Door Dani Lensen (Radboud Universiteit)

Heb je je ooit afgevraagd hoe vissen de wereld ervaren? Hoe een koude onderwaterwereld eruitziet voor een snoek? Hoe het is om alsmaar verder diepe wateren in te dalen, waar het zonlicht niet langer reikt? Of hoe het voelt wanneer de druk van de zee je wereld kleurt? Dit zijn vragen die mij als filosoof, duiker en visbewonderaar regelmatig door het hoofd gaan.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Veel mensen denken maar weinig na over de belevingswereld van een vis, of zelfs helemaal niet. Ik denk echter dat het van belang is dat we ons proberen in te leven in vissen. Ze hebben onze empathie namelijk hard nodig.

Het imago van de vis

De stereotypering van vissen is problematisch. Zo denken mensen vaak dat vissen dom zijn. Hoogstwaarschijnlijk ben je bekend met de (onjuiste!) bewering dat goudvissen een geheugen van drie seconden zouden hebben. Of wat dacht je van het idee dat vissen geen pijn zouden kunnen lijden? Die mythe blijft hardnekkig, terwijl wetenschappers allang hebben aangetoond dat vissen wel degelijk pijn ervaren.

Dus kan de sportvisser nog wel beweren dat het geen pijn doet wanneer we het gezicht van een vis doorboren met een haak? Of wanneer het binnenhalen van de lijn leidt tot een kapotgescheurde zwemblaas (het orgaan waarmee vissen stijgen en dalen) en beschadigde ogen, vanwege de grote afname in omgevingsdruk?

Een dier is geen ding, maar een iemand

Een van de oorzaken van zulke onjuiste opvattingen is dat we dieren altijd op hiërarchische wijze met onszelf vergelijken. Wanneer we diergedrag onderzoeken, hanteren we een menselijke meetlat. Hoe menselijker een dier is, des te intelligenter we het vinden. We vinden chimpansees bijzonder slim omdat ze goed kunnen tellen. Aan de andere kant denken we vaak (foutief) dat honden niet zelfbewust zijn omdat ze zichzelf niet in een spiegel herkennen.

Wellicht is het werk van bioloog Charles Darwin nog niet helemaal bij ons ingedaald. Vertelt de evolutietheorie ons niet dat eigenschappen en vaardigheden variëren per diersoort, afhankelijk van hun overlevingsbehoeften? Eekhoorns hebben misschien niet de beste telvaardigheden, maar zij hoeven helemaal niet goed te kunnen tellen om te overleven. En voor honden is zicht veel minder belangrijk dan voor ons mensen.

We moeten ons beseffen dat dieren op een eigen manier naar de wereld kijken. Een dier is niet alleen iets dat gezien wordt, maar ook een wezen dat zelf ziet. Dat is iets waar de Franse filosoof Jacques Derrida zich bewust van was. Hij vertelde ooit over de ochtend waarop zijn kat hem uitgebreid bekeek terwijl hij naakt in de badkamer stond. Dit staren wekte een soort ongemak bij hem op.

Dat zette Derrida aan het denken. Ik kijk niet alleen naar mijn kat, maar hij kijkt ook naar mij! Een dier is geen ding, maar een iemand. Dieren kijken op hun geheel geperfectioneerde en eigen wijze naar de wereld en naar ons – net als Derrida’s kat.

Geen kik

Genoeg over naakte Fransmannen. Het probleem is dat we te weinig nadenken over hoe dieren de wereld ervaren. En naar mijn idee doen we dat bij vissen het minst. Zij kunnen op zéér weinig empathie rekenen. De oorzaak is dat vissen onmenselijk zijn; ze lijken erg weinig op mensen. Terwijl een vis verblijft in diepe, donkere en koele wateren, voelen wij mensen ons thuis in een verwarmde woonkamer, nippend aan een kop Earl Grey.

We kunnen wel degelijk nadenken over de wereld van de vis

Vissen scoren dan ook laag wanneer je ze tegen een menselijke meetlat houdt. Zo zijn gezichts- en geluidsuitdrukkingen erg belangrijk voor menselijke interactie. Maar vissen, die niet over gezichtsspieren of stembanden beschikken, geven nog geen kik als ze levend worden opengesneden. Toch voelen ze dat wel degelijk! Evolutionair gezien heeft een vis nu eenmaal andere eigenschappen verkregen om te overleven. Je kunt oefenen tot je een ons weegt, maar zo snel reageren als een vis, dat gaat je nooit lukken.

Het is uiteraard een grote uitdaging om de wereld van de vis te onderzoeken – we blijven immers mensen. We zullen nooit precies kunnen ervaren hoe het is om een laterale lijn te hebben. Dat is het belangrijkste orgaan van de vis, waarmee het dier veranderingen in druk in het omringende water waarneemt. Maar we kunnen ons er wel iets bij voorstellen, en dat is heel wat. We kunnen de wereld niet precies zien zoals de vis die zelf ziet, maar we kunnen er wel degelijk over nadenken. Dat stelt ons in staat om de wereld van de vis op een onafhankelijke en unieke wijze te waarderen.

Onrecht dwarsbomen

Dat is belangrijk, want meer bekommernis om vissen is hard nodig. Dagelijks worden er – letterlijk – ontelbaar veel vissen gedood. En de omstandigheden waaronder dit gebeurt zijn vele malen erbarmelijker dan bij andere ‘voedseldieren’.

Meer inzicht kan leiden tot meer empathie

Hun lijdensweg is vaak ontzettend naar, pijnlijk en langdurig. Vissen worden op geen enkele wijze door de wet beschermd. Ze worden afgemaakt door urenlange verstikking of doordat mensen ze levend opensnijden of invriezen. We kunnen ons dan ook goed inbeelden dat hun laatste momenten volledig in het teken staan van hevige pijn en misschien zelfs angst.

Wanneer we de wereld proberen te bekijken vanuit het perspectief van vissen, kunnen we dit onrecht dwarsbomen. Het is een grote uitdaging – maar geen onmogelijke. Meer inzicht in hun wereld kan leiden tot meer empathie. Door onze gelijkenissen en verschillen te bestuderen, begrijpen we namelijk beter hoe het is om zélf een vis te zijn. Dan snappen we dat het leven van een vis heel anders is, maar zeker rijk en uniek, en dat pijn en genot er een rol in spelen.

Net zoals Derrida moeten we ons realiseren dat vissen op een geheel eigen manier naar de wereld kijken. En dat de wereld van de vis net zo perfect is als die van ieder ander dier.

Dani Lensen is researchmasterstudent metafysica en filosofische antropologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Daar doet hij fenomenologisch onderzoek naar de belevingswereld van vissen.


Verder lezen

Braithwaite, Victoria. Do fish feel pain? OUP Oxford, 2010.

Derrida, Jacques. The Animal That Therefore I Am. Vertaald door David Wills. New York: Fordham University Press, 2008.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend