Door Henk Smeijsters (Filosofisch cultuurcriticus en publicist)
We leven in een turbomaatschappij waarin de productie en consumptie blijven groeien: stilstand is namelijk achteruitgang. Mensen zijn voortdurend in beweging, hebben geen tijd om stil te staan en ondernemen op het werk en in de vrije tijd talloze activiteiten.
Tijdens de coronacrisis is het leven plotseling langzamer, rustiger en stiller geworden. Ineens hebben we de tijd onszelf de vraag te stellen hoe we met de wereld en onszelf omgaan. Het is de vraag die religieuzen, filosofen, kunstenaars en romanciers eeuwenlang bezig heeft gehouden.
Pakken we, als de coronacrisis voorbij is, het snelle, drukke en luidruchtige leven weer op? Of blijven we regelmatig stilstaan om in rust en stilte te contempleren?
Leven in afzondering
Volgens Aristoteles geeft niet de wereldse bedrijvigheid, maar de filosofische reflectie de grootste waarde in het leven. Monniken trokken zich terug in een klooster om tot God te bidden. Michel de Montaigne sloot zich op in een toren om essays te schrijven.
Arthur Schopenhauer vond dat de mens zich aan de rusteloze jacht op het bevredigen van wereldse behoeften moet onttrekken. Volgens hem ben je beter af als je in de muziek ‘lijdt’ en niet in de feitelijke wereld, waar een bevrediging slechts kort duurt en de pijn van het tekort telkens terugkeert.
Wie zich rusteloos in wereldse activiteiten stort, verliest zichzelf
Friedrich Nietzsche dacht daar anders over. Hij was van mening dat de mens zich van elk verlangen naar verlossing in het hiernamaals en elke kunstzinnige vlucht uit de wereld moet onthouden. We moeten ‘ja’ zeggen tegen het leven. Maar Nietzsche zei ook: “Word wie je bent.” Wie zich rusteloos in wereldse activiteiten stort, verliest zichzelf.
De wereld verbeteren
Het Verlichtingsdenken, van onder andere Immanuel Kant, plaatste de ratio in het centrum van de belangstelling. De mens raakte ervan overtuigd dat zij vooruitgang kan bewerkstelligen door met behulp van wetenschap en technologie de natuur aan zich te onderwerpen. Wat betreft armoedebestrijding, voedselvoorziening, onderwijs en gezondheidszorg zijn grote vooruitgangen geboekt. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de mens ook het coronavirus zal bedwingen.
De wereld werd ingericht als een productie- en consumptiemachine die tikt als een klok, nooit tot stilstand komt, en naar een steeds hogere versnelling wordt geschakeld.
Keer op keer een tandje erbij
De romantische filosofie van Jean-Jacques Rousseau vormde een eerste reactie hierop, maar de klok bleef doortikken en keer op keer werd een tandje bijgezet.
Leven in hoog tempo
We produceren, transporteren en consumeren sneller en meer dan vroeger. We veranderen sneller dan vroeger van partner, baan, woonplaats en politieke partij. Kleding, huisinrichting, vrijetijdsbesteding en digitale apparatuur zijn steeds meer onderhevig aan mode. De versnelling en toename van activiteiten zijn een kick voor de een, maar een crime voor de ander.
Het concurrentiemechanisme heeft voor economische groei en welvaart gezorgd. De keerzijde van de medaille is dat de prestatienormen voortdurend omhooggaan. Sociale competitie biedt je de mogelijkheid om je van anderen te onderscheiden, maar daarmee loop je het risico dat competitieve vermoeidheid toeslaat.
De talloze consumptieartikelen waaruit we kunnen kiezen en de snel veranderende modes verfraaien ons leven. Maar de ‘creatieve destructie’ die veroorzaakt dat producten snel verouderen, leidt behalve tot verspilling ook tot de rusteloze jacht op wat in de mode is. De reclame trekt voortdurend onze aandacht en manipuleert onze verlangens.
FOMO kan uitgroeien tot een smartphoneverslaving
De mens staat graag in contact met anderen en de smartphone maakt dit mogelijk. Maar de mogelijkheid om op elke plek en elk moment berichten versturen en ontvangen beperkt de tijd om op een andere manier bezig of in rust te zijn. De fear of missing out – en de daaruit voortvloeiende dwangmatige handeling veelvuldig de smartphone te checken – kan uitgroeien tot een smartphoneverslaving, die tot gevolg heeft dat mensen inefficiënt worden in hun werk en studie.
De vele, snelle, korte tweets bedreigen het democratische bestel omdat er te weinig tijd is voor analyse, het zoeken naar samenhang en de inhoudelijke dialoog.
Grenzen in zicht
Door de klimaatcrisis dringt het besef door dat natuurlijke grenzen in zicht komen. Burn-out, depressie en gebrek aan zingeving wijzen erop dat een goed leven leiden niet samenvalt met hard werken en veel consumeren.
Minder vlees eten, vliegen, autorijden en consumeren voorkomt dat we externe grenzen overschrijden. Vaker stilstaan en beschouwen voorkomt dat we interne grenzen overschrijden.
Stilstaan stelt je in staat dichter bij jezelf te zijn en je af te vragen hoe je je leven vorm wilt geven. Het maakt het mogelijk relaties te verdiepen, te begrijpen wat er in de ander omgaat en de ander echt te ontmoeten.
Hetzelfde als nieuw ervaren, waarnemen hoe tijdens de verschillende jaargetijden de bloemen, struiken en bomen van kleur en vorm veranderen, verrijkt de geest. Je kunt kunstwerken en teksten ‘herkauwen’, zoals Nietzsche zegt, en in de stad of het dorp waar je woont mooie en fascinerende dingen ontdekken. Als je niet in staat bent de eigen omgeving fris waar te nemen, ben je niet in staat je over Rome, Florence of Venetië te verwonderen.
Wie tot hernieuwde verwondering in staat is, vindt het geluk eerder dan degene die rusteloos zoveel mogelijk indrukken verzameld.
Evenwicht
Een duurzaam en goed leven is mogelijk als actie en contemplatie met elkaar in evenwicht zijn. Dit bereiken we als we de tempoverlaging, verminderde drukte en stilte die de coronacrisis ons heeft opgelegd doelbewust nastreven.
Contempleren is niet alleen goed voor de aarde en het fysieke voortbestaan van de mens, maar vooral ook voor haar geestelijke welzijn. Juist door regelmatig ‘achter de geraniums’ te gaan zitten wordt de wereld duurzamer en kan de mens geestelijk groeien.
Verder lezen
Aristoteles (2015). Ethica Nicomachea. Groningen: Historische Uitgeverij.
Kant, I. (2020). Wat is Verlichting? En andere essays. Amsterdam: Boom.
Montaigne, M. de (2019). De essays. Amsterdam: Atheneum.
Nietzsche, F. (1995). Aldus sprak Zarathustra. Een boek voor allen en voor niemand. Amsterdam: Atheneum.
Rousseau, J.J. (2012). Emile of over de opvoeding. Amsterdam: Boom.
Schopenhauer, A. (2012). De wereld als wil en voorstelling. Amsterdam: Wereldbibliotheek.
Smeijsters, H. (2019). Doorlopen en stilstaan. Zoeken naar het goede leven. Leusden: ISVW-uitgevers.
Mooi essay; ik heb nog onvoldoende stilgestaan om het boek te lezen, maar het ligt klaar. De nieuwsgierigheid om het boek ter hand te nemen is wel weer gevoed !
Het verschil tussen het filosofisch overzicht van hoe we zouden moeten leven voor een beter en maatschappelijk leven, en hoe we feitelijk leven (in onze moderne neoliberale maatschappij), is inderdaad groot.
Het inzicht groeit dat we hieraan iets moeten doen. Maar we zien de olifant in de kamer vaak niet, en als we hem wel zien, weten we niet hoe we hem eruit krijgen. Is ook lastig met de bestaande muren en deur. Dus afbreken die muur.
Sommigen, vooral jongeren en ouderen, proberen hieraan reeds vorm te geven. De middengroep vormt de kern van de economie-gedreven galopperende renpaarden in productie en consumptie. Zowel in de leiding als de werkers
We moeten vanaf nu vooral zoeken naar de game changers
en oplossingen van de problemen en uitdagingen. Doen we dat niet dan heeft de mensheid geen toekomst. De natuur zal eerst ernstig leiden, maar herstelt zich dan als de mensheid is verdwenen of geminimaliseerd.
Een paar ideeën:
– haal de vrijblijvendheid weg, die het (neo) liberalisme propageert met haar bijna ongebreidelde vrijheidsdrang ten koste van alles en iedereen, ten gunste van een kleine groep. Met haar valse belofte dat wat goed is voor mij, goed is voor iedereen. Stop het neoliberalisme en maak het obsoleet. Op termijn: verbiedt het via de wet als schending van maatschappelijk recht.
– verplicht opvoedingscursussen voor (nieuwe ouders), waarin een maatschappelijke levensstijl voor henzelf en hun kinderen in de opvoeding centraal staat. En laat de opvoeding tot 18 jaar begeleiden door coaching.
– maak maatschappelijk burgerschap een verplicht belangrijk vak en onderdeel van afstuderen, op alle scholen op alle niveaus, van peuteropvang t/m de universiteit.
– maak het economische organisaties die zich, op parameters gemeten, onmaatschappelijk gedragen, lastig in hun voortbestaan door belastingen, onthouding van vergunningen, ondersteuning en facilitering, productiebeperking en consumptieboycot. Versterking controle. Naming en shaming. Onderzoekbudget van overheidswege voor de pers. In ernstige gevallen en recidive: sluiten of verplichte heroriëntatie beleid en curatele. Dit geldt ook voor kritische sectoren en (semi) overheidsbedrijven.
– zorg voor tegenmacht tegen de grote internationale organisaties en bedrijven die zich onmaatschappelijk gedragen en zich onaantastbaar voelen. De EU is op de goede weg, maar dan sneller en steviger.
– ondersteun politieke partijen die een nieuwe maatschappelijke politiek voorstaan, waarin primair klimaat, milieu, gezondheid, welzijn, mensen- dieren en natuurrechten, bescherming van kwetsbaren, een betere verdeling van macht, vermogen, inkomen en koopkracht centraal staan, en de economie en financiën als financiers hiervan richten en benutten als secondaire randvoorwaarde: een maatschappelijk financieel-economisch stelsel onder vergunning.
– stel in het politieke debat onmaatschappelijke politiek of het ontbreken aan noodzakelijk maatschappelijk nut, veel scherper aan de orde en documenteer beter. Overtuig en motiveer kiezers beter voor maatschappelijk burgerschap.
– maak ondernemers, financiers en hun medewerkers verantwoordelijk voor het realiseren van maatschappelijke normen en parameters en reken hen daarop af.
– maak burgers verantwoordelijk voor maatschappelijk gedrag, stuur ze daarop en reken daarop af op consumptie en gedrag.
Inderdaad minder individuele vrijheid, maar de huidige vrijheid is zelfmoord. Maatschappelijk gedrag creëert echter nieuwe vrijheid langs een andere leefwijze en continuïteit.
Overigens, er zijn binnen de huidige machtsblokken geen goede voorbeelden hiervoor. Wellicht kunnen we de Scandinavische voorbeelden verfijnen en aanscherpen. Maar dan zonder de ook daar aanwezige neoliberale componenten.
zijn filosofen het hiermee eens, of durven zij de discussie niet aan? Of vinden zij dit flauwe kul dat hun niet aangaat?