Door Friso Timmenga (Rijksuniversiteit Groningen)
Om maar gelijk open kaart te spelen: ik ben gek op de muziek van Richard Wagner. Of het nu de ouverture van Lohengrin is of de finale van Tristan en Isolde, ik vind het allemaal even verbluffend. Toch weet ik dat mijn voorliefde voor deze (antisemitische) componist voor veel mensen automatisch een red flag is. En volgens mij is dat maar goed ook.
Nee, ik beweer niet dat alle liefhebbers van Wagner nazi zijn (en ik al helemaal niet!). Zijn bewonderaars waren de afgelopen eeuw namelijk te vinden aan beide kanten van het politieke spectrum. Daar komt trouwens nog bij dat Wagner – een anarchist nota bene – met mede-anarchist Bakoenin op de barricaden heeft gestaan en zijn Ringcyclus duidelijk marxistische invloeden vertoont.
De Verlichting benaderde maatschappelijke problemen als een rekensom
Waarom dan toch die achterdocht? Omdat Wagner en zijn ideeën behoren tot de Romantiek. Deze stroming had twee verschillende gezichten: de een haalde het beste uit de mens naar boven, de ander werd de mensheid bijna fataal.
Het goede en het schone
Ik neem je mee naar het begin van de 19e eeuw. De denkers van die tijd zaten er teleurgesteld bij. Zelfs na de Verlichting en de Franse revolutie, met hun lofzang op de rede en de wetenschap, zwaaiden autocratische heersers nog altijd de scepter. De uitbuiting van de onderklasse nam eerder toe dan af.
Hoe kon dit gebeuren? Jonge romantici wezen erop dat de Verlichting sociale problemen benaderde als een rekensom. Hierbij ging de menselijke maat verloren en kreeg doorgeschoten individualisme ruim baan. Filosofen maakten nummers van mensen en cijferden zo hun problemen wiskundig weg. Zoals de filosoof en wiskundige Gottfried Wilhelm Leibniz al riep: beter dan dit wordt het niet!
Deze tweede Romantiek maakte het schone belangrijker dan het goede
De jonge romantici waren het daar niet mee eens. De betere wereld lag volgens hen wel degelijk voor het grijpen. Alleen moeten we daarvoor niet luisteren naar ons verstand, maar juist naar ons gevoel. Alleen zo zouden we het structurele onrecht van zielloze systemen kunnen doorbreken.
Kunst speelde hierin een cruciale rol. Niets roept namelijk sterkere gevoelens bij ons op dan muziek, poëzie of theater. De jonge romantici verbonden hun aanbidding van het schone echter altijd met hun strijd voor het goede. Deze vroege Romantiek was dus idealistisch en maatschappelijk betrokken.
De politieke Romantiek
Zoals we weten nam de Romantiek kort daarna een heel andere wending. Wagnerbewonderaars zoals Hitler wilden af van de gelijkheidsidealen van de Franse revolutie en zagen hun kans schoon om de romantische ideeën in te zetten voor hun politieke doelen. Niet alleen het individu moest van zichzelf een kunstwerk maken, zoals Nietzsche beweerde, maar ook de staat.
Politici streefden daarom niet langer “pragmatische redelijkheid, veiligheid, overeenstemming, vredestichting en gerechtigheid” na, zoals de Duitse filosoof Rüdiger Safranski opmerkt, maar “avontuurlijkheid, behoefte aan extremen, zucht naar intensiteit, liefde en doodsverlangen.” Deze tweede Romantiek maakte het schone daarmee belangrijker dan het goede.
Ondertussen vinden romantische sentimenten opnieuw hun weg naar de politiek
Het duurde niet lang voordat een mislukt schilder uit Oostenrijk de macht kon grijpen in Duitsland. Zijn poging om een duizendjarig kunstwerk te scheppen, stuurde Europa op gruwelijke manier de vernietiging in. In naam van de schoonheid.
De grote dictator
Terug naar Wagner. Meer dan wie dan ook belichaamt hij de innerlijke ambiguïteit van de Romantiek. Charlie Chaplin wist dit briljant te vangen in de klassieke film The Great Dictator, waar hij de grote dictator op de klanken van Wagner met zijn globe laat dansen, terwijl die fantaseert over wereldheerschappij. Tegelijkertijd klinkt dezelfde muziek aan het einde van de film, na de idealistische oproep van Chaplin om vrijheid, democratie en vrede.
Wint bij Wagner uiteindelijk het schone of het goede? Ik ben ervan overtuigd dat dat laatste het geval is. Ondanks alle Germaanse tierelantijntjes is zijn werk namelijk vooral een voortdurend protest tegen onrecht en hebzucht, ook vandaag nog. Dat is de reden dat ik nog graag luister naar Wagner.
Boerenprotesten
Ondertussen vinden romantische sentimenten opnieuw hun weg naar de politiek. Tijdens de boerenprotesten vlogen ons de aanklachten tegen de internationale elite, de onbetrouwbaarheid van de wetenschap en de onderdrukking van Den Haag om de oren. Politici trakteerden ons op toespraken waarin onmiskenbaar echo’s van de Romantiek doorklonken.
Laten we beducht zijn op romantici die menen dat schoonheid boven alles gaat
De vraag is echter: welke Romantiek? Spreekt hier de Romantiek die opkomt voor de verworpenen der aarde (de boeren al dan niet daartoe gerekend)? Is dit de Romantiek die de beperkingen van het Westerse rationalisme onderstreept en ons uitdaagt verder te kijken dan de eigen landsgrenzen? Of is hier een Romantiek aan het woord die terug wil naar een mythisch verleden, naar het boerenland zoals Jacob van Ruysdael dat schilderde, waar het onbekende ver weg is?
Zeker is in ieder geval dat de Romantiek springlevend is. En laten we dat vooral koesteren! In de kunsten leren wij immers onszelf te ontstijgen en ons open te stellen voor de ander. Maar laten wij beducht zijn op romantici die menen dat schoonheid boven alles gaat, zelfs als de planeet en de medemens daarvoor in de vlammen moeten opgaan.
Dat laatste kunnen we beter overlaten aan de finale van Wagners Götterdämmerung. Dan krijg je er ook meteen de mooiste muziek uit zijn oeuvre bij.
Friso Timmenga promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen, en is redactielid van Bij Nader Inzien.
Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie. |
Verder lezen
Rüdiger Safranski. Romantiek. Een Duitse affaire. Vertaling: Mark Wildschut. Amsterdam/Antwerpen: Atlast, 2007.