Door Jurrien Hamer (Rathenau Instituut)
In verkiezingstijd schotelen politici de kiezer twee dingen voor: morele vaagheden en stevige conclusies. D66 stelt bijvoorbeeld dat – vaagheid – ‘onderwijs de sleutel is tot succes en persoonlijke groei’ en bepleit dat – conclusie – 2 miljard euro in het onderwijs geïnvesteerd moet worden. Hoe de vaagheid precies leidt tot de conclusie is totaal onduidelijk. Een redenering is nergens te bekennen. Dat is natuurlijk ook niet de opzet. Maar het beledigt wel de intelligentie van de kiezer.
Politici zouden eens college moeten gaan geven.
Vaagheden en conclusies spuien is verkiezingstechnisch gezien heel handig. De vaagheid wordt vaak breed gedeeld – ‘laten we uit de crisis groeien!’ (D66) – en de conclusie komt sterk en daadkrachtig over – ‘we gooien de grenzen dicht!’ (PVV) of ‘in 2050 moet Nederland een volledig duurzame energievoorziening hebben!’ (PvdA). Een goed gevoel en een helder plan: dat zijn toch kenmerken van wijsheid? Was het maar waar. Het zijn vooral de symptomen van een politieke industrie gericht op verleiding in plaats van overtuiging. Voor inhoudelijke overtuiging zijn namelijk precieze argumenten nodig. Probeer die maar eens te vinden op cda.nl: ‘door een combinatie van hervormingen, bezuinigingen en investeringen willen we de uitgaven van de overheid terugdringen’. HUH?
Als de kiezer dan middels een stemwijzer zelf zijn best wil doen wordt het alleen maar erger. Stemwijzers geven per definitie geen argumenten, maar matchen de standpunten van partijen met die van de kiezer. De kiezer beleeft vervolgens geen actief denkproces dat geprikkeld wordt door boeiende redeneringen, maar wordt geacht alles allang te weten. Het is alleen de vraag welke partij het meeste op hem lijkt. En zo veranderen verkiezingen in Nederland steeds meer in wedstrijdjes massa-identificatie: het gaat erom dat mensen zich in politici kunnen ‘herkennen’.
Ik heb liever een politicus die me wat leert en bij de les houdt.
Uiteraard wil iemand nu opwerpen dat deze verwording van inhoudelijke politiek noodzakelijk is om mensen nog een beetje bij de politiek te betrekken. Van de alledaagse gang van zaken snappen we toch al erg weinig, dus laten we tenminste in verkiezingstijd spreken in begrijpelijke vaagheden en aansprekende conclusies. Ik ben het hier roerend mee oneens. Ten eerste zorgt het gapende gat tussen verkiezingstaal en kamerbrieftaal alleen maar voor meer onbegrip voor de alledaagse politiek, waardoor Jan en alleman zich straks weer bedrogen gaat zitten te voelen.
Ten tweede is de gemiddelde kiezer helemaal niet zo dom.
Natuurlijk zijn veel mensen onverschillig over de politiek, en weten ze weinig af van wat er in Den Haag gebeurt. En ongetwijfeld, voor sommigen zal politiek altijd te complex blijven. Er zijn echter meer dan genoeg mensen prima in staat om meer te leren. Niet alleen ons opleidingsniveau getuigt daarvan, maar juist ook de manier waarop mensen zich kunnen verdiepen in wat ze raakt – van de ziekte van een naaste tot het kweken van een moestuin. Politiek kan weer een praktijk worden waar de burger zich in oefent. Maar dan moeten politici wel bereid zijn om hun ideeën eerlijk en inzichtelijk te presenteren, in plaats van zich te verschuilen achter een verleidingsstrategie die iedereen uiteindelijk dommer maakt.
Daarom de volgende oproep: politici der Nederlanden, creëer naast het obligate kopje ‘standpunten’ op de website ook een kopje ‘presentaties’, en vul die presentaties eens met inhoud: causale verbanden, onderzoeksgegevens, morele waarden en hoe die samen leiden tot conclusies en beleid. Leg pijnlijke keuzes uit, bijvoorbeeld tussen streng straffen of criminelen re-integreren, en vertel waar de partij afwijkt van vroeger ingenomen standpunten. Leg eens daadwerkelijk verantwoording af aan de kiezer, door die kiezer serieus te nemen als denkend wezen.
En zeg niet dat dit uw macht te boven gaat. Als cabaretiers als Jon Stewart, John Oliver en onze eigen Arjen Lubach het kunnen, dan kunnen partijen met duizenden leden het ook – zij het iets minder grappig.
Het verschil tussen John Stewart etc etc.. is dat zij de delivery doen via de emotie…. dat lukt een gewoon politicus minder goed. Mensen zijn emotionele (en niet rationele) wezens. Vandaar dat emotionele standpunten zonder de data en to-do lists het beter doen dan data en to-do lists zonder emoties.