Door Sabine Roeser (Hoogleraar ethiek TU Delft)
De besluitvorming over de coronamaatregelen wordt tot nu toe vooral gebaseerd op medische informatie. Daardoor worden belangrijke ethische kwesties over het hoofd gezien, en emoties van mensen terzijde geschoven. In dit essay betoog ik dat emoties kunnen helpen om belangrijke morele dilemma’s rondom besluitvorming over corona expliciet te maken en om morele afwegingen te maken. Dit kan bijdragen aan moreel betere en maatschappelijk meer aanvaardbare besluitvorming over de uitdagingen waarvoor corona ons plaatst.
De status quo
In zijn toespraken over het coronabeleid benadrukte premier Mark Rutte telkens het belang om uitsluitend naar de wetenschappelijke experts te luisteren, met name naar de virologen en modelleurs van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Outbreak Management Team (OMT). Hij heeft expliciet gezegd dat we niet naar bijvoorbeeld historici en juristen moeten luisteren, en dat we niet moeten ‘filosoferen’. Het sluiten van de scholen zou niet wetenschappelijk noodzakelijk zijn geweest, maar hier hebben de mensen ‘met hun voeten gestemd’.
Volgens Mark Rutte moesten we niet ‘filosoferen’
Toch maken veel mensen zich zorgen over de toekomst vanwege de gevolgen die beleidsmaatregelen zullen hebben op de volksgezondheid, de economie en onze manier van leven. Sommigen zijn bang om hun kinderen naar school te laten gaan of om zonder mondkapje naar buiten te gaan. Anderen zijn boos omdat ze de maatregelen als te streng ervaren, en omdat hun inkomen op het spel staat. Er zijn ouderen in verzorgingshuizen die wegkwijnen van eenzaamheid omdat hun dierbaren niet langs mogen komen.
De vraag is wat we met dergelijke emoties en zorgen moeten doen. In dit essay zal ik beargumenteren dat emoties zoals inlevingsvermogen en compassie, maar ook verontwaardiging en bezorgdheid kunnen helpen om belangrijke morele dilemma’s expliciet te maken en om morele afwegingen te maken.
Mijn ideeën druisen in tegen de dominante wetenschappelijke en politieke benaderingen met betrekking tot risico’s en emoties. Deze benaderingen beschouwen emoties als een bron van irrationaliteit. Psychologen zoals Paul Slovic en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman denken dat allerlei misverstanden over risico’s en statistiek, ook in de context van corona, verklaard kunnen worden door een tegenstelling tussen rede en emotie. Ze stellen dat mensen in hun risicoperceptie door ‘irrationele’ emoties worden gestuurd en zich daarom afsluiten voor wetenschappelijke feiten (Fisher, 2020).
Een standaardbenadering bij besluitvorming over risico’s is dan ook om uitsluitend te varen op wetenschappelijke expertise. Dit is wat ik de ‘technocratische benadering’ zou willen noemen; kwantitatieve informatie is leidend, zorgen van het publiek worden afgewezen als irrelevant. Een alternatieve strategie is wat ik de ‘populistische benadering’ noem; hier wordt de wil van het publiek als leidend gezien. Zelfs als die wil aan zogenaamd irrationele emoties wordt toegeschreven, dan nog volgt men het publiek, hetzij om democratische redenen, hetzij om pragmatische, instrumentele redenen, om publieke oppositie te vermijden.
Deze benadering zagen we toen Rutte besloot de scholen te sluiten onder maatschappelijke druk, ook al was er volgens hem geen wetenschappelijke noodzaak. Ik zal echter betogen dat beide benaderingen tekortschieten, omdat ze emoties en onderliggende waarden niet serieus nemen. In geen van beide benaderingen vindt er een echte dialoog plaats over de waarden die op het spel staan.
Het belang van emoties
Uiteraard is het bij het bestrijden van de coronacrisis cruciaal om de relevante wetenschappelijke feiten boven tafel te krijgen om belangrijke beslissingen te nemen. Maar de afwegingen tussen verschillende risico’s vereisen niet alleen virologische, medische en natuurwetenschappelijke informatie. Deze informatie is noodzakelijk maar niet voldoende. We moeten hier ook allerlei maatschappelijke en ethische afwegingen maken, en dat vereist expliciete ethische reflectie. Zoals ik in mijn filosofische onderzoek uiteenzet kunnen emoties hierbij een belangrijke rol spelen.
Emoties staan niet haaks op rationaliteit maar zijn juist belangrijk voor ethische reflectie
Veel emotie-onderzoekers uit de psychologie en filosofie laten zien dat emoties een bron van praktische en morele inzichten kunnen zijn (zie bijvoorbeeld Damasio, 1994 en Nussbaum, 2001). Deze ideeën geven ons een heel ander en veel rijker begrip van emoties: emoties staan niet haaks op rationaliteit maar zijn juist belangrijk voor ethische reflectie. Zoals ik in mijn werk laat zien kunnen deze inzichten ook een ander licht op emotionele reacties op risico’s werpen (Roeser, 2018).
Technocratische risicobenaderingen baseren zich louter op descriptieve informatie en consequentialistische methoden zoals risico-kosten-batenanalyse. Maar in dergelijke benaderingen zitten wel impliciete en vaak problematische waardeoordelen. Er wordt alleen naar netto gevolgen op een hoog aggregatieniveau gekeken, en vaak alleen naar een beperkt soort gevolgen, zoals het aantal doden. Zo worden vraagstukken als rechtvaardigheid, eerlijkheid en autonomie in dergelijke benaderingen doorgaans over het hoofd gezien, evenals langetermijngevolgen voor gezondheid en (psychisch) welzijn. Emoties zoals sympathie, empathie, medeleven, enthousiasme en verontwaardiging kunnen een belangrijke rol spelen om ons op dergelijke ethisch relevante aspecten van risico’s alert te maken.
Besluitvorming over mogelijke corona-voorzorgsmaatregelen en hun beoogde positieve en negatieve effecten vereist ethische reflectie. Welke waarden zijn in het geding, en hoe kunnen we die met elkaar vergelijken en tegen elkaar afwegen? Waarden als het ongemak en de ingrijpende gevolgen van ‘social distancing’ moeten worden afgewogen tegen waarden als bescherming van de volksgezondheid en het tijdig indammen van een pandemie.
Fundamentele en moeilijk, zo niet onmogelijk te beantwoorden ethische vraagstukken als ‘wat is de waarde van een mensenleven?’ staan hier centraal. Kiezen we voor een consequentialistische benadering, waarin we mensenlevens tegen elkaar wegstrepen? Of is een mensenleven van zodanige intrinsieke waarde dat dit niet in een eenvoudige vergelijking te stoppen is?
Enerzijds lijkt dit laatste een retorische vraag, en emotioneel gezien ervaren we het leven van een dierbare bijvoorbeeld als oneindig waardevol. Deontologische benaderingen in de ethiek zeggen dat we mensen niet slechts als middel mogen gebruiken. Anderzijds is het evident dat overheidsbeleid altijd een balans moet zien te vinden tussen deontologische en consequentialistische overwegingen. Hier kunnen ook emoties zoals verantwoordelijkheidsgevoel en inlevingsvermogen een rol spelen, waardoor we ons de implicaties van alternatieve handelingsopties voor kunnen stellen.
Emoties kunnen ook misleidend zijn
Emoties kunnen uiteraard ook misleidend zijn, zoals al onze bronnen van inzicht. Emoties kunnen angstaanjagende risico’s onnodig opblazen, of ons juist latente gevaren over het hoofd doen zien. Intense emoties kunnen ons eigen leed uitvergroten en daardoor geen oog hebben voor het leed van anderen. Emoties moeten kritisch worden beoordeeld op basis van wetenschappelijke informatie en ethische reflectie.
Maar bij dat laatste kunnen emoties zelf ook een belangrijke rol spelen. Dit noem ik ‘emotionele deliberatie’. Daarbij kunnen emoties zoals verantwoordelijkheidsgevoel en bezorgdheid voor anderen eraan bijdragen om het eigen leed in perspectief te plaatsen en open te staan voor beleidsopties die kunnen bijdragen aan het welzijn van anderen. Anderzijds kan compassie eraan bijdragen het leed van een individueel slachtoffer te begrijpen, wat in een kille, consequentialistische rekensom uit het zicht kan verdwijnen.
Bij het nadenken over toekomstige corona-maatregelen zouden emoties van verschillende belanghebbenden dan ook een belangrijke rol kunnen spelen om ethische vraagstukken voor het voetlicht te krijgen en recht te doen aan belangrijke waarden en verschillende perspectieven. Dit kan helpen om innovatieve strategieën te bedenken die optimaal recht doen aan volksgezondheid, economische bestendigheid en een ecologisch duurzame samenleving.
Scenario’s en verbeelding
Ethische besluitvorming over risico’s plaatst ons bovendien voor andere uitdagingen dan ethische besluitvorming over opties waarbij de uitkomsten vaststaan, zoals de Zweedse risico-ethicus Sven Ove Hansson (2009) heeft beargumenteerd. In tijden van een pandemie zou je voor het ethische voorzorgprincipe kunnen kiezen: we weten niet hoe de besmettingscurve zal verlopen, maar laten we in een vroeg stadium ingrijpen en liever iets te voorzichtig zijn dan dat we een punt bereiken waarop we terugkijken en zien dat het te laat is. Verbeelding, inlevingsvermogen, verantwoordelijkheidsgevoel en bezorgdheid kunnen een belangrijke rol spelen om rekening te houden met moeilijk voorspelbare ontwikkelingen.
Zo heeft het RIVM eerdere informatie inmiddels moeten bijstellen: in beginsel werd gezegd dat Sars-Cov-19 geen gevaarlijk virus zou zijn, alleen door zieke mensen zou kunnen worden verspreid, en een COVID19-infectie niet veel meer zou zijn dan een normaal ‘griepje’. Inmiddels weten we dat al deze claims verkeerd zijn. Een voorzorgsbenadering, gestoeld op compassie en ethische overwegingen, had in een eerder stadium een ‘what if’-exercitie kunnen inhouden: laten we van het ergste uitgaan en alvast plannen maken hoe met deze situatie om te gaan.
Het werk van kunstenaars, filmmakers en schrijvers kan in scenariodenken een belangrijke rol spelen
Het is opvallend dat vooraanstaande experts al lang voor de reële mogelijkheden van een ernstige pandemie hebben gewaarschuwd; zie bijvoorbeeld de al enkele jaren oude Netflix-docuserie Pandemic waarin dit indringend in kaart wordt gebracht. Maar blijkbaar bedenken politici en overheidsinstanties over de hele wereld ter plekke hoe ze moeten reageren op de huidige situatie. Je zou ervan uitgaan dat elke regering een draaiboek heeft klaarliggen met concrete plannen voor een dergelijke situatie.
Bovendien hadden op internationaal niveau van tevoren strategieën kunnen worden voorbereid om gecoördineerd met een dergelijke situatie om te gaan. Maar vermoedelijk werden andere vraagstukken als urgenter ervaren. Emotioneel geladen menselijke capaciteiten zoals verbeelding kunnen een belangrijke rol spelen bij het ervaren van urgentie, alsmede bij het ontwikkelen en nadenken over toekomstscenario’s.
Het werk van kunstenaars, filmmakers en schrijvers kan in zo’n scenariodenken een belangrijke rol spelen. Kunstwerken zoals (science fiction) romans en films waarin de gevolgen van een pandemie worden beschreven, kunnen tot de verbeelding spreken, abstracte problemen concreet invoelbaar maken en daardoor ethische deliberatie over de implicaties van dergelijke toekomstscenario’s faciliteren. Dit kan helpen bij het ontwikkelen van toekomstige corona-strategieën, waarbij rekening wordt gehouden met de gevolgen voor de volksgezondheid, maar ook voor de economie en het welzijn van verschillende bevolkingsgroepen.
Toekomstige besluitvorming
Mijn benadering van emoties in de context van risico’s biedt een alternatief voor de tot nu toe gevolgde technocratische of populistische benaderingen in de bestrijding van corona. Emoties vormen een rijke en waardevolle bron die ten onrechte wordt verworpen bij besluitvorming over risico en onzekerheid. De huidige benadering zou moeten worden verrijkt met aandacht voor zorgen van burgers en ethische reflectie op verschillende keuzes en beleidsopties.
Emoties zoals mededogen, verantwoordelijkheidsgevoel en bezorgdheid kunnen ons helpen om na te denken over de ethische implicaties van de moeilijke keuzes waarmee we worden geconfronteerd. We hebben de komende jaren alle bronnen van inzicht nodig die we tot onze beschikking hebben om de enorme uitdagingen van de coronacrisis aan te gaan.
Sabine Roeser is hoogleraar ethiek aan de TU Delft. Ze doet onderzoek naar risico’s, morele emoties en intuïties. Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Podium, het blad van de Nederlandse Vereniging voor Bio-ethiek. In een speciaal nummer (digitaal en print) met als thema ‘Na de coronacrisis’ roepen auteurs uit verschillende disciplines op tot een herbezinning op de zorg, onze cultuur en ethiek, natuur en milieu, economie en het recht. Bekijk de volledige editie hier.
Verder lezen:
Damasio, A.R. (1994) Descartes’ Error: Emotion, Reason and the Human Brain. New York: G.P. Putnam.
Fisher, M. (13 februari 2020) Coronavirus ‘Hits All the Hot Buttons’ for How We Misjudge Risk. New York Times. URL: https://www.nytimes.com/2020/02/13/world/asia/coronavirus-risk-interpreter.html, bezocht: 19 juni 2020.
Hansson, S.O. (2009) An Agenda for the Ethics of Risk. In: Asveld, L. & Roeser, S., The Ethics of Technological Risks. London: Earthscan, pp. 11–23
Nussbaum, M.C. (2001) Upheavals of Thought: The Intelligence of Emotions. Cambridge etc.: Cambridge University Press.
Roeser, S. (2018) Risk, Technology, and Moral Emotions. London: Routledge.
Het probleem bij de Corona pandemie is dat alles een beetje waar, onwaar, voorspelbaar en onvoorspelbaar is.
Dat iedere aanpak ten dele juist en onjuist is. Dat iedere maatregel voor en nadelen zal blijken te hebben.
Echter, dat weten we van alle eerdere pandemieën, al sinds honderden jaren!
Doel: pandemie onder controle brengen en houden, zonder grote economische-, sociale-, maatschappelijke- en psychologische schade
Wat we hadden moeten doen is: ernstige voorbereiding.
Wat we nu moeten doen is:
– ernstige voorbereiding voor de toekomst
– draagvlak creëren voor maatregelen die multidisciplinair met alle betrokkenen bedacht en besloten worden, inclusief alle uitvoeringsaspecten
– leren van de feiten en ervaringen, internationaal en maatregelen daarop periodiek aanpassen
– hard waar nodig, zacht waar het kan
– logisch en praktisch denken en handelen in segmenten en doelgroepen voor specifiek beleid vanuit risicoprofiel en maatschappelijke rol:
— ouderen en kwetsbaren: fire wall creëren, inclusief sociaal maatschappelijk pakket binnen de eigen bubbel
— werkenden, met hoog en laag risico: adequate bescherming
— jongeren, die wel en niet besmettelijk zijn: binnen de groep meer vrijheid dan buiten de groep, inclusief veel extra sociaal, cultureel, maatschappelijke activiteiten, binnen de bubbel. Opvoeden, informeren, beïnvloeden, corrigeren, influencers inzetten.
— vitale beroepen: extra beschermen
— alle mensen zijn gelijk en evenveel waard
— oversterfte vermijden, maar de dood accepteren bij ziekte
— effecten pandemie in de juiste context plaatsen, in vergelijking met griepepidemie, andere belangrijke ziektes, ziektes door milieu, ongelukken
— mensen verantwoordelijk maken met bonus- malus regeling voor gedrag
— eenduidige leiding
— eenduidige communicatie
— eenvoudige regels: internationaal, nationaal, regionaal, plaatselijk
— dragers en de kern van de economie en maatschappij extra beschermen,
— randverschijnselen, luxe- comfort en negatieve aspecten van de economie en maatschappij opofferen
— bureaucratie en bescherming eigen belangen van bestuurders afbreken (bijv. naast selecte kleine testlaboratoria ook grote commerciële laboratoria)
— meer logisch nadenken en vooruitzien (= regeren), minder academisch denken en handelen, wel laten adviseren.
— nieuw elan:
– tijdelijk geen groei, met voordelen voor klimaat, milieu en gezondheid.
– permanente- en structurele ondersteuning van mensen zonder inkomen ( basisinkomen)
– extra cultuur brengen via alle media
– nieuwe saamhorigheid
– versnelde ombuiging van traditionele nadelige invloeden naar voordelige effecten
– geen ondersteuning voor onmaatschappelijke organisaties, bedrijven en mensen (gezondheid, milieu, belastingmoraal, uitbuiting, klimaat, verrijking, criminaliteit etc.)
– goede oefening voor nog grotere, komende klimaatcatastrofe