Door Donovan van der Haak (Tilburg University)

Zijn burgers wel in staat om verstandig te stemmen? Na de verkiezingsoverwinning van de PVV schreef onder anderen opiniemaker Sander Schimmelpenninck veelvuldig over de nalatige onwetendheid van ‘domrechts’ en stond X vol met berichten over het invoeren van een IQ-test of staatsexamen voordat je mag stemmen. Vier jaar eerder plaatste VVD-raadslid Bart Schopman al een (inmiddels verwijderde) tweet met een vergelijkbaar idee. Hij schreef dat de PVV, FvD en nog ‘een paar partijen’ geen enkele zetel zouden bemachtigen als een IQ- of intelligentietest verplicht zou worden. FvD’er Thierry Baudet gaf aan dat een dergelijke toets inderdaad veel van zijn stemmers zou uitsluiten van het stemrecht.  

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Wat Baudets opmerkingen, de column van Schimmelpenninck en de tweet van Schopman laten zien, is dat burgers en politici bezig zijn met een alternatief politiek stelsel waarin politieke kennis en competenties een hoofdrol spelen. Het invoeren van een IQ-test of staatsexamen is nu nog geen politieke realiteit, maar het flirt wel met een controversieel idee in de filosofie: de epistocratie, een politiek systeem waarin mensen eerst moeten bewijzen dat ze over voldoende kennis en kunde beschikken voordat ze mogen stemmen. 

Er schuilt echter een diep probleem achter de epistocratie. Dat systeem bestempelt namelijk niet alleen de kennis, maar ook de waarden van burgers die het staatsexamen niet halen als inferieur. En het sluit deze burgers vervolgens uit van stemmen. Moeten we dat wel willen? 

Onredelijk 

In Against Democracy argumenteert filosoof Jason Brennan tegen democratie en vóór epistocratie. De basis van zijn argument is het competentieprincipe. Volgens dit principe is het onrechtvaardig om burgers te beperken in hun rechten en vrijheden op basis van politieke beslissingen die genomen worden op een incompetente en onredelijke manier. Brennan stelt dat de democratie het competentieprincipe schendt. In een democratie heeft namelijk iedereen boven de 18 stemrecht. En met dat recht heb je (direct of indirect) gedeelde zeggenschap over de politieke beslissingen die worden genomen. 

Brennan denkt dat veel burgers met stemrecht te incompetent en onredelijk zijn om te stemmen. Hij laat bijvoorbeeld zien hoe, gedurende het Brexit-referendum, een groot deel van de stemmers het aantal immigranten in het Verenigd Koninkrijk sterk overschatte en de investeringen van de EU in het Verenigd Koninkrijk juist onderschatte. 

In een epistocratie mogen burgers alleen stemmen als ze competent zijn 

Democratie is dus onrechtvaardig en schendt het competentieprincipe. Een epistocratie zou dit principe niet of minder snel schenden. Daarnaast zou het systeem tot betere politieke oplossingen leiden, omdat alleen competente burgers mogen stemmen. Om die reden is een epistocratie volgens Brennan beter dan een democratie. 

Of een epistocratie daadwerkelijk tot betere politieke oplossingen leidt, valt te betwisten. Als grote collectieven samen beslissingen nemen, doen ze dat vaak beter dan verwacht. Dat is het ‘wonder van de aggregatie’, oftewel de wijsheid van de massa. Zo werd in 1906 in Engeland een wedstrijd gehouden om het gewicht van een geslachte os te schatten. Alhoewel individuele schattingen sterk varieerden, week de mediaan van de schattingen slechts 1% af van het daadwerkelijke gewicht van de os.  

Er zijn zelfs wiskundige theorieën die proberen te bewijzen dat grote, democratische groepen correctere beslissingen nemen dan kleine groepen experts. Maar er zijn ook twijfels over de mate waarin deze theorieën opgaan in de werkelijkheid. Zoals Brennan zelf aangeeft: we kunnen niet van tevoren weten welk systeem tot betere politieke resultaten zal leiden, want een epistocratie hebben we nog nooit uitgeprobeerd.  

Superieur 

De wijsheid van de massa is niet het grootste probleem van Brennans epistocratie. Zijn systeem sluit een deel van onze democratische bevolking en hun waarden uit, en dat is moeilijk verdedigbaar. Stemmen gaat namelijk niet alleen om wat we weten. Het gaat ook om wat we waarderen, wat we belangrijk vinden, en wat ons inspireert en motiveert om naar de stembus te gaan. 

Brennans argument dat sommige mensen over meer verstand en kennis van de politiek beschikken dan anderen, klinkt redelijk. Maar hij slaat een radicalere weg in wanneer hij veronderstelt dat die burgers ook superieure waarden hebben. Theoretisch opgeleiden zouden niet alleen meer kennis hebben, maar ook moreel redelijker zijn. Brennan laat bijvoorbeeld zien dat zij vaak liberalere waarden hebben dan praktisch opgeleiden.  

Een epistocratie sluit een deel van onze bevolking uit 

Hij levert echter geen enkel bewijs dat deze waarden superieur zijn aan de waarden van praktisch opgeleiden. Sterker nog, het dedain waarmee politiek liberalen ‘domrechts’ benaderen, werkt polarisatie en populisme alleen maar in de hand. 

Natuurlijk sluit een staatsexamen praktisch opgeleiden en hun waarden niet direct uit, ondanks de zorgen van Thierry Baudet. Zij kunnen immers altijd de vereiste kennis opdoen om dat examen te halen. Toch zou zo’n test uiteindelijk burgers uitsluiten van het stemrecht. Het is maar de vraag of een systeem dat alleen burgers representeert die het examen halen, zal leiden tot politieke beslissingen waarmee de gehele bevolking tevreden is. En dan begin ik niet eens over de vraag op basis van welke ‘kennis’ een dergelijk staatsexamen ingericht zou moeten worden. 

Daarmee zeg ik niet dat kritiek op de waarden van burgers en politieke partijen nooit legitiem kan zijn, bijvoorbeeld als deze gebaseerd zijn op feitelijke onjuistheden of gegrond in verwerpelijke sentimenten. Maar ik stel wel de vraag: ga ik liever met deze burgers om in een democratisch stelsel, of sluit ik hen liever uit van het stemrecht? Voor mij geldt nog steeds het eerste. Voor jou? 

Donovan van der Haak is promovendus aan Tilburg University bij onderzoeksgroep TILT (Tilburg Institute for Law, Technology and Society). Zijn PhD maakt deel uit van het AlgoSoc-programma, dat onderzoek doet naar de algoritmische samenleving. 


Lees verder 

Jason Brennan, Against Democracy. Princeton University Press, 2016. 

Sander Schimmelpenninck, ‘Domrechts is niet dom maar houdt zich van de domme. Dat maakt het zo verwerpelijk. In: de Volkskrant, 06-05-2024. 

Omroep Flevoland, ‘Ophef rond tweet VVD-raadslid Schopman’, 18-03-2019. 

Krishna K. Ladha, ‘The Condorcet Jury Theorem, Free Speech, and Correlated Votes’. In: American Journal of Political Science, 1992. 

Donovan van der Haak & Dries Deweer, ‘Discontent with Procedural and Meritocratic Democracy’. In: Populism, 2022. 


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend