Door Eveline Groot (Erasmus Universiteit Rotterdam)
Als we het hebben over waarheid, is het niet alleen belangrijk na te denken over de vraag wat waarheid is, maar ook aan wie waarheid toebehoort. Wiens claims op de waarheid nemen we sneller serieus? Plato neemt bij het beantwoorden van deze vraag een bijzondere positie in: hij sloot vrouwen niet uit van de waarheidsvinding.
De experts die wij op televisie zien, ook tijdens deze coronacrisis, zijn vooral witte mannen. Dat is opvallend maar niet echt verrassend: onze denkgeschiedenis is ervan doordrenkt dat de expert een man is. Van vrouwen werd zelfs lang gedacht dat ze niet dezelfde rationele vermogens zouden hebben als een man. Van Kant tot Rousseau, Hegel tot Darwin: allemaal beschrijven ze de ‘emotionele’ neigingen en het ‘inferieure’ intellect van de vrouw.
De expert is een man
Een bijzondere vermelding verdient de misogyne denker Schopenhauer. Hij beweerde dat alleen de man een echte mens is en ontneemt daarmee de vrouw niet alleen haar vermogen om te denken maar ook haar menselijkheid. In zijn boek Er is geen vrouw die deugt worden vrouwen als bedrieglijk en corrumperend weggezet. Vrouwen moet je absoluut niet serieus nemen.
Sterker nog: dat is gevaarlijk! Vrouwen zullen de ondergang van de man betekenen.
Hoewel niemand deze woorden nog echt serieus lijkt te nemen – behalve dan de alt-right-beweging, bepaalde religieuze fanatici en sommige reactionaire politici – is onze denkgeschiedenis doorspekt van deze stellingnames. Te beginnen bij de antieke denker Aristoteles; de filosoof die een stevige stempel heeft gedrukt op het christelijke gedachtegoed en daarmee de westerse cultuur.
Een ‘onvolledige’ man
Aristoteles wordt geroemd om zijn grote bijdragen aan de wetenschap, maar is ook berucht om zijn theorie over de inferioriteit van de vrouw. In zijn Politica stelt hij dat een vrouw een ‘onvolledige’ man is: ze zou niet in staat zijn haar emoties te bedwingen en is daardoor minder geneigd tot het maken van rationele afwegingen.
Aristoteles’ vrouw is een ‘onvolledige’ man
Daarnaast beschrijft Aristoteles dat de functie van de vrouw in de voortplanting het ontvangen van het zaad van de man is. De man is leidend en vormend. Omdat bij een vrouw deze mogelijkheid tot ‘het vormen’ ontbreekt, is een vrouw onvolmaakt, komt haar ratio niet tot bloei en heeft ze niet de autoriteit van de man.
Hoe anders dacht Plato, Aristoteles’ leermeester, over de vrouw. In zijn beroemde Socratische dialogen laat Plato op de meest cruciale momenten vrouwelijke experts uitleg geven.
Het zijn de vrouwen die voor het eerst inzicht geven in Plato’s beroemde ideeënleer. Met deze waarheidstheorie legt Plato uit dat alles wat wij denken te weten over de werkelijkheid, slechts een afspiegeling is van ideeën die buiten onze waarneembare werkelijkheid liggen. Hiervoor gebruikt hij de bekende metafoor van de grot. Wij mensen zitten met de rug naar de opening van de grot toegekeerd en wat wij zien zijn slechts schaduwen van de werkelijkheid.
Vrouwen geven inzicht in de ideeënleer
In zijn Symposium haalt Plato de woorden van Diotima aan, een wijze vrouw uit Mantinea, op het moment suprême van de dialoog. Diotima toont hoe iemand waarheid kan vinden door op een specifieke manier lief te hebben. Waarheid toont zich niet door vanuit geslachtsdrift een mooi lichaam te begeren. Maar iemand die “op weg is naar het eindpunt van de inwijding in de geheimen van eros,” die het niet-belichaamde schone zelf liefheeft, zal plotseling “iets wonderbaarlijk aanschouwen”: de pure vorm van schoonheid, een waar idee.
Het mooiste voorbeeld vinden we in Plato’s Het Bestel. Plato beschrijft hier dat er in principe geen onderscheid bestaat tussen de intellectuele vermogens van mannen en vrouwen. De leiders van een staat (en dat zijn voor Plato de meest wijze mensen) kunnen zowel man als vrouw zijn: “Aanleg is gelijk over beide geslachten verdeeld en van nature komen man en vrouw voor alle taken in aanmerking.”
Hoewel er fysieke verschillen zijn tussen mannen en vrouwen, hebben beide evenveel intellectuele potentie en kunnen man en vrouw net zoveel inzicht vergaren van de ware ideeën.
Een nieuwe bril
De Duitse filosoof Ruth Hagengruber sprak in januari dit jaar over de samenhang tussen aandacht voor Plato en voor vrouwelijke experts. Onderzoek naar de geschiedenis van de filosofie wijst uit dat met het stijgen en dalen van Plato’s populariteit, vrouwen in meer of mindere mate een podium werd geboden. Dat vrouwen minder serieus werden genomen in tijden dat Plato’s denken minder werd gevierd.
Er is een samenhang tussen Plato en de zichtbaarheid van vrouwelijke expertise
Dit biedt ons een nieuwe bril om naar onze geschiedenis te kijken.
Door Plato’s bril zien we ineens de expertise van de antieke Diotima. Lezen we over de deskundigheid van de eerste vrouwelijke hoogleraar, Laura Bassi, in de zeventiende eeuw. Ontdekken we dat ook grote denkers als Descartes gecorrigeerd werden door slimme dames – in zijn geval door Elisabeth van Bohemen. En leren we dat Simone de Beauvoir niet de eerste feminist in de geschiedenis was.
Waar dan ook, wanneer dan ook leefden er wijze vrouwen. Laten we vooral Plato blijven lezen om ons dat goed te beseffen.
Dit artikel is een samenwerking met tussen Bij Nader Inzien en de Boekenkrant Filosofie en werd gepubliceerd in de juni-editie in het kader van de Maand van de Filosofie 2020.
Verder lezen
Plato, Het Bestel, vertaling: Hans Warren en Mario Molegraaf, Uitgeverij Bert Bakker, 456 pagina’s (€ 27,50)
Plato, Platoonse liefde, het Symposium en de Phaedrus, vertaling: Charles Hupperts, Uitgeverij Damon, 304 pagina’s (€ 32,90)
Met genoegen bovenstaande gelezen. Zo idem de masterproof van Tineke Melkebeek, die thans bezig met haar doctoraatsonderzoek. Raadselachtig is de aandoenlijke verering van hooggeleerde mannen zoals Paul van Tongeren en b.v. prof.dr.mr. Herman Philips voor Aristoteles, terecht beroemd nog meer terecht berucht vanwege zijn visie op de vrouw. Geen of weinig onderzoek gedaan naar hoeveel “zwarte bladzijden” dit in de geschiedenis tot gevolg heeft gehad tot op heden.