Door Catarina Dutilh Novaes (Hoogleraar, Vrije Universiteit Amsterdam)
Wat heeft de filosofie te zeggen over moeilijke levensbeslissingen? Daarin is recentelijk heel wat interesse. Zo is de TED lezing van Ruth Chang (Rutgers University) over moeilijke keuzes meer dan 3,5 miljoen keer bekeken. En nu zorgt het nieuwe boek Transformative Experience van LA Paul (University of North Carolina) voor veel golven in de Amerikaanse mainstream media, met citaties in publicaties zoals de New Yorker en de New York Times. Een transformatieve ervaring verandert de persoon die het ondergaat zo fundamenteel dat ze zo goed als een nieuw ‘zelf’ krijgt; ze wordt op een diepgaande manier anders (kijk hier voor een verkort artikel over dit idee). Voor Paul is de ultieme transformatieve ervaring een kind krijgen (d.w.z. een ouder worden); andere voorbeelden zijn de dood van een geliefde en emigreren naar een nieuw land.
Een van de conclusies van deze opvatting van een transformatieve ervaring is dat we voor veel van de belangrijkste beslissingen in het leven de voors en tegens van de verschillende opties gewoon niet kunnen evalueren. Zoals de invloedrijke journalist David Brooks het in de New York Times formuleert,
Paul’s point is that we’re fundamentally ignorant about many of the biggest choices of our lives and that it’s not possible to make purely rational decisions. “You shouldn’t fool yourself,” she writes. “You have no idea what you are getting into.”
Het idee is dat je huidige zelf niet in staat is de voors en de tegens van een bepaalde beslissing zoals een kind krijgen rationeel te evalueren. Want als je besluit om een kind te krijgen en vervolgens dit in feite doet, zullen je voorkeuren vrij radicaal veranderen. Degene die de gevolgen van je keuze om een kind te krijgen zal ervaren, is je toekomstige zelf die juist door de ervaring fundamenteel verschilt van je huidige zelf, in het bijzonder wat voorkeuren en waarden betreft (en deze veranderingen zijn over het algemeen vrij onvoorspelbaar). Dus je huidige zelf kan gewoon niet weten hoe het zal zijn om een kind te hebben vanuit het perspectief van je toekomstige zelf, maar juist je toekomstige zelf is degene die telt voor deze beslissing.
Deze analyse gaat in tegen een aantal van de cruciale aannames van theorieën van rationele keuze, en in het bijzonder ‘expected utility theory’: de ‘rationele keuze’ is degene die het meest waarschijnlijk meer winst brengt met de minste investering. Er is een eenvoudige formule die de kern van dit idee opvat: als i een mogelijk resultaat van een keuze is, Pr(i) de waarschijnlijkheid van uitkomst i, en U(i) de bruikbaarheid (utility) van uitkomst i (hoe voordelig of nadelig het is voor jou), dan is de verwachte bruikbaarheid van de keuze als volgt:
Dit is een vereenvoudigde versie van de theorie, maar die is precies genoeg voor wat ik hier wil zeggen. Maar dit veronderstelt natuurlijk dat we kansen (waarschijnlijkheden) kunnen inschatten, bruikbaarheid kunnen vaststellen, en alle mogelijke uitkomsten van een bepaalde keuze kunnen identificeren. Kunnen we dat allemaal? Elk van deze drie componenten roept vragen op, maar het concept van een transformatieve ervaring betwist met name de mogelijkheid van het schatten van de verwachte bruikbaarheid van een bepaalde uitkomst voor je toekomstige zelf. Het is je huidige zelf die de schatting doet, maar het is je toekomstige zelf die te maken zal krijgen met het resultaat. Na een transformatieve ervaring te hebben ondergaan, zal de bruikbaarheid van een bepaalde uitkomst waarschijnlijk heel anders zijn dan de bruikbaarheid die je huidige zelf daaraan toekent, omdat je voorkeuren waarschijnlijk heel anders zijn geworden door de – inderdaad – transformatieve ervaring.
Richard Pettigrew (Bristol University), zelf een fan van expected utility theory, heeft de uitdagingen waar het concept van transformatieve ervaring de rationele keuze theorie en expected utility theory voor stelt verder besproken in zijn commentaar op Paul’s boek. Hij is van mening dat de theorie geherformuleerd kan worden om de uitdagingen tegemoet te komen, maar erkent dat het ‘existentialistisch’ perspectief van Paul mogelijk onverenigbaar is met de opvatting van besluitvorming die ten grondslag ligt aan rationele keuze theorie.
Er zijn andere bezwaren tegen Paul’s analyse naar voren gebracht. Men kan zich bijvoorbeeld afvragen wat als een transformatieve ervaring telt, zoals ik zelf hier bediscussieer. De extreme gevallen zijn duidelijk, zoals het paradigmatische voorbeeld van een kind krijgen. Het is ook duidelijk dat mijn kopje thee vanochtend (en als elke andere ochtend) helemaal niet als transformatief lijkt te kwalificeren. Maar hoe kunnen we de grens stellen? Is er een lijn te trekken, of is het een continuüm?
Een ander bezwaar betreft de bewering dat we letterlijk niet kunnen weten wat het is om een bepaalde?? transformatieve ervaring te ondergaan voordat het gebeurt. Kunnen we niet rondkijken en zien wat er gebeurde met mensen die eerder soortgelijke ervaringen hebben ondergaan om vervolgens wat conclusies te trekken? Misschien gaan praten met een goede vriend die onlangs een kind heeft gekregen? Statistische data over de effecten van een kind krijgen bekijken? Toevallig zijn er een aantal recente studies die beweren dat je zeer waarschijnlijk heel ongelukkig wordt na het krijgen van een kind…
Ik wil afsluiten met een korte opmerking over de nieuwe regeling in Nederland die ‘royaal’ ervoor zorgt dat nieuwe vaders (of mede-moeders) VIJF DAGEN ouderschapsverlof krijgen, in plaats van de TWEE DAGEN tot nu toe. Zoals eerder door Ingrid Robeyns hier bij Bij Nader Inzien besproken was, is dit echt onacceptabel: er is overweldigend bewijs dat vaderschapsverlof van minstens een maand een zeer accurate voorspeller is van positieve ervaringen als ouder voor zowel moeders als vaders – en natuurlijk ook voor de betrokken kinderen! Het is ook gerelateerd aan lagere echtscheiding percentages. De Nederlandse beslissing om niet meer dan vijf dagen van ouderschapsverlof te verlenen aan nieuwe vaders is echter onder andere diep te betreuren omdat het de bekende gender onevenwichtigheden in de Nederlandse arbeidsmarkt zal blijven bevorderen (vrouwen die deeltijd werken, terwijl mannen voltijd blijven werken, met het voorspelbare gevolg dat vrouwen zelden in leidinggevende posities belanden). Het gebrek aan fatsoenlijke vaderschapsverlof zal waarschijnlijk ook aanleiding blijven geven tot veel huiselijke ellende (helaas heb ik daar zelf ervaring mee).
En dus, als je overweegt om een kind te krijgen: iets waar je zeker van kan zijn, transformatieve ervaring of niet, is dat je beter naar een plek kan zoeken met een gunstig ouderschapsverlofbeleid voor zowel moeders als vaders. Je toekomstige zelf zal je van harte bedanken.