Door Ronald Tinnevelt (Universitair Hoofddocent, Radboud Universiteit)
“Gisteren ging ik met Glaukoon, zoon van Aristoon, naar Piraeus om de godin te aanbidden en te kijken naar het festival, dat die dag voor het eerst zou worden gehouden.” Met deze beroemde zin opent Plato’s De Staat.
Op zee gebeurt het
Over de keuze voor Piraeus als locatie voor zijn fascinerende dialoog over de juiste definitie van rechtvaardigheid is veel geschreven. Piraeus was immers niet alleen de havenstad van Athene en ankerplaats voor zeelieden en handelaren van verschillende pluimage, maar vormde in 403 v. Chr. ook het strijdtoneel waar de dertig tirannen werden verslagen en de democratie weer in ere werd hersteld. Welk thema uit De Staat symboliseerde Piraeus en het water?
Ruim 2.400 jaar later verschuift de aandacht van de bakermat van de Westerse filosofie naar het wonder van de Chinese economie. Begin 2016 krijgt het Chinese staatsbedrijf China Ocean Shipping Company (Cosco) een meerderheidsbelang in de Griekse havenstad.
Sheikh laat overtuigend zien dat machtsverhoudingen op zee grote effecten kunnen hebben op het politieke wereldtoneel
Piraeus moet de toegangspoort voor China’s nieuwe zijderoute worden, een onmisbare schakel tussen Azië en Europa en potentieel de grootste haven van Europa. Voor sommigen een economische kans voor Europa, voor anderen vooral een bedreiging voor de Europese democratie en beschaving.
Een havenstad, verschuivende machtsverhoudingen en verschillende tradities en beschavingen. Zijn we hier getuigen van een toevallige samenloop van omstandigheden, of staat er meer op het spel?
Water en het politieke wereldtoneel
In Hydropolitiek: Samenwerking en conflict op de zeven zeeën (2019, lees hier een fragment) laat Haroon Sheikh op intrigerende wijze zien dat de verschuivende machtsverhoudingen op zee grote effecten kunnen hebben op het politieke wereldtoneel en de bevoorrechte plaats van de Westerse beschaving daarop.
De bril waarmee Haroon Sheikh naar de wereldorde en onze plaats daarin kijkt, is de relatie van de mens met het water: hoe samenlevingen het water tot hun element maken en daarmee de wereldgeschiedenis vormen.
De verschillende hoofdstukken in het boek gaan uitgebreid in op de zeven zeeën en de verschillende maritieme samenlevingen die zich aan de randen daarvan bevinden. Sheikh begint met de Middellandse zee, de Arabische zee en de Indische Oceaan, om vervolgens naar de Zuid-Chinese zee, de Oost-Chinese Zee, de Amerikaanse zeeën en de Noordzee te kijken.
De moderniteit kan bijvoorbeeld begrepen worden als “vervloeiing van onze leefwereld”
Hij is vooral op zoek naar historische patronen en het licht dat deze werpen op de huidige en toekomstige wereldorde. Elk van deze hoofdstukken geeft ons inzicht in de wijze waarop mensen het water tot hun element maken hoe maritieme gemeenschappen zich ontwikkelen. Gezamenlijk vormen ze volgens Sheikh “het verhaal van een opkomende orde”.
Het boek opent echter met een korte inleiding op de filosofie van de hydropolitiek, de hydrofilosofie. Het gaat hem specifiek om de “complexe en ambigue relatie die wij in de loop van de geschiedenis met het water hebben ontwikkeld”. Het water als iets dat we omarmen en tegelijkertijd wantrouwen, dat we nodig hebben maar ook vrezen.
Bekende hedendaagse auteurs op dit vlak zijn ongetwijfeld Peter Sloterdijk (Sferen) en René ten Bos (Water). Tegelijkertijd gebruikt Sheikh water ook als perspectief om naar de moderniteit te kijken. De moderniteit kan bijvoorbeeld begrepen worden als “vervloeiing van onze leefwereld”.
Het einde van het Atlantische tijdperk
Haroon Sheikh doceert filosofie aan de Vrije Universiteit, is wetenschapper bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en publiceerde eerder De opkomst van het Oosten (2016) over het einde van het Atlantische tijdperk en de plaats van Eurazië in onze nieuwe wereldorde.
Wij definiëren ons nog steeds als Westers, spiegelen ons aan de VS en zien onze samenleving vaak als superieur aan het Oosten.
De kerngedachte van dat boek verwoorde hij op krachtige wijze in een interessant essay in De Groene Amsterdammer: “Stel je een kaart voor waarop China in het midden staat. De Verenigde Staten worden dan opeens een oosters land en Europa schuift op naar de periferie in het westen. Er komt meteen een ander politiek perspectief op.”
Oost en West zijn volgens hem echter meer dan slechts relatieve geografische termen. Ze drukken ook de geestelijke oriëntatie van gemeenschappen uit en hebben een sterke emotionele betekenis. Wij definiëren ons nog steeds als Westers, spiegelen ons aan de VS en zien onze samenleving vaak als superieur aan het Oosten.
De huidige wereldorde wordt echter niet langer meer gedomineerd door de landen die vroeger de Atlantische Oceaan beheersten. De opkomst van economische machten als China en India dwingt ons goed na te denken over onze vermeende morele superioriteit en stereotypen van het Oosten.
Een andere vorm van denken en politiek bedrijven
In Hydropolitiek neemt Sheikh deze draad weer verder op. Zijn nieuwe boek doen we onrecht aan wanneer we het zien als een verschuiving van de studie van landmachten (geopolitiek) naar die van zeemachten (hydropolitiek).
Ook in De opkomst van het Oosten had Sheikh namelijk al aandacht voor het politieke belang van rivieren, zeeën en oceanen. Bovendien verwijst hydropolitiek niet alleen naar machtspolitiek maar ook naar een specifieke mentaliteit. Maritieme en landsamenlevingen hebben een “andere vorm van denken en politiek bedrijven”.
Hydropolitieke gemeenschappen zijn egalitair en sterk gericht op handel, ondernemerschap, financiën en innovatie. Landgemeenschappen zijn behoudsgezinder, klassengericht en meer georiënteerd op structuren en tradities.
Sheikhs nieuwe boek doen we onrecht aan wanneer we het zien als een verschuiving van zijn eerdere studie van landmachten naar die van zeemachten
Deze verschillende mentaliteiten weerspiegelen zich ook in verschillende manieren van denken. Het vastelandsdenken is volgens Sheikh “contemplatief, gericht op eeuwige perfecte vormen”. Het maritieme denken is “speculatief, gericht op mogelijkheden en onzekerheden”.
Hydropolitiek en hydrofilosofie
Het zijn precies deze verschillen in denken politiek bedrijven die Sheikh als basis gebruikt om grote veranderingen in onze tijd op een levendige en interessante manier te beschrijven en ons te wijzen op het ontstaan van een nieuwe wereldorde. Toch overtuigt het boek niet helemaal en dat heeft vooral te maken met de invulling van het hoofdstuk over de filosofie van de hydropolitiek en de aansluiting daarvan op de hoofdstukken over de zeven zeeën.
Jammer is vooral dat de inleiding in de hydrofilosofie in het eerste hoofdstuk van het boek de status van verkenning niet ontstijgt. Veel interessante denkers, ideeën en dwarsverbanden passeren de revue zonder dat Sheikh hier uitgebreid bij stilstaat.
Behalve de vier kenmerken van de maritieme mentaliteit was het voor deze lezer niet geheel duidelijk welke specifieke rol het kader van de hydrofilosofie speelt in de overige hoofdstukken. Daardoor lijken hydrofilosofie en hydropolitiek – voor zover beide al gescheiden kunnen worden – soms aparte wegen te bewandelen, terwijl in de combinatie van beide toch echt de kracht en uniciteit van het boek ligt.
Dat is ook in de hoofdstukken over de zeven zeeën merkbaar. Zo neemt het Nederlandse coöperatieve sociale model volgens Sheikh een middenpositie in tussen de maritieme wereld van Groot-Brittannië en de continentale wereld van landen als Duitsland en Frankrijk. Aan de eerste ontlenen we het belang van individuele vrijheid en decentralisatie, aan de laatsten dat van overleg en samenwerken in het publiek belang.
Jammer is vooral dat zijn inleiding in de hydrofilosofie de status van verkenning niet ontstijgt
Hoe moeten we de grondslagen van dit model begrijpen? Sheikh zoekt de politieke filosofie achter de Nederlandse poldercultuur in de Politica (1603) van de zeventiende-eeuwse Duitse jurist en politiek theoreticus Johannes Althusius. Hij benadrukt vooral Althusius’ opvatting van de maatschappij als “een systeem van concentrische cirkels” waarbij de mens is ingebed in steeds grotere kringen van solidariteit.
Althusius heeft echter ook interessante bijdragen geleverd op het vlak van volkssoevereiniteit en federalisme. Gezien de relatieve onbekendheid van Althusius, was het voor deze lezer behulpzaam geweest om meer te lezen over deze auteur en diens werk.
Een meer gedetailleerde en uitgewerkte filosofie van de hydropolitiek had er in meer algemene zin voor kunnen zorgen dat Sheikh’s analyse van de maritieme mentaliteit en manier van denken soms wat minder speculatief aanvoelt dan nu het geval is. Het is niet altijd even duidelijk waar de kenmerkende elementen van deze mentaliteit en manier van denken vandaan komen.
Dit neemt echter niet weg dat Sheikh met Hydropolitiek een fascinerende analyse geeft van de samenlevingen van de zeven zeeën en dat – als hij gelijk heeft dat we getuigen zijn van de opkomst van een nieuwe wereldorde waarin India en China een zwaarwegende rol spelen – we zijn roep niet kunnen negeren om ons te heroriënteren op onze plaats in die wereld.
Haroon Sheikh is met zijn boek Hydropolitiek: Samenwerking en conflict op de zeven zeeën een van de vijf genomineerden voor de shortlist van de Socratesbeker. De beker wordt ieder jaar uitgereikt aan de auteur van het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek dat in het voorgaande jaar verscheen. De winnaar wordt bekendgemaakt op 21 juni. In de aanloop naar de uitreiking publiceert Bij Nader Inzien recensies van alle vijf de boeken op de shortlist.
Deze recensie zal later, in aangepaste vorm, in het Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte worden gepubliceerd.