Door Bram Medelli (Tilburg University)

Ik woon in Nederland, een extreem welvarend land waar criminaliteit al ruim 10 jaar daalt. Ik heb een hoger inkomen dan 95% van de wereldbevolking (gecorrigeerd op koopkracht!). Ik gebruik dagelijks een virtueel onbeperkte informatiestroom, stromend water en stroom uit de muur. De gemiddelde levensstandaard in Nederland is buitengewoon hoog. Desondanks vraag ik me af, waarom ben ik niet gelukkiger?

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Een video van de vele doden in Palestina, een overvolle NS-trein of een afwijzing van een nieuwe woning kan mijn geluk omvormen tot somberheid of stress. Het boek Waarom we niet gelukkiger zijn van wetenschapsfilosoof Michael Vlerick zoekt de verklaring hiervoor in onze genen. In heldere taal reikt hij handvatten aan voor geluk, voorzien van empirische onderbouwing. Het helpt ons in onze persoonlijke groei, waarna we niet moeten vergeten dat er werk aan de winkel is in onze maatschappij.

Genetisch geluk

In heldere bewoordingen en treffende metaforen behandelt Vlerick wetenschapsfilosofische inzichten over gelukkiger leven. Zo beschrijft hij ons brein als klittenband voor vervelende opmerkingen en negativiteit. Tegelijkertijd is het als teflon voor aanzienlijke (technologische) ontwikkelingen om ons heen. Het is nu, bijvoorbeeld, normaal dat muziek altijd beschikbaar is. Nog geen eeuw geleden waren muziekstukken nog zeldzaam. Deze, in mijn ogen geweldige, ontwikkeling nemen we vandaag voor lief.

Echt genot zit hem in voorpret

Vlerick bekijkt geluk vanuit de evolutiebiologie. De genen die de natuurlijke selectie overleven vormen onze huidige fysieke en mentale eigenschappen. Slechts de genen die ons hebben kunnen stimuleren om te overleven zijn overgebleven.

In zijn probleemanalyse brengt Vlerick geen schokkend nieuws: alcohol, tabak en sociale media maken niet gelukkig. Die stillen slechts kortstondig onze hunkering naar genot. Hij verklaart waarom het tiende biertje minder aanslaat dan de eerste. We hebben namelijk een stofje in ons brein, dopamine, dat ons doet hunkeren naar genot maar op langere termijn steeds minder geluk brengt.

Wat me serieus verbaasde is dat de beloning in ons brein het hoogst is vlak voordat we de hunkering stillen. Echt genot zit hem dus in voorpret. Een striptease is oneindig erotischer dan een nudistenstrand. Dit soort inzichten bieden me redenen om vluchtig genot vaker links te laten liggen.

Spiritualiteit voor iedereen

Vlerick overbrugt de kloof tussen zelfhulp en zowel oude als nieuwe filosofie in zijn zoektocht naar geluk. Zijn boek vertaalt waardevolle inzichten van de Boeddha tot de stoïcijnen naar moderne taal en aannemelijke handvatten. Hij gaat in tegen de New Age-houding die sceptisch is over wetenschappelijke kennis en onderstreept juist het belang van de ervaring in spirituele kennis.

In Vlericks werk herken ik poëtisch naturalisme, het idee dat natuurwetten als enige deze wereld kunnen verklaren mét de realisatie dat we nog steeds verhalen nodig hebben om betekenis en waarden te vinden. Daarin verzet hij zich tegen het onttoverde beeld dat wetenschappelijke taal kan oproepen door, bijvoorbeeld, emoties te reduceren tot een stofje in het brein. Door zich te baseren op wijsheidstradities legt Vlerick niet alleen uit hoe we gelukkiger worden, maar ook waarom.

Betere genen ontstijgen nog niet de wieg waarin ze opgroeien

Een verbeterpunt ten opzichte van meer esoterische teksten, zoals die van Westerse spirituele auteurs als Alan Watts of Eckhart Tolle, is de helderheid van zijn verhaal. Met Vlericks teksten kan ik dit verhaal over geluk ook aan mijn buurjongen van acht uitleggen. Dankzij de empirische onderbouwing doe ik dat met overtuiging. Ik vind het verfrissend om me niet alleen op gedachte-experimenten te baseren. Godvrezende gelovigen tot overtuigd atheïsten kunnen dit boek lezen om hun kijk op geluk te informeren. Natuurlijk sluit het ene soort werk het ander niet uit.

Geluksgereedschap

Naast het lof voor de wetenschappelijke onderbouwing zie ik ook gevaar in het onderschrijven van meditatie en dankbaarheid om gelukkiger te worden. Vlericks boodschap dat je je geluk in eigen handen hebt, is confronterend. Het is dan ook belangrijk om dit niet te interpreteren binnen het meritocratische narratief dat stelt dat je zelf volledig verantwoordelijk bent voor je eigen geluk. In dat wereldbeeld worden de invloeden van de samenleving vaak genegeerd, door er vanuit te gaan dat we allemaal dezelfde kansen en omstandigheden hebben. Dit boek motiveert mensen juist om binnen hun omstandigheden aan de slag laten gaan.

Vlerick beschrijft onze verhouding tot geluk met nuance. Hij reikt ons tien handvatten voor een beter leven aan. Zijn tiende handvat raadt bijvoorbeeld aan om “met en voor anderen” te leven. Anderen helpen brengt ons gelukzaligheid. Hij benoemt regelmatig de invloed van iemands omgeving op diens keuzes om gelukkig te worden. Als je rood staat op je bankrekening zul je minder mentale ruimte hebben om anderen te helpen, en dus minder gelukzaligheid vinden.

Niets weerhoudt me ervan om mijn gewoontes aan te passen

Na het lezen van dit boek heb ik als individu tien stukken gereedschap tot mijn beschikking om mijn geluk en tevredenheid te vergroten. Zo kan ik beter omgaan met een overvolle NS-trein door mijn irritatie te doorleven en er niet in te blijven hangen. Toch blijft de aandacht hiermee bij het individu in plaats van de structuur van onze maatschappij.

Het laatste hoofdstuk over genetische manipulatie geeft dit goed weer. De relevantie van Vlericks filosofische reflectie op deze nog steeds futuristisch klinkende technologie lijkt me onomstreden. Deze ontwikkeling geeft ons namelijk de macht om ons bestaan op een genetisch niveau aan te passen. We kunnen erfelijke ziektes terugdringen of ons nageslacht sterker of gezonder maken. Maar betere genen ontstijgen nog niet de wieg waarin ze opgroeien.

En, ben ik gelukkiger?

Vlericks boek biedt interessante inzichten over geluk. Waarom we niet gelukkiger zijn is genuanceerd, inzichtelijk en stevig onderbouwd. Hij draagt bij aan de Boeddhistische, taoïstische en stoïcijnse tradities vanuit de evolutieleer en genetisch onderzoek. Het is mooi om te zien hoe hoopvol Vlerick is.

Met de handvatten van Vlerick kan ik nu beter met tegenslagen en stress omgaan. Het boek herinnert me eraan dat niets me ervan weerhoudt om mijn gewoontes aan te passen. Dat is confronterend, maar motiveert me ook om aan de slag te gaan. Ook sluit het niet uit dat mijn geluk de afgelopen tijd gebaat was geweest bij ferme actie tegen de Israëlische regering, minder volle NS-treinen en functionerende volkshuisvesting. Ook dat iswaarom ik niet gelukkiger ben.

Bram Medelli is afgestudeerd in de filosofie aan Tilburg University en co-host van de podcast Ik zie, ik zie Filosofie!

Beluister ook de podcast die Bas Keemink en Bram Medelli opnamen met Michael Vlerick over zijn boek.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend