Door Kristien Hens (Universiteit Antwerpen)
Een recensie van Estelle Zhong Mengual’s Leren kijken
Begin juli organiseerden een aantal collega’s en ikzelf de zomerschool MicroStories aan het departement Wijsbegeerte van de Universiteit Antwerpen. Deze zomerschool behandelde gekende thema’s uit de filosofie van de biologie zoals het concept van holobiont en het belang van symbiose. Maar we gingen ook aan de slag met microben in de literatuur en kunst.
Op de eerste dag organiseerden twee collega’s een workshop waarin de studenten een monster konden nemen van een zelf uitgekozen oppervlakte, en de uitstrijkjes laten groeien onder gecontroleerde omstandigheden in een petrischaaltje. Op de laatste dag konden we dan de verschillende groeisels bekijken, bewonderen en vergelijken. Het idee dat er minder microben zitten op een wc-bril dan op een toetsenbord bleek te kloppen. Er was ook een excursie naar interdisciplinair onderzoekscentrum X-lab in Hasselt, waar de studenten uitleg kregen over kabelbacteriën en deze ook zelf konden ‘vangen’ in modder.
Microben zijn filosofisch interessant, en leren ons van alles over het leven en over onszelf, daar hebben we de studenten van kunnen overtuigen. Wat ons als organisatoren echter het meest verwonderde, zelfs ontroerde, was het plezier dat mensen hadden in het kijken naar en omgaan met deze wezentjes. Met onze zomerschool wilden we studenten iets bijbrengen over het filosofische belang van inzicht in het wonderlijke van het microscopische leven, en hoe ook mensen onderdeel zijn van een relationeel web dat we maar ten dele kunnen (be)grijpen. Maar meer nog dan de verschillende lezingen waren het de workshops die dit idee konden overbrengen.
Opnieuw leren kijken
In de week na de zomerschool las ik Leren kijken, het briljante boek van kunsthistorica Estelle Zhong Mengual. Dit boek gaf woorden aan hetgeen ik mocht ervaren tijdens de zomerschool. We moeten opnieuw leren kijken naar het levende willen we het ten volle kunnen appreciëren voor wat het werkelijk is. Dit is van belang, zo stelt Mengual in de inleiding, omdat de ecologische crisis waarin we ons bevinden niet alleen een crisis van het levende is, maar ook een ‘crisis van onze relaties met het levende’. We hebben een tekort aan cultuur van het levende. Ze toont aan hoe we ons oog kunnen trainen om een gevoeligheid voor het levende te cultiveren. Ze argumenteert dat de soort kennis die deze gevoeligheid teweeg brengt anders is dan de wetenschappelijke kennis. Ze verzet zich tegen de tweedeling wetenschap – kunst, waarbij enkel wetenschap tot ware, maar objectiverende, kennis leidt en kunst en literatuur zich in een heel andere sfeer bevinden, die van de fictie. Ze toont aan dat als we kunst en wetenschap bij elkaar houden, we op een veel rijkere manier aandacht besteden aan de werkelijkheid. Kunst doet dat aan de hand van schilderijen, en van de geschriften van negentiende-eeuwse vrouwelijke natuuronderzoekers, die in de achtertuin de wonderlijke wereld van planten bestudeerden.
De wereld is geen schouwtoneel voor de mens
Leren kijken is een erg mooi vormgegeven boek. Het hoofdstuk over het schilderij Een storm in de Rocky Mountains, Mt. Rosalie van Albert Bierstadt, bevat illustraties die telkens verschillende details van het schilderij weergeven. Een grote roofvogel die op het doek slechts een vlekje is wordt op vier verschillende prenten weergegeven, telkens met een andere vergroting. Dit zorgt ervoor dat je als lezer echt kijkt naar de vogel als vogel, in zijn vogel-zijn. Deze roofvogel is geen symbolische representatie van iets menselijks, zoals macht, de Verenigde Staten of vrijheid. De schrijfster slaagt erin ons voorbij die ‘symboliserende’ lezing te kijken, naar het levende, anders-dan-menselijke zelf.
In een ander hoofdstuk toont ze aan de hand van het schilderij Orchideeën en kolibrie van Martin Johnson Heade aan hoe de schilder het op het eerste zicht onzichtbare van de relaties tussen verschillende wezens aantoonbaar maakt. De wereld, zo zegt Mengual, is geen schouwtoneel voor de mens. Het is een bruisende plek waar zich van alles afspeelt. We zijn dat enigszins vergeten. Het doet mij denken aan een van mijn favoriete citaten van de Amerikaanse indigene filosofe Viola Cordova:
The Earth produces as many things as she is capable of producing: There is not such a thing as ‘man’ but there are ‘men’, no ‘human’ but ‘humans’. There is no such thing as a ‘cat’. There are, instead, jaguars, lions, ocelots, tigers, leopards and so on. The world is a fulsome place.
Voelen, horen en ruiken
Naast de theorie en de beschrijvingen van de werken bevat het boek ook meer persoonlijke passages, die cursief gedrukt zijn, en die verhalen over de ontmoetingen die de schrijfster heeft met niet-menselijke wezens, en wat ze daarvan leert. Ze geeft geen expliciete verklaring waarom ze deze passages toegevoegd heeft, maar het werkt wel. Zo schrijft ze hoe ze de gewoonte heeft ’s ochtends haar haren te borstelen in haar tuin. De plukken haar worden door vogels gebruikt om warme nestjes te maken. Het gaf mij zin om, meer nog dan naar een museum te trekken, dit ochtendritueel over te nemen. Wat een fijn idee dat je eigen haren een warm nestje vormen voor eitjes en kleine vogeltjes! We kunnen via schilderijen leren kijken naar de niet-menselijke ander, maar het zou een gemiste kans zijn mochten we het daarbij laten. Net zoals de negentiende-eeuwse natuuronderzoeksters die ze beschrijft, moeten we daarnaast zelf ook de deur uit, met een hernieuwde blik.
Leren kijken is een van de beste boeken die ik de afgelopen jaren heb gelezen
Leren kijken is een van de beste boeken die ik de afgelopen jaren heb gelezen. Het is voor mij het perfecte voorbeeld van hoe we moeten denken voorbij disciplinaire grenzen willen we iets betekenen in de zoektocht naar hoe we moeten omgaan met de ecologische crisis. Schilderkunst en het werk van natuuronderzoeksters vormen een goede en broodnodige ingang tot het leren kijken naar het levende. Ook voor filosofen is dit van belang: kunst, en het aandachtig kijken naar natuurvoorstellingen in de kunst, kan ons inzichten verschaffen waar we door louter theoretische reflectie alleen niet aan kunnen komen. Als gevoeligheid voor de relaties die er rond ons en met ons bestaan de wetenschappelijke kennis kan verrijken, dan geldt dat zeker ook voor filosofische kennis.
Mengual heeft het in haar boek vooral over een gevoeligheid voor de levenden. Ik denk dat zulke gevoeligheid uiteindelijk ook zal leiden tot het in vraag stellen van het scherpe onderscheid tussen levend en niet-levend. In het schilderij van Bierstadt komt niet alleen de roofvogel tot leven. Ook de storm en de Rocky Mountains beroeren ons en zijn niet langer ‘dode’ materie. Ze heeft het verder vooral over ‘kijken’. Tijdens de eerste workshop op onze microbenzomerschool gingen we ook met andere zintuigen aan de slag. We ‘proefden’ microben en de resultaten van hun arbeid in de vorm van kaas, bier en kombucha. We luisterden naar opnames van de doodstrijd van een enkele bacterie die met antibiotica bekogeld werd. Na het lezen van Leren kijken ben ik er nog meer van overtuigd dat we (opnieuw) moeten leren kijken naar de levenden en meer-dan-levenden, maar ook moeten leren ze echt te voelen, te horen en te ruiken.
Kristien Hens is professor bio-ethiek aan de Universiteit Antwerpen. Ze is geïnteresseerd in de relatie van mensen met levende en niet-levende wezens.
Illustratie door Ester Smits.
Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie. |