Door Suzanne Roes (Universiteit Antwerpen)

Ik lig met mijn partner op bed terwijl ik mijn zoveelste beklag doe over anticonceptie. Na dertien jaar giert er voor het eerst geen hormonaal voorbehoedsmiddel meer door mijn lichaam en ik ben er blij mee.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Al heel wat jaren ben ik ervan overtuigd dat ik geen kinderen wil en mijn (cisgender en mannelijke) partner heeft in de vier jaar dat we samen zijn altijd hetzelfde gezegd, maar ons gesprek verliep niet zo vloeiend als ik had verwacht. Hij leek verbaasd toen ik over sterilisatie begon. Een ding werd direct duidelijk: hij zou niet onder het mes gaan. Waarom zou je de optie om kinderen te krijgen wegnemen? Meer opties is in de meeste gevallen beter.

Hoewel we beiden feministisch in het leven staan, werd in dit gesprek duidelijk dat ik door in een vrouwenlichaam* geboren te zijn aan het kortste eind trok. Ik heb goede redenen om de optie weg te nemen, want ik kan zwanger worden en dat wil ik niet. Hij heeft goede redenen om zijn opties open te houden, want met het uitstellen van de beslissing om wel of geen kinderen te nemen verliest hij niets. Hij hoeft geen jaren te leven met ongezonde hormonen, of angst voor potentiële zwangerschappen te doorleven, en enkel als ik, zijn partner, niets anders gebruik, zal hij door het gebruik van een condoom wat minder voelen tijdens seks.

* Omdat ik zowel over genderrollen als over biologische functies schrijf, zal ik bij een mens met een penis en de daarbij behorende voortplantingsorganen het woord man* in de rest van de tekst met een asterisk weergeven. Ik zal voor mensen met een vagina en de daarbij behorende voortplantingsorganen het woord vrouw* met asterisk gebruiken.

Voor de sociale genderrollen van man en vrouw gebruik ik de woorden man en vrouw zonder toevoeging. Wanneer door culturele, politieke of andere redenen zowel de geslachtsorganen als het cultureel gekoppelde gender tezamen bedoeld worden, zal ik ook niets toevoegen.

Tegen de stroom in

Natuurlijk is dit te kort door de bocht. Als ik hem op de asymmetrie wijs, vertelt hij mij dat hij bij zijn vorige partner een grotere angst voor zwangerschap had dan zij. Zijn vorige partner wilde namelijk misschien wel een kind. Blijkbaar was niet alleen mijn vrouwenlichaam*, maar ook mijn voorkeur voor kinderloosheid voor hem een extra middel voor geboortebeperking. Ik zou hard mijn best doen om niet zwanger te worden en dat weet hij. Een game of chicken noemt hij het.

Spiraaltjes, pillen, pleisters: in deze relatie zal ik eraan moeten geloven

Game of chicken verwijst naar een conflictmodel in de speltheorie: als niemand iets doet, zijn beide partijen slechter af. Een van de twee zal daardoor de eerste zijn die zwicht. Het bekendste voorbeeld van dit ‘spel’ is dat van twee automobilisten die recht op elkaar afrijden. Om een dodelijke botsing te voorkomen, zal een van de twee uiteindelijk uitwijken. De ander kan daardoor blijven doorrijden. Ons gesprek was dan wel geen botsing; het was op zijn minst een confrontatie. Ik moest dit probleem zelf oplossen.

Terwijl dit niet het gezelligste bedgesprek was, was het leerzaam en eerlijk. Spiraaltjes, pillen, pleisters of sterilisatie, in deze relatie zal ik eraan moeten geloven. Ik kan niet anders. Is het dan toch de natuur die beslist hoe het leven van een vrouw eruitziet? Het lijkt eerder een samenspel van techniek en natuur. Ik word niet bepaald door mijn vrouwenlichaam*, maar ik moet mij er op zijn minst toe verhouden.

Dat vrouwen hier last van hebben, zal geen verrassing zijn. Het is belangrijk voor een gelijkwaardige relatie met kans op zwangerschap om anticonceptie en de lasten die daarmee gepaard gaan te delen, maar hoe het delen van die lasten eruitziet, is een moeilijke vraag. De gebrekkige opties voor de man, condoom en sterilisatie, maken het niet makkelijk om verantwoordelijkheid te nemen. Wat dit doet met mannen is niet onschuldig. Als je als man wél actief wilt beslissen over je eigen vruchtbaarheid, terwijl niemand dat jouw taak vindt, moet je hard tegen de stroom in roeien met beperkt roeimateriaal.

Mannenpil

De seksuele revolutie wordt vaak als een kantelpunt gezien voor de rechten van de vrouw. Reproductieve technologie en wetgeving over abortus en anticonceptie hebben keuzevrijheid gecreëerd. Maar er zat ook een keerzijde aan deze revolutie. Die legt namelijk ook druk op vrouwen* om deze opties te gebruiken, en geeft mannen* een reden om hun handen ervan af te trekken. Voor de seksuele revolutie was het huwelijk een vangnet om verantwoordelijkheid te delen. Anticonceptie betekende tot die tijd vooral condooms, kalendermethode en voor het zingen de kerk uitgaan.

Al deze vormen waren niet heel veilig, maar ze waren wel voor iedereen beschikbaar. Ook een man* kon zijn verantwoordelijkheid dragen om het zo goed mogelijk te doen. Maar natuurlijk kwam de onveiligheid van deze middelen altijd met een prijs: ongewenste zwangerschappen. Nu het huwelijk steeds verder naar de achtergrond verdwijnt en behoefte aan betere familieplanning is ontstaan, willen we die risico’s niet meer accepteren.

Hij is er niet klaar voor, maar hij kan niet voor abortus kiezen

Jeroen (32), een Nederlandse kunstenaar, heeft aan den lijve ondervonden hoe beperkt zijn mogelijkheden zijn. Toen hij zijn huisarts om sterilisatie vroeg, kreeg hij een nee te horen: te jong. Hij vroeg meteen naar de andere opties. ‘Vasalgel, dat in Amerika op de markt is, is dat hier al verkrijgbaar? En hoe zit het met een mannenpil?’ Zijn gebrek aan opties deed de huisarts niet van gedachten veranderen. Ze vergeleek zijn wens zelfs met die van een 27-jarige vrouw die ze kortgeleden nog om haar leeftijd had afgewezen, alsof de twee situaties dezelfde zijn (en alsof de afwijzing van deze vrouw vanzelfsprekend was).

Enkele maanden later gebeurde iets wat Jeroen niet verwacht had. Zijn angst werd opeens werkelijkheid: zijn vriendin raakte per ongeluk zwanger. ‘Doordat het mij geweigerd is, en natuurlijk is het ook deels door mijn eigen schuld, is Ilona daarna zwanger geworden. Je denkt vaak dat je iets weet, maar als het dan ook echt gebeurt, dan weet je het helemaal zeker. Ik ben wekenlang panisch en gestrest geweest, ik was mezelf niet meer.’

Hoe zeker Jeroen ook wist dat hij geen kinderen wilde, toen Ilona zwanger was, was het niet zijn beslissing om de zwangerschap wel of niet te beëindigen. Hij kon niet voor (of tegen) abortus kiezen. Hij kon het oneerlijk vinden en er niet klaar voor zijn, maar zijn vriendin besloot de vrucht te houden en Jeroen moest zich daarnaar schikken.

Spermadonoren

Ook na bevruchting en geboorte houden die beperkingen van mannelijke handelingsruimte niet op. Jeroen voelde zich niet goed bij het idee een afwezige vader te zijn, maar tegelijkertijd waren ook zijn rechten als aanwezige vader van zijn vriendin afhankelijk. Hij had niet direct volmondig ‘ja’ gezegd op hun toekomstige zoontje, waardoor zij overwoog om bij vrienden in de Verenigde Staten te gaan wonen, waar ze verwachtte meer steun te krijgen. De vanzelfsprekendheid dat het kindje met de moeder meegaat, maakt het moeilijk voor Jeroen om het soort vader te zijn dat hij (nu hij wel een vader moet zijn) graag zou willen zijn.

Familieplanning is een deel van het mannelijk takenpakket

Organisaties die zich bezighouden met vasectomie, sterilisatie bij de man, kaderen de ingreep vaak als liefdadigheid. De operatie wordt dan een cadeau aan de vrouw. Maar het is juist belangrijk om mannen als actieve deelnemers aan voortplanting te zien. Mannen zijn geen spermadonoren, maar potentiële vaders. Om mannen de kans te geven om een eerlijk oordeel over hun sterilisatiewens te krijgen, is het daarom van belang dat familieplanning als deel van het mannelijke takenpakket wordt gezien.

De seksuele revolutie heeft dit takenpakket niet vergroot, maar verkleind. Om je verantwoordelijk te voelen moet je het gevoel hebben dat je het anders had kunnen doen. In de woorden van Immanuel Kant: moeten impliceert kunnen. Dan moeten we met de huidige technologie bij mannen al snel denken in de richting van onthouding. Geen seks meer. Is de seksuele revolutie dan voor niets geweest?

Suzanne Roes is een Nederlandse auteur en filosoof. Ze is promovendus aan de Universiteit Antwerpen en werkt rond onderwerpen als reproductieve agency, arrogantie en muziekfilosofie. Dit is een licht bewerkte voorpublicatie uit haar boek De politiek van vruchtbaarheid (2024). In dit boek nodigt Roes uit tot een eerlijk gesprek over machtsverhoudingen, autonomie en ouderschap. Ze pleit voor een grotere onafhankelijkheid van de medische wereld en een sterker bewustzijn van de politiek en de oordelen van de mensen om je heen. Zodat we eindelijk baas in eigen buik én bal kunnen worden.

De politiek van vruchtbaarheid ligt vanaf 25 januari in de boekwinkel.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend