Door Thomas Nys (Universiteit van Amsterdam)

“Wacht even.” Mijn vaders lichaam buigt naar voren, dichter naar het scherm – alsof onduidelijkheid voor nabijheid zou moeten wijken. 

“Dus ik druk twee keer op dat driehoekje. Zo.” 

“Ja, klopt. Want dat driehoekje betekent ‘terug’. Het is een pijltje. Er is altijd een terug-knop of een ont-doe-ding, waardoor er nooit iets kan misgaan. Echt niet.” 

“Maar nu heb ik nog steeds dít.” 

“Ja, want je hebt maar één keer geklikt, Pa. Je ziet toch dat je nog niet helemaal terug bent.” 

“Okay.” 

“Nou, en dan ga je naar Opslaan.” 

“Wacht, wacht, laat me dit eerst even opschrijven.” Met vulpen worden in het karakteristieke doktershandschrift de stappen genoteerd, compleet met tekeningen van knoppen en driehoekjes – hiërogliefen aan het einde van de twintigste eeuw. En ik zie dat er zich bij hem, diep vanbinnen, een trager algoritme afspeelt; hoe de orgeldraaier van mijn vaders geest de ponskaart met lome omwentelingen invoert, bultje-gaatje-bultje-bultje-gaatje.

Ik lees: “Twee keer op driehoekje (tekening) klikken, of meerdere keren, om ‘terug’ te komen.” Mijn lieve Chinese Kamer, mijn ouderlijke Skinner-box

“Dus,” vervolg ik, “je kan hierboven naar Bestand, en dan Opslaan. Dat kan. Maar je kan ook rechts klikken of Control-S doen.” Een warme hand grijpt mijn pols. “Thoomp, ik ben blij dat je me helpt. Echt waar. Maar wacht, nou, éven.”

Jaren later sta ik in een Amsterdams café. Er wordt over vakanties gepraat en een jonge vrouw zegt: “Hier. Ik heb veel foto’s. Kijk maar.” Met de elegantie van een croupier krijg ik een ontgrendelde iPhone toebedeeld en ik voel me een reuzenpanda die in plaats van bamboe een beukennootje krijgt. De orgeldraaier in mij schreeuwt: “Niet je wijsvinger gebruiken, roestige hark! Je panda-duimen!” Maar het gaat mis en ik vergrendel het apparaat waardoor ik het onhandig terug moet geven aan z’n eigenares. Ik zie haar glimlachen in het blauwige licht van het scherm en ik besef dat de smartphone voor millennials een soort koolstof-14 methode is om fossielen en dinosauriërs te dateren. Ik denk aan mijn vader voor het bolle computerscherm en het verglijden der generaties en wil dramatisch op mijn knieën vallen: “Mijn winter zal jouw herfst heten!”

Nog wat jaren later. Mijn dochter van vijf staat onder de douche. De glazen douchewand is beslagen en ze tekent er figuurtjes op. Ze krijgt me in de gaten, haar vader die zijn tanden poetst, en haar blauwe oog tuurt door een rondje in de damp. En dan, heel snel, zet ze duim en wijsvinger tegen het glas, als een roze knijper, en beweegt haar vingers naar buiten. Ze wil het beeld van mij vergroten. De iPhone die mij eerder zo vreemd voorkwam, is de handleiding geworden om de wereld rondom haar te begrijpen.

***

De zomer van 2022 is opvallend warm. Ik loop met koffie en limonade de tuin in, waar mijn vader zijn kleindochter leert voetballen. De technologische barrière die hen scheidt, is volledig opgelost in de avondzon. Ik zie hoe mijn vader plots jonger wordt wanneer hij zijn oude trucjes bovenhaalt en hoe mijn dochter bijna volwassen lijkt wanneer ze zich – als gelijkwaardige tegenstander – genadeloos op zijn schenen stort.

En ik? Ik sta stil, in de schaduw, als een tevreden pandabeer.


Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend