Door Eric Schliesser (Hoogleraar Universiteit van Amsterdam)
[J]e kunt de meest fantastische idealen misbruiken, institutionaliseren op zo’n manier dat ze moreel problematische consequenties hebben – je kunt zelfs vrede gebruiken als excuus om oorlog te voeren. Maar dat betekent natuurlijk niet dat vrede “verkeerd” is! Hoe een principe, norm, of waarde in de praktijk wordt ingezet zegt op zichzelf nog weinig over de morele kwaliteit van zo’n principe, norm, of waarde zelf.–Dasha Düring “Zijn de Mensenrechten een Verkapte Vorm van Imperialisme“
Niet elke misbruik is meteen zorgwekkend, maar als een technologie zich leent voor misbruik of, laten we de zaak wat realistischer voorstellen, in de praktijk regelmatig vervelende neveneffecten genereert dan moet je aan regulering (bijvoorbeeld medicijnen), beperkingen op gebruik (denk aan wie van o.a. een rijbewijs uitgesloten wordt), of zelfs verbod (zoals dat van chemische wapens) denken. Het zou dan ook goed voor de ethiek zijn als meer ethische principes op hun praktische consequenties beoordeeld zouden worden, en niet altijd bij voorbaat beweerd wordt dat “misbruik” irrelevant voor ons oordeel over die principes is. Dit is niet louter een theoretisch punt: het zogenaamde principe van het dubbel effect wordt dikwijls van stal gehaald bij zeer dubieuze oorlogsdaden; het principe lijkt vooral te bestaan om zaken goed te praten die beter niet goed gepraat kunnen worden.
Immers, de meeste ethische principes (zoals ook de mensenrechten) zijn niet doel maar vooral middel om vrijheid, deugd, gelijkheid, enz. mogelijk te maken.* En bij elk middel, of technologie, mag men een kosten-baten analyse van gebruik maken. De goede bedoelingen van de ethica zijn niet irrelevant natuurlijk, maar het is een goede ethische principe — dat omarmd wordt door uitstekende deontologische ethici zoals Kant en Adam Smith — om voorzienbare effecten mee te laten wegen in onze evaluatie van een handeling.
Morele principes zijn dan ook niet waar, maar nuttig of niet. (Over mensenrechten zeggen we niet dat ze ‘waar’ zijn; ook Düring doet dat niet in haar stuk.) Maar zelfs als we denken dat een moreel principe waar is dan betekent het nog niet dat we haar zomaar mogen toepassen. We moeten juist op verantwoordelijke wijze met de waarheid omgaan. (Een arts wikt haar woorden zorgvuldig bij een patiënt waarvan men weet dat hij zelfmoord zou kunnen plegen.)
We zouden ethici en hun technieken net als andere experts moeten behandelen. Een zinnige principe dat voor alle experts geldt is dat men oog moet hebben voor een gebruikersrisico waarvan de slechte gevolgen vooral bij andere, meestal minder geprivilegieerden terecht komt. Dat is juist bij veel ethische principes het geval. Ik kom hier binnenkort met wat meer voorbeelden op terug.
Ik heb hier niet willen bewijzen dat mensenrechten problematisch zijn. (Ik heb wel eerder betoogd dat we het inzetten op mensenrechten moeten herwaarderen.) Wel hoop ik een discussie op gang te brengen waarin ook ethici en de gangbare gebruikers van hun theorieën de eigen verantwoordelijk minder ontlopen. Niet omdat ik tegen ethiek ben, maar omdat we wereld nood heeft aan betere ethiek.
*Ook Düring lijkt dit te erkennen. Ze schrijft dat mensenrechten “eerder de sociaal-politiek-juridische condities articuleren waaronder mensen überhaupt in staat zijn hun eígen waarden te vormen.” Die mensenrechten zijn dus niet doel op zich, maar een middel voor iets (belangrijks) anders. Er wordt in haar stuk (wel) impliciet aangenomen, denk ik, dat ze ook een noodzakelijk middel zijn, maar dat is onbewezen.