Door Jeroen de Ridder (Universitair Hoofddocent Vrije Universiteit Amsterdam)
Stelt u zich eens een samenleving ver, ver weg voor: Rodinia. De mensen daar vieren één keer per jaar een vrolijk feest, waarbij kinderen cadeaus en snoep krijgen. Hoofdrolspeler bij dat feest is de quasi-historische figuur Opperhoofd Sika. Volgens de lokale overlevering leefde deze legendarische figuur eeuwen geleden en stond hij wijd en zijd bekend om zijn liefdadigheid en hulp aan arme kinderen.
Door onduidelijk historisch toeval is het in de loop van de tijd onderdeel van het feest geworden dat Sika bijgestaan wordt door een stel onderdanige hulpjes die weliswaar ten diepste goedaardig zijn, maar ook naïef, onnozel en soms wat onaangepast. Die hulpjes zien er precies uit als Zeeuwse meisjes en Groningse boertjes: blank geschminkt, blond haar, blauwe ogen, rode blosjes op de wangen en een beetje mollig. De vrouwen dragen een wijde jurk en wit hoofdkapje, de mannen een blauwe overal, rode zakdoek en een pet. Verder natuurlijk geel met rode houten klompen en een bos tulpen in de hand. Als ze wat zeggen, gaat dat in een overdreven plat accent.
In de loop van de jaren zijn er heel wat Nederlanders geëmigreerd naar Rodinia. Zoals dat vaker gaat met immigranten, zijn deze Nederlanders deels best goed geïntegreerd, maar ze hebben ook wel wat problemen. De werkloosheidscijfers onder Nederlanders zijn in verhouding aan de hoge kant, werkende Nederlanders hebben vaak laagbetaalde banen met weinig status en er zitten bijna geen Nederlanders op invloedrijke posities. Ze zijn ook oververtegenwoordigd in de criminaliteit. Met een Nederlandse achternaam word je minder snel uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek, in uitgaansgelegenheden kom je moeilijker binnen en als onze Nederlanders in den vreemde luidruchtig Koningsdag vieren, wil het nogal eens uitlopen op vechtpartijen. Rodiniërs met een Nederlandse migratieachtergrond zitten, kortom, in de positie van underdog.
Het ontgaat onze landgenoten niet dat de hulpjes bij het vrolijke kinderfeest van Sika nogal wat weg hebben van een karikatuur van Nederlanders. Die karikatuur is dan misschien niet echt kwaadaardig, maar toch ook weinig sympathiek. Nederlandse kindertjes worden voor de grap op school wel eens Zeeuws meisje genoemd als ze een boterham met kaas eten of iets doms doen. In dorpjes op het platteland waar weinig Nederlanders wonen, schrikken de kleine kinderen van de enkele Nederlander die ze soms zien lopen en roepen dan tegen hun vader of moeder dat ze een Gronings boertje zien.
U zult de vraag inmiddels wel aan voelen komen: is het denkbaar dat Nederlanders in deze samenleving de hulpjes van Sika niet zo leuk en onschuldig vinden? Of misschien zelfs wel dat ze deze figuren zien als symbolisch voor de kleine, alledaagse gevallen van discriminatie waar veel van hen regelmatig mee te maken hebben en dat ze er daarom een hekel aan krijgen? Kunt u zich voorstellen dat ze ervoor pleiten om de Zeeuwse meisjes en Groningse boertjes te re-stylen als lokale boerinnen en boeren en tenminste de klompen en tulpen voortaan achterwege te laten? En dat ze dan niet zo onder de indruk zijn van het argument dat Zeeuwse meisjes en Groningse boertjes nooit bedacht zijn om te discrimineren, maar er door puur toeval zo uit zijn komen te zien? En dat ze het wel wat bizar vinden als de minister-president op een internationale bijeenkomst met regeringsleiders naar aanleiding van kritische vragen verklaart dat hij er niks aan kan doen hoe die hulpjes eruit zien omdat het traditie is en ze nu eenmaal uit Zeeland en Groningen komen?
Ik hoop dat ik de intelligentie van de lezer niet beledig als ik het punt nog even expliciet maak. Het doet er niet zoveel toe of Zwarte Piet ooit als racistisch stereotype bedoeld was. Ook als we met 100% zekerheid zouden kunnen vaststellen dat dat niet zo is, kan het nog steeds zo zijn dat deze figurant in ons vrolijke en onschuldige Nederlandse kinderfeest anno nu wel degelijk kwetsend en racistisch is. Historische argumenten voor de onschuld van Zwarte Piet zijn irrelevant. Zwarte Piet kan racisme zijn, ook als hij het historisch gezien niet was.
Ik ben tegen Zwarte Piet, maar ik geloof niet in dit argument. Corrigeer me als ik het verkeerd heb, maar wat betekent het om te zeggen dat Zwarte Piet racistisch is? Waarin zit dat racistische karakter? Het moet iets betekenen als “Zwarte Piet representeert racisme.” En het racistische karakter zit in dat geval niet in het ding zelf (een zwart geschminkte man), maar in het hoofd van de aanschouwer. Het gevolg is dat je alleen kunt zeggen “Zwarte Piet is racisme, voor S.” Als je dan tóch volhoudt dat Zwarte Piet gewoon racisme is, dan ontken je daarmee legitimiteit van een andere ervaring. Grappig genoeg maken beide partijen zich daar dus aan schuldig, lijkt me.
Laat me op een andere manier uitleggen waarom ik dit argument niet overtuigend vind: je stelt dat de oorsprong eigenlijk niet bepalend is voor de identiteit van ZP vandaag de dag. Wat eigenlijk bepalend is, is de ervaring (of de bedoeling!) van de tegenstanders van ZP. Maar waarom is de ervaring van de tegenstanders van ZP wél bepalend voor zijn identiteit vandaag de dag, maar de ervaring van de voorstanders zelf niet?
Er zijn goede argumenten tegen Zwarte Piet te bedenken, je verwijst ook op een subtiele manier naar die argumenten, maar het argument dat ZP racisme is is daar volgens mij niet een van.
Eens dat ‘Zwarte Piet is racisme’ een leus is die inderdaad iets moet betekenen als ‘Zwarte Piet staat voor racisme’. Maar ik denk dat het te simpel is om te zeggen dat racisme alleen in de hoofden van de beschouwers zit. Racisme heeft juist ook boven-individuele aspecten in sociale en maatschappelijke instituties en praktijken. Daarom denk ik dat je kunt zeggen dat iets racisme is in een bepaalde samenleving, historische context, enz. Daarmee ontken je verder niemands ervaring, maar probeer je juist de ogen te openen voor ervaringen van anderen (minderheden) die anders gemakkelijk genegeerd kunnen worden.
Over je tweede reactie: natuurlijk telt de ervaring van de voorstanders ook. Maar de vraag is wat het meeste gewicht moet krijgen: die van voorstanders die (voor zover ik althans kan zien) geen enkel speciaal belang hebben bij de zwartheid etc. van Zwarte Piet of die van de tegenstanders die wel degelijk last zeggen te hebben daarvan. Lijkt mij dat de keuze voor het tweede dan erg voor de hand ligt, tenzij iemand erop staat de gevoelens van z’n medemensen gewoon lekker te negeren.
“natuurlijk telt de ervaring van de voorstanders ook. Maar de vraag is wat het meeste gewicht moet krijgen: die van voorstanders die […] of die van de tegenstanders die wel degelijk last zeggen te hebben daarvan.”
Haal je hier niet twee dingen mee door elkaar? Er is enerzijds de vraag of (1) ZP racistisch is, en anderzijds de vraag of (2) ZP weg moet. Het ene impliceert niet noodzakelijk het andere (anders zouden we impliciet een is-ought sprongetje maken). Met dit onderscheid in de hand zou je het volgende kunnen verdedigen over de afweging tussen ervaringen:
P1. Als (1) de vraag is, dan moeten we beide ervaringen hetzelfde wegen.
P2. Als (2) de vraag is, dan moeten we de ervaring van de tegenstanders, om verschillende redenen, zwaarder wegen.
Met P2 zijn we het eens. Hier een korte onderbouwing van (1): stel dat je een Jood bent die de holocaust heeft overleefd. Na de oorlog ga je de wereld verkennen en je belandt in India. Tot jouw afschuw kom je hier mensen tegen die trots een swastika dragen. Wat doe je dan? Het minste dat we kunnen toegeven is dat de verbazing die je in eerste instantie zult voelen terecht is. Maar wat doe je daarna? Is het dan redelijk om te concluderen: “De swastika representeert het nazisme, dus deze mensen moeten ophouden met de swastika te dragen” of zou het redelijker zijn om te concluderen: “De swastika betekent hier, voor deze mensen, wat anders dan het voor mij betekent”?
Als P1 klopt dan kunnen we het wel of niet racistisch zijn van ZP niet gebruiken als argument voor de bewering dat ZP weg moet. Maar dat is niet noodzakelijk erg want er zijn nog steeds andere sterke argumenten over. Wat denk jij?
Ik bedoelde natuurlijk “Hier een korte onderbouwing van P1…” -.-
Die onderbouwing van P1 gaat m.i. niet op, omdat er een cruciaal verschil is tussen jouw scenario en het mijne (en de actuele situatie in NL). Het gaat hier niet over een individu op wereldreis dat per ongeluk stuit symbolen of zaken die volgens hem aanstootgevend zijn maar die in de lokale context een volkomen onschuldige betekenis hebben. (In dat geval zou ik het met je eens zijn, dat er geen sprake is van racisme, belediging, of iets anders moreel problematisch.)
Maar om de zaak vergelijkbaar te maken zouden er veel Joden naar India geëmigreerd moeten zijn, ze zouden daar min of meer in een underdogpositie moeten verkeren, last hebben van alledaagse discriminatie, enz. Als ze dan hun beklag zouden doen over het onbekommerde gebruik van hakenkruizen die voor hen zo’n gruwelijke herinnering wakker roepen, hebben ze volgens mij een punt, des te meer als dat symbool in India verder geen speciale diepere betekenis heeft en met dezelfde moeite aangepast kan worden.
“Alles is racisme.” Dat zou de nieuwste film van Joram Lürsen kunnen zijn. Als vervolg op “Alles is seksistisch”
Wat een omzichtige cirkelredenering, Jeroen.
Interessanter was geweest als je aan had weten te tonen dat het verdwijnen van de zwarte piet verbeelding zou leiden tot minder discriminatie van niet-witte Nederlanders. Werk is immers racistisch, kansen zijn racistisch, ongelijkheid is racistisch.
Ik begrijp dat je het er niet mee eens bent, maar nog niet waarom. Bij een cirkelredenering neem je de conclusie van tevoren al aan. M’n conclusie staat in de laatste zinnen. Kun je me uitleggen hoe het gedachte-experiment die conclusie al aanneemt?
Als je je afvraagt of iets racistisch kan zijn dan is het antwoord op deze gesloten vraag vooraf al ja of nee. Of wellicht kom je tot de conclusie dat er geen antwoord mogelijk is.
Zaak is je argumenten daarna aan te laten sluiten op het gekozen antwoord. Dat is dan een cirkelredenering. Interessant zou zijn als je ook de falsificering van de bewering in je argumenten had meegenomen. De evidentie dat die bewering niet verworpen kan worden ontbreekt vooralsnog.
Het spijt me, maar ik begrijp niet wat je hier als reactie schrijft.
Wat precies begrijp je niet, Jeroen?
Misschien begrijp ik jouw stuk wel niet goed, Jeroen.
Wat ik begrijp:
In de titel stel je de gesloten vraag: “Kan zwarte piet racisme zijn.?”
Dan begin je je betoog met een (fictief) voorbeeld dat als argumentatie vanaf de eerste zin logischerwijs past bij “ja, zwarte piet kan racisme zijn”, als antwoord op de vraag in de titel.
Dan volgen nog een aantal (retorische) vragen aan de lezers: “U zult de vraag inmiddels wel aan voelen komen: is het denkbaar dat Nederlanders in deze samenleving de hulpjes van Sika niet zo leuk en onschuldig vinden?”
Op die vragen geef je logischerwijs geen antwoord. Want retorisch bedoeld.
En dan volgt nog een explicitering dat de mogelijke intentie van de zwarte piet stereotypering van toen, er nu niet meer toe doet.
En je sluit af met “Zwarte Piet kan racisme zijn, ook als hij het historisch gezien niet was.” Waarmee het antwoord nogmaals bevestigd wordt.
Zit er ergens in jouw betoog ruimte voor een alternatief antwoord: “nee, zwarte piet kan (ook) geen racisme zijn”?
De beoogde conclusie is dat Zwarte Piet kan racisme zijn, ook als er nooit in het verleden ook maar enige racistische stereotypes of intenties een rol zouden hebben gespeeld bij de totstandkoming van de traditie. Dus dat is wel iets specifieker dan alleen maar dat ZP racistisch kan zijn. Het is zo een poging tot weerlegging van het veelgehoorde argument dat ZP geen racisme kan zijn omdat het nooit zo bedoeld is.
Daar argumenteer ik voor door een gedachte-experiment dat (hoop ik) duidelijk maakt dat die Nederlanders in Rodinia een punt zouden hebben als ze zich zouden beklagen over het Sikafeest. Als je dat helemaal niet mee kunt maken en vindt dat die Nederlanders daar zich niet moeten aanstellen, dan mislukt mijn argument. Dus daar zit de ruimte voor een tegengestelde conclusie. Ik zou dan op mijn beurt wel benieuwd zijn waarom je vindt dat die denkbeeldige Nederlanders niks te klagen hebben.
Lijkt me inderdaad niet makkelijk te bepalen of de niet-witte Nederlanders hier zich niet moeten aanstellen. Maar in het geval van het fictieve Sika voorbeeld kan het antwoord op jouw retorische vragen ook onverwacht non-retorisch zijn.
Ik kan me wel voorstellen dat je de verbeelding van zwarte piet waardeert op het zijn van een ludieke verbeelding vanuit de wetenschap dat de werkelijkheid vele malen erger uitpakt. Ik kan me ook voorstellen dat je aan die stereotype knechtverbeelding aanstoot neemt omdat het een grote groep mensen min of meer uitsluit en beledigt. Maar in dat geval is de intentie zoals die nu is ook van belang. Als mensen zeggen dat ze niet willen dat zwarte mensen knechten van witte bazen zijn of anderszin racisme afwijzen, kunnen ze de ludieke verbeelding van een stereotype toch waarderen zonder dat die waardering racistisch hoeft te zijn.
Waarmee het laten samenvallen van een verbeelding met echt racisme toch ietwat stellig is. Als je het loshaalt van de historische bron is het vooral een verkleedpartij met een volwassen leugen over de eeuwige echtheid.
Okay, dankjewel, nu begrijp ik denk ik beter wat je bedoelt. Zwarte Piet zou ook relativerend kunnen werken als ludieke karikatuur. Dat lijkt me inderdaad een mogelijkheid, maar ik ben wel bang dat dat een stuk makkelijker zou zijn als we in een samenleving zouden leven waarin racisme en discrimatie echt verleden tijd is. Als je nog regelmatig te maken hebt met kleine maar onaangename vormen van discriminatie, die bovendien veelal gebagatelliseerd worden, lijkt het me een stuk moeilijker om de lol van ZP in te zien. En ik weet ook niet of je dat nu zomaar van mensen kunt vragen of dat je kunt stellen dat ze zich aanstellen als dat niet lukt.
Dank Jeroen,
Je schrijft: “Dat lijkt me inderdaad een mogelijkheid, maar ik ben wel bang dat dat een stuk makkelijker zou zijn als we in een samenleving zouden leven waarin racisme en discrimatie echt verleden tijd is.”
Dat denk ik ook. Jouw voorbeeld is daarmee ook makkelijker te verwerpen door “echte” Nederlanders dan zwarte piet dat is voor niet-witte Nederlanders. Wij witten hebben het goed, dus kunnen de lol of onproblematische van iets inzien, zelfs als we invoelen hoe erg het moet zijn voor die fictieve Nederlanders in Rodinië.
Het veranderen van het beeld is ook wel een vorm van symptoombestrijding. Als je het beeld van zwarte pieten vervangt door een beeld van kleuriger of roetveegpieten en je de historische herkomst opzij zet, dan wordt de verbeelde baas-knechtrelatie niet minder of meer problematisch. Misschien zouden we beter kunnen nadenken vanuit de gedachte: als we nu sinterklaas als feest voor het eerst zouden vormgeven: hoe ziet het er dan uit?
Terzijde: Vanuit de huidige maatschappelijk gelegitimeerde intentie gaan we discriminatie voorlopig niet oplossen. De meritocratie discrimineert flink, maar legitimeert die ongelijkheid in kansen en mogelijkheden door “gelijke gevallen” aan merites in plaats van etniciteit, ras of sekse te koppelen. Intergenerationele achterstanden mogen daarmee binnen ons democratisch rechtstatelijke stelsel een legitieme reden zijn voor discriminatie van allerlei achterstandsgroepen. Het zou interessant zijn als we onze hang naar het maken van onderscheid vaker tegen het licht houden. Levert dat maken van zoveel onderscheid wel zoveel maatschappelijke meerwaarde op?
Dat vind ik nu leuk, dat we al reagerend toch dichter bij elkaar komen! Misschien is het inderdaad wel een beetje symptoombestrijding om er blauwe of roetveegpieten van te maken, maar aan de andere kant: hoe meer die pieten op fantasiefiguren gaan lijken (zoals de elfjes van de kerstman), hoe minder problematisch een baas-knechtverhouding m.i. wordt en hoe minder mensen nog een link zullen leggen met historische onderdrukking, uitbuiting e.d. Natuurlijk lossen we hiermee niet alle problemen in NL op – en al zeker niet de onderliggende oorzaken van ongelijkheid of discriminatie – maar alle beetjes helpen.
Eens dat historische argumenten over schuld of onschuld van Zwarte Piet irrelevant zijn. Ik vraag me ten zeerste af of het omdraaien van situatie naar een ander land, waarbij de Nederlander de underdog zou zijn, nieuw licht op de discussie laat schijnen.
Ik ben van mening dat de focus op een detail van het sinterklaasfeest op Zwarte Piet, de betekenis van het feest onrecht aandoet. Van belang is wel de heftige emoties die er bij beide partijen lijken te liggen. En met het benoemen van beide partijen wordt direct de dualiteit duidelijk. Een zienswijze waarbij gekeken wordt naar de werkelijke betekenissen van het feest kunnen weleens een positieve werking betekenen voor een gemeenschap. Onderwerpen zoals saamhorigheid, sociale inclusie, verdrijven eenzaamheid zouden weleens gebundeld kunnen worden de liefde voor kinderen en daarmee aandacht voor de toekomst van onze soort op deze planeet.
Ten bewijze hiervan: https://denk-wijzer.nu/sinterklaas-lage-landen/
Misschien zou het artikel als titel kunnen hebben: “Moet Zwarte Piet altijd racisme zijn ?”. Het meest steekhoudende argument in het artikel vind ik, dat de Nederlanders in dit verhaal (en de gekleurde mensen in de werkelijkheid van Nederland) zich gekrenkt voelen door Zwarte Piet en met name de rol die hij in het sinterklaasfeest speelt. Dat hoeft m.i. geen racisme te zijn. En ik vind het ook te sterk aangezet wanneer het categorisch tot racisme wordt bestempeld (de “Black-Face”-fundamentalisten). Echter, wanneer we een beetje empathie hebben, zouden we kunnen bezien op welke manier(en) we kunnen voorkomen dat gekleurde mensen zich hierdoor gekrenkt voelen.
Dat is mooi! Als je zegt dat Zwarte Piet racisme kan zijn, zoals ik doe, dan zeg je ook dat hij niet altijd racisme hoeft te zijn. Dus volgens mij zijn we het eens.
“Historische argumenten voor de onschuld van Zwarte Piet zijn irrelevant. Zwarte Piet kan racisme zijn, ook als hij het historisch gezien niet was.”
Stel dat Sinterklaas hemzelve zich het volgende zou laten ontvallen: “Het is nu vijf december, bijna 18.00 uur. Mijn werk zit er op.
Voor het eenvoudige werk, het ronddragen van de pakjes, heb ik hier nog wel wat Zwarte Pieten rondlopen.”
(Het zou zelfs nog groffer kunnen, gebruik je verbeelding.)
Helaas, het zou een maat voor niets zijn.
Het is nu iets na 18.00 uur.
Historische argumenten voor de schuld van Sinterklaas zijn irrelevant.
Dit is te subtiel voor mijn begripsvermogen. Mijn beoogde conclusie is dat je historische argumenten niet per se nodig hebt als je het punt wilt maken dat Zwarte Piet racistisch is. Het betoogje is dus alleen een reactie op het veelgehoorde argument dat Zwarte Piet niet racistisch kan zijn omdat het vroeger nooit zo bedoeld was. Die reden gaat niet op, zo probeer ik te zeggen.
Doet verder niets af aan het feit dat historische argumenten misschien wel nuttig kunnen zijn voor andere dingen, of zelfs mijn conclusie zouden kunnen versterken.
“Come, we shall have some fun now’, thought Alice….
“Zwarte Piet kan racisme zijn, ook als hij het historisch gezien niet is”, WAS de conclusie van je betoogje.
Maar dat neemt uiteraard niet weg dat het NU “Je hebt niet per se historische argumenten nodig” IS.
De grap ontgaat me. Je citeert twee wat mij betreft gelijkwaardige formuleringen van mijn conclusie en suggereert dat je daarmee een punt hebt gemaakt. Ik zie het niet.
Even meegeven dat in Japan een westerling in het verleden op de televisie steevast werd opgevoerd als malloot: de gek, de zonderling met de lange neus die vooral zichzelf belachelijk maakt. Ja, er bestond/bestaat een soort pikorde in de hoofden der Japanners, eerst de Japanners, dan de Koreanen, de andere Oost-Aziaten, de Westerlingen en tenslotte de Afrikanen. Socio-economisch weerspiegelde zich dat ook. Zeker waren daar uitzonderingen op en zeker was dat in het verleden erger dan het nu is. Hoedanook, feit is dat onze westerse tenen precies niet zo lang zijn als die van onze zwarte medemensen. We deden voort en keken niet om…we gunden die Japanners hun pretje…sterker, sommigen deden er een schepje bovenop en namen die geuzenrol met veel plezier op.