Door Laura Davies (Radboud Universiteit)
Vorige week stemde de meerderheid van de Tweede Kamer in met een schorsing van Forum voor Democratie-leider Thierry Baudet. Dit is de eerste keer dat een verkozen volksvertegenwoordiger toegang tot het debat wordt ontzegd en dat roept vragen op over de democratische rechtsstraat.
Veel Nederlanders zien de democratische rechtsstaat als een vanzelfsprekendheid. Als iets wat we hebben verworven en niet meer kunnen kwijtraken. Maar is dat wel zo?
Rechtsfilosoof en politicus Willem Witteveen (1952-2014) noemde de rechtsstaat “geen rustig bezit, geen huis waarin we onbezorgd kunnen gaan slapen”. Oftewel, de rechtsstaat is geen stevig gebouwde villa met dubbelglas en een alarmsysteem dat ons beschermt tegen indringers. In tegendeel, het is een gammele bouwval die constant onderhoud nodig heeft. Wanneer we deze regelmatige opknapbeurt verzaken, zou de rechtsstaat wel eens als een kaartenhuis kunnen instorten. Als we haar goed onderhouden, kunnen we de rechtsstaat beschermen tegen gevaar van buitenaf.
Ingewikkelder is het wanneer die dreiging van binnenuit komt. Want hoe ga je om met democratisch verkozen volksvertegenwoordigers die de democratie ondermijnen?
Juridische grond
Juridisch gezien bestaat er weinig regelgeving over politieke partijen. Behalve de ‘Kieswet’ en de ‘Wet financiering politieke partijen’ kent de wet het begrip ‘politieke partij’ eigenlijk niet. In vergelijking met andere landen heeft de Nederlandse overheid zich altijd terughoudend opgesteld tegenover politieke partijen, om zo de onafhankelijkheid van partijen te kunnen waarborgen.
Een politieke partij is een ‘vereniging’ en kent daardoor dezelfde rechten, plichten en beschermingen als de plaatselijke tennis- of bridgevereniging. Net zoals iedere andere vereniging, kan een politieke partij alleen verboden worden wanneer de partij ‘in strijd handelt met de openbare orde’. Op grond hiervan is in 2014 bijvoorbeeld Vereniging Martijn verboden, die volgens de Hoge Raad de gevaren van seksueel contact tussen volwassenen en jonge kinderen bagatelliseerde.
De rechtsstaat is geen stevig gebouwde villa met dubbelglas en een alarmsysteem
Gelukkig wordt er momenteel gewerkt aan een ‘Wet op de politieke partijen.’ Deze wet regelt onder andere dat (digitale) beïnvloeding vanuit het buitenland en het verspreiden van desinformatie kan worden tegengegaan. De wet stelt transparantie over de inkomsten en uitgaven van verkiezingscampagnes verplicht stelt en maakt het mogelijk om partijen te verbieden.
De Tweede Kamer kent sinds april 2021 wel een ‘gedragscode’ voor zijn leden. Deze code bestaat uit vijf korte, vage artikelen over de onafhankelijkheid van Kamerleden, het verbod op het accepteren van giften, morele fatsoensnormen en de registratieverplichtingen van nevenactiviteiten en -inkomsten.
Over dit laatste punt werd een klacht ingediend tegen Forum voor Democratie-leden Baudet, Jansen en Van Meijeren, omdat zij hun nevenfuncties als bestuurslid van Amsterdam Media Group bv niet hadden geregistreerd. Jansen en Van Meijeren kregen een berisping en Baudet werd voor zeven dagen geschorst (met uitsluiting van stemmingen).
Juridisch gezien is er weinig dwingend geregeld
Wanneer zo’n klacht binnenkomt mag de Tweede Kamer hier niet over debatteren of het advies amenderen — ze mogen alleen voor of tegen stemmen. Kamerleden die door deze stemming worden ontboden, dienen zich hierbij neer te leggen. Op weigering staat echter geen sanctie. Ook kan deze schorsing niet afdwingen dat Baudet alsnog opgave doet van zijn nevenfuncties en -inkomsten.
Juridisch gezien is er dus weinig dwingend geregeld ten aanzien van het verbieden van politieke partijen en het schorsen van politici. Het is daarom interessant om erover na te denken of dit überhaupt wenselijk is.
Schorsing genereert nog meer media-aandacht
Je kunt je afvragen welk doel er wordt bereikt met de schorsing van Thierry Baudet. Door deze schorsing zijn we ieder geval niet van hem af. Meneer Baudet schittert deze week door afwezigheid en domineert de krantenkoppen en discussiefora. Deze media-aandacht voedt zijn populariteit.
Hiervoor waarschuwde Rob Wijnberg al in 2017, toen hij zowel Trump als Baudet niet typeerde als politici maar als de hosts van een realityshow waarin zijzelf de hoofdrol spelen. Door deze bril bekeken dienen de complottheorieën, beschuldigingen van spionage en racistische uitlatingen van Baudet maar één doel: nieuwswaardigheid. De vraag is dus of een schorsing niet eerder werkt als olie op het vuur.
Schorsing is symptoombestrijding
Een tweede vraag is of deze schorsing echt een oplossing biedt of eerder symptoombestrijding is van een rot systeem. Jarenlang zitten dezelfde regeringspartijen aan het roer die nauwelijks kleur durven bekennen en liever met alle winden meewaaien. De perverse prikkel van kortstondig politiek succes is verbonden met een democratie waarin politici elke vier jaar opnieuw populair moeten zijn. Politici hebben hierdoor weinig redenen om zich hard te maken voor maatregelen die noodzakelijk zijn voor de lange termijn, maar onpopulair zijn op korte termijn.
In ‘De goede voorouder’ (2021) beschrijft de Australische filosoof Roman Krznaric vijf ideeën voor effectief langetermijndenken. Eén hiervan is een pleidooi voor ‘kathedraaldenken’. Kathedralen werden vaak pas eeuwen na de legging van de eerste steen voltooid. De kathedraalbouwer en architect wisten dat noch zij zelf, noch hun kinderen en kleinkinderen het bouwwerk voltooid zouden zien – en toch werkten ze eraan verder. Bij kathedraaldenken bouw je aan iets dat je zo belangrijk vindt dat je er elke dag aan blijft werken, in de wetenschap dat je de vruchten ervan nooit zal kunnen plukken.
De perverse prikkel van kortstondig politiek succes is verbonden met het verkiezingssysteem
Het woord doet vermoeden dat ‘kathedraaldenken’ een fundamenteel religieus karakter heeft, iets dat in onze maatschappij al lang geen gemeengoed meer is. Maar in een seculiere maatschappij zou het gebrek aan religie kunnen worden opgevangen door een gedeelde ideologie, een visie, iets dat groter is dan de som der delen, iets waaraan we samen willen bouwen en dat de verleiding van populistisch gewin overstijgt.
Helaas is een grote gedeelde visie na twaalf jaar en drie kabinetten Rutte ver te zoeken. In de HJ Schoo-lezing van 2013 beschreef Rutte visie als ‘een olifant die het zicht belemmert’ en deze week schreef Merijn Oudenampsen hoe een bewust visieloos beleid niet alleen de VVD maar ook het liberalisme in het algemeen kenmerkt.
Momenteel leven we in een land waarin journalisten door politici met ongedierte worden vergeleken, publieke omroepzenders ongegeneerd racistische content verspreiden en politieke debatten niet worden geregeerd door inhoudelijke argumenten maar verzanden in ad hominem en stromanargumenten. Échte discussies over belangrijke onderwerpen kunnen niet meer gevoerd worden omdat de kemphanen geen overeenstemming meer bereiken over de basale feiten waarop de discussie gestoeld zou moeten zijn.
Misschien is Baudet dus geen gevaarlijke volksvertegenwoordiger die aan het fundament van ons stevig veronderstelde huis staat te zagen. Misschien leunt hij gewoon tegen de rotte pilaren die na jaren achterstallig onderhoud onder het gewicht van visieloze politici bezwijken.
Verder lezen
Joop van den Berg, “Ongemak over gedragscode Tweede Kamer” Parlement.com, 21 oktober 2022.
Roman Krznaric, De goede voorouder. Lange termijn denken voor een korte termijn wereld (Ten Have 2021).
Merijn Oudenampsen, “De leegte van het liberalisme” De Groene Amsterdammer 43, 26 oktober 2022.
Rob Wijnberg, “Hoe de media premier Baudet creëren” De Correspondent (2017).
Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie. |