Door Liesbeth Schoonheim (Humboldt-Universität)

Wat zie je als je mij ziet? Gewoon een mens? En zo ja, wat voor één? Dit is een ode aan een groots idee: de objectivering door de blik van de ander. Zo beschrijft Frantz Fanon in Zwarte Huid, Witte Maskers de herhaaldelijke confrontatie van de ik-persoon met de witte blik van anderen. In plaats van hem te zien als een uniek persoon met zijn eigen dromen en hoogstpersoonlijke verleden, projecteren ze op hem een collage van holle en racistische stereotypen over Zwarte mensen.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Hoe we onszelf zien is afhankelijk van hoe anderen ons zien. Die platitude betekent ook dat andermans blik ons kan vervreemden van onszelf. De ik-persoon in Fanons beschouwing weet dat hij niet hetzelfde is als die racistische beelden en toch kan hij ook niet negeren dat anderen hem zo zien.

Het idee van objectivering omvat de ervaringen van veel mensen. Het beschrijft processen van ‘tot-ander-gemaakt-worden’ die centraal staan in feministische en dekoloniale theorieën. Hoe dat proces precies verloopt, verschilt van groep tot groep, en op basis van die verschillen formuleren filosofen ook het idee van objectivering telkens iets anders.

Een voorbeeld uit het feminisme is Simone de Beauvoir, die in De Tweede Sekse beargumenteert dat vrouwen niet erkend worden als vrije individuen met hun eigen projecten. In de strijd om erkenning delven zij het onderspit. Gedurende de geschiedenis zijn ze gereduceerd tot die dingen waarvoor mannen bang zijn en die ze onder controle proberen te krijgen: de natuur, het eigen lichaam, de dood. Die existentiële angsten variëren naargelang de maatschappelijke verhoudingen veranderen. Wat de vrouw volgens deze blik ‘is’, staat dus niet vast.

Ook de denkers na haar benadrukken dat de objectiverende blik van de ander historisch is gevormd. Zij richten zich op moderne categoriseringen. De witte blik is volgens Cornel West een uitvloeisel van de moderne wetenschap die probeert al het leven te classificeren op basis van uiterlijk, en van het racistische bestuur in de overzeese koloniën dat mensen opdeelt in raciale groepen. De geschiedenis bepaalt hoe we kijken; en hoe we kijken bepaalt wat we zien. Dus ik vraag je nog eens: wat zie je als je mij ziet?

Liesbeth Schoonheim is postdoctoraal onderzoeker aan de Humboldt Universität in Berlijn.


Verder lezen

Simone de Beauvoir, De Tweede Sekse. Vertaling: Jan Hardenberg en Jakob Mordegaai. Uitgeverij Bijleveld, 2021.

Frantz Fanon, Zwarte Huid, Witte Maskers. Vertaling: Jeanne Holierhoek. Octavo Publicaties, 2018.

Linda Martín Alcoff, Visible Identities: Race, Gender, and the Self. Oxford University Press, 2014.

Stuart Hall, Familiar Stranger: A Life Between Two Islands. Penguin, 2017.

Cornel West, “A Genealogy of Modern Racism” in: Race Critical Theories: Text and Context. Onder redactie van Philomena Essed en David Theo Goldberg. Wiley, 2002 [1982].


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend