Door Roos Slegers (Tilburg University)

“Mensen die niet in draken geloven, worden er meestal door opgegeten”, schrijft Ursula K. Le Guin, “van binnenuit.” Met name academici en elitaire figuren lijden vaak aan Smaugofobie, een angststoornis die Le Guin vernoemde naar Tolkiens beruchte draak Smaug uit De Hobbit. Symptomatisch voor dit ziektebeeld is de weigering om boeken met draken erin als ‘literatuur’ te zien. En als het geen literatuur is, dan heeft het geen plaats binnen het intellectuele discours.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Nu hoor ik je al zeggen: laat ze lekker sudderen in hun discours, dan zijn ze des te malser als het tijd wordt om ze op te eten. Maar het is winter, een tijd die vraagt om warmte en compassie. Daarom een kort pleidooi over het belang van draken voor de niet-ingewijden.

Reliëf en glitter

De gevolgen van onbehandelde Smaugofobie zijn duidelijk zichtbaar in boekwinkels: je hebt de kasten gelabeld ‘literatuur’ en (vaak in of naast de ramsj-afdeling) de planken met een bordje ‘fantasy/sci-fi’ erboven of (in de chiquere zaken) ‘speculatieve fictie’. Daar vind je ook Le Guin, die het bekendst is om haar sciencefictionromans, zoals The Left Hand of Darkness (over een planeet waar iedereen genderfluïde is, al heette dat in 1969 nog niet zo) en The Dispossessed (over een anarchistische utopie). Maar ze schreef ook de zesdelige fantasycyclus Earthsea en daar vinden we dus die draken.

Wie van boeken met draken houdt, krijgt gegarandeerd meewarige blikken

Le Guin was geen Oxfordprofessor zoals Tolkien en is daarnaast nog maar net overleden (2018) terwijl Tolkien al een gedistingeerde vijftig jaar dood is – twee feiten die misschien mede verklaren waarom Tolkien regelmatig wél bij de literatuur wordt ingedeeld. Daarbij is Smaug sinds zijn debuut in 1937 salonfähig gemaakt door literatuurwetenschappers die wijzen op de overeenkomsten tussen Tolkiens draak en het academisch legitieme monster Grendel uit Beowulf.

Tolkien krijgt daarom tegenwoordig ook andere kaften dan het doorsnee fantasyboek: nette, minimalistische omslagen in plaats van kleurexplosies met soms zelfs reliëf en glitter. Je ziet hetzelfde bij de Harry Potter-boeken die – toen bleek dat ze ook door serieuze mensen werden gelezen – plots verschenen in zwarte kaften met per boek één stemmig plaatje van een steen, een beker, een artistiek verantwoorde feniks.

Duistere kanten

Dat er onvoldoende aandacht wordt besteed aan Smaugofobie komt ook doordat mensen die zelf niet aan deze kwaal lijden zich vaak gedragen als enablers. Een aantal specifieke contexten uitgezonderd, weet je dat je gegarandeerd meewarige blikken krijgt als je zegt dat je van boeken met draken houdt.

Waarom zou een gebrek aan realisme afbreuk doen aan de waarde van verhalen?

Sciencefiction is tot daaraan toe: daar vind je tenminste nog filosofisch interessante gedachte-experimenten en soms ook stoere bètapraat over technologie. Fantasy wordt vaak afgedaan als puur escapisme. In fantasieverhalen worden werelden geschapen die wezenlijk verschillen van de onze en daarin onderscheiden deze verhalen zich van zogenaamde ‘realistische’ fictie.

Magie is niet realistisch, draken zijn dat ook niet. Maar waarom zou dit vermeende gebrek aan realisme afbreuk doen aan de waarde van deze verhalen? Le Guin laat zien dat we juist binnen deze fantasiewerelden de gelegenheid krijgen om te worstelen met de duistere kanten van de menselijke psyche.

Geweld

Je kent wel het gevoel dat je bij sommige schrijvers krijgt; het gevoel dat je niet in goede handen bent. Je wordt meegenomen in een verhaal, er gebeurt iets vreselijks en je voelt aankomen: deze verteller gaat het verprutsen. En afhankelijk van jouw persoonlijke verzameling neuroses en gevoeligheden ben je vervolgens geïrriteerd, boos of gekwetst. Je vertrouwen is geschaad.

Dit kan bijzonder pijnlijk zijn als het gaat om fictieve beschrijvingen van geweld – en dan met name geweld aan het adres van groepen die er historisch gezien niet goed van afkomen (binnen verhalen en daarbuiten). Fantasy, en zeker fantasy die overlapt met horror, is bij uitstek geschikt om recht te doen aan pijn, leed en verdriet. In haar werk stelt Le Guin dan ook mensen centraal die traditioneel niet als helden worden gepresenteerd: mensen van kleur, oudere vrouwen, moeders, getraumatiseerde kinderen.

Draken nodigen je uit om te vliegen op een andere wind

In Tehanu, het vierde boek van Le Guins Earthsea-cyclus, ontmoeten we een klein meisje dat gruwelijk is misbruikt door de mensen die haar hadden moeten beschermen. Ze wordt gered en geadopteerd door Tenar, een praktische, wijze vrouw met haar eigen complexe geschiedenis, en Ged, een ooit oppermachtige tovenaar die zijn krachten is verloren.

Tehanu draagt de littekens van het geweld dat haar vroeger is aangedaan. De helft van haar lichaam is ernstig verbrand en mensen vrezen haar vanwege haar uiterlijk. Als lezer voel je Tenars moederlijke onmacht: ze wil Tehanu zelfverzekerd en zelfredzaam maken, maar Tehanu’s vreselijke geschiedenis en de wreedheid en het onbegrip van de wereld werken haar tegen.

Als lezer voel je, met Tenar, dat er kracht schuilt in Tehanu – maar die kracht komt alsmaar niet naar boven en Tehanu blijft bang en afhankelijk. Dan komt er ook nog eens een akelige tovenaar op hun pad die Tenar en Ged hun vrije wil ontneemt en hen dwingt elkaar te doden.

Spoiler alert voor Tehanu

Locatie: hoge klif.

Aanwezig: Tenar en Ged (beiden betoverd en machteloos), Tehanu (verstopt), akelige misogyne tovenaar, aanhangers van de akelige misogyne tovenaar.

Sfeer: dreigend, uitzichtloos.

Tehanu roept om hulp in de magische taal die het wezen van de dingen benoemt en dan is daar plots een enorme draak, Kalessin. Eén veeg met haar geschubde staart en van de tovenaar en zijn medestanders resten alleen wat roetvegen op de rots. Kalessin heeft een ironische oogopslag en maakt geen woorden vuil aan de giftige uitwassen van het patriarchaat die ze net heeft verpletterd.

Ze noemt Tehanu dochter en Tenar weet nu: mijn dochter is tevens de dochter van een draak. Draken zijn niet alleen bijzonder weerbaar, maar zien de wereld anders dan mensen. Ze hebben geen tijd voor menselijke machtsspelletjes en nodigen je uit om – als je dat durft – te vliegen op een andere wind, voorbij goed en kwaad.

Einde spoiler alert

Drakenoog

Natuurlijk moet je het zelf gewoon lezen, de Earthsea-cyclus en liefst ook Le Guins uitstekende essays over Tolkien, sprookjes, en ruimteheksen (space crones). Smaugofobie is heel goed te genezen.

Na een paar eerste boeken op je e-reader stap je misschien wel zelfverzekerd naar de kassa in je lokale boekhandel om met klare stem te vragen naar deel drie uit de Earthsea-cyclus, The Farthest Shore – in de meest courante uitgave staat een mooi, groot drakenoog op de omslag. En als iemand je meewarig aan durft te kijken, citeer je Smaug, de laatste grote vuurdraak van Middle Earth: “Revenge? Revenge? I will show you revenge! I am fire! I am… death!”

Roos Slegers is universitair docent Filosofie aan Tilburg University.

Illustratie door Cato Benschop.


Verder lezen

Le Guin, Ursula. Earthsea Cycle. 1968-2001.

Le Guin, Ursula. The Left Hand of Darkness. 1969.

Le Guin, Ursula. The Dispossessed. 1974.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend