dient geen onderdeel te zijn van marktwerking. Hierdoor ontstaan grote risico’s van leverzekerheid en prijsstelling.
    2. De commerciele prijs wordt verhoogd met netwerkkosten en belastingen. Hierbij worden de kosten van schade aan klimaat en milieu niet meegenomen.
    3. De prijs van duurzame energie en die van fossiele energie worden niet gefifferentieerd in rekening gebracht. De prijzen van gas en olie bepalen de afnemersprijs van duurzame energie, die inmiddels goedkoper is dan fossiele energie. Zo hou je bewust de impuls voor keuze voor duurzame energie tegen.
    4. Onze dominante politieke partijen hebben decennia lang de ontwikkeling van duurzame energie tegengehouden, uit idologie, gemakzucht, de ruime voorraad eigen gas in de grond en dus grote opbrengsten, gebrek aan urgentiegevoel en belangstelling,
    bescherming van Shell en de NAM, bescherming van de fossiele automobilist, en totale visieloosheid t.a.v. geopolitieke risico’s. Men davht Nederland zelfs als toekomstige gasrotonde van Europa te moeten ontwikkelen. De handel, daar gaat het om.

Comments are closed.