Door Mandi Astola (Promovendus Technische Universiteit Eindhoven)

Veel optimisten hopen dat de coronacrisis waardevolle innovatie zal versnellen. Innovatie is nodig om de pandemie tegen te houden en voor andere urgente zaken, zoals klimaatverandering en de toenemende vraag naar zorg. Door de pandemie valt er minder te verliezen. Dit zou het perfecte moment zijn om zorgrobots in ziekenhuizen te introduceren, of online zorg-, werk- en leermiddelen te innoveren.

Misschien biedt het doorsnijden van toeleveringsketens de industrie de kans om eindelijk over te gaan op duurzamere productiemethoden. De pandemie geeft ook een stimulans voor de snelle ontwikkeling van slimme stadssystemen, waarbij de stroom mensen in een stad of straat kan worden gevolgd en beheerd.

Maar dit zijn enorme veranderingen. Moeten we dat niet, zoals premier Rutte vaker aan Nederlanders gezegd heeft, met zijn 17 miljoenen samen doen? Moeten burgers niet betrokken zijn bij de beslissingen over hun ziekenhuizen, scholen en steden?

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Tegenwoordig denken sommige technologieontwikkelaars alvast van wel. Als je zorgrobots innoveert, betrek dan patiënten bij de tekentafel. Als je nieuwe stadsinfrastructuur ontwerpt, betrek dan de inwoners van de stad. Als je een nieuw commercieel product ontwerpt, betrek dan de mensen die het zouden kunnen kopen. In kantoorjargon wordt dit soms ‘co-creatie’ genoemd.

Meer co-creatie is waarschijnlijk geweldig voor mensen die graag aan zulke dingen meedoen. Maar is meer betrokkenheid van burgers ook goed voor innovatie? Zal het echt tot betere ideeën en innovaties leiden?

Burgers zijn goede advocaten van de duivel

Als ik aan democratie en innovatie denk, dan denk ik aan een iconisch filosofenduo: John Stuart (JS) Mill en Harriet Taylor (HT) Mill, die in de jaren 1800 leefden. Hun opmerkingen over het verband tussen vrijheid, kennis en genialiteit wijzen ons op minstens één groot voordeel van co-creatie en één groot nadeel.

Er zijn veel voorbeelden van genieën die door het publiek werden afgewezen

Eerst het voordeel: burgers betrekken betekent dat ideeën blootgesteld worden aan meer verschillende perspectieven, waardoor het idee beter wordt. JS en HT Mill vatten het goed samen:

“De enige manier waarop een mens het geheel van een onderwerp kan proberen te kennen, is door te luisteren naar wat erover gezegd kan worden door personen met iedere verschillende mening, door de ogen van elk soort karakter.”

Door burgers bij innovatie te betrekken, kunnen er veel advocaten van de duivel gehoord worden. Hoe meer onderlinge verschillen, hoe beter, volgens JS en HT Mill.

Dit is de reden waarom JS en HT Mill excentrieke mensen bewonderen. Volgens hen zijn excentrieke mensen diegenen die ‘experimenten in het leven’ verzinnen en uitproberen. Hoe meer experimenten, hoe groter de kans dat er iets waardevols uit komt. Je zou kunnen zeggen: hoe meer we burgers bij innovatie betrekken, hoe meer verschillende perspectieven en hoe interessanter de experimenten in innovatie.

Te veel advocaten van de duivel is niet handig

Maar hier is de keerzijde: door al die advocaten van de duivel te betrekken, wordt het waarschijnlijk dat interessante experimenten snel worden stopgezet. Er zijn veel voorbeelden van genieën die door het publiek werden afgewezen. JS en HT Mill geven het voorbeeld van Socrates, die ter dood werd gebracht omdat zijn goddeloze ideeën de jeugd zouden bederven.

Hoe behouden we de creativiteit van de vele stemmen?

Een sfeer van vrijheid is niet altijd gemakkelijk te handhaven als iedereen overal inspraak in heeft. Stel dat iemand een geniaal idee heeft dat gek klinkt, maar dat je gelijk zou steunen als je het in werking zou zien. Als dit idee al in een vroeg stadium aan een democratisch proces wordt blootgelegd, dan wordt het misschien te snel afgekapt omdat het zo gek klinkt.

De auteurs behouden dan ook een speciale voorliefde voor genieën:

“Er zijn maar weinig personen wiens experimenten waarschijnlijk enige verbetering ten opzichte van de gevestigde praktijk zouden opleveren. Maar deze paar zijn het zout der aarde; zonder hen zou het menselijk leven een stagnerende poel worden. [Om deze personen] te hebben, is het noodzakelijk om de grond waarin ze groeien te behouden. Een genie kan alleen vrij ademen in een sfeer van vrijheid.”

Waardevolle ‘experimenten’ kunnen zo worden afgebroken voordat ze de kans krijgen om hun verdienste te tonen. Het innovatieproces zou de ‘stagnerende poel’ kunnen worden waar JS en HT Mill voor waarschuwen.

Kiezen tussen innovatie of democratie

Hoe behouden we dan de creativiteit van de vele stemmen, zonder geniale ideeën te laten stagneren door de kakofonie van al die stemmen? Een oplossing zou zijn om burgers uit te nodigen om ideeën te geven en te becommentariëren, maar hun beslissingsbevoegdheid te beperken.

Een publiekelijk innovatieproject kan verscheurd raken tussen democratie en innovatie

Op die manier worden ideeën en opmerkingen gehoord, maar hebben de trekkers van het project nog steeds de mogelijkheid om de beste ideeën te kiezen en uit te voeren. Dit is in feite wat veel innovatieprojecten al doen. Critici noemen dit ‘symbolische participatie’ of ‘participatiewassen’. Mensen uitnodigen om samen te innoveren en ze dan geen beslissingsmacht geven, kan mensen erg boos maken.

Wellicht is er een ander alternatief. Wat als innovators alleen burgers uitnodigen die ruimdenkend zijn en graag andere experimenten zien en uitvoeren? Als er bijvoorbeeld gewerkt wordt aan nieuwe straatverlichting, zou je burgers kunnen uitnodigen met de tekst ‘Heb jij affiniteit met technologie? Wil je meedenken met innovatieve straatverlichting?’

Dan komen er vanzelf alleen mensen die zin hebben om gek te doen met verlichting. Maar in dat geval verlies je wel de kritische advocaten van de duivel. De rijkdom aan meningen gaat verloren ten gunste van eenvoudiger experimenten.

JS en HT Mill geloofden in democratie. Ze droomden dat, als er democratie was en mensen zo vrij mogelijk waren, er goede ideeën en genieën zouden ontstaan en dat de samenleving ze vanzelf zou opnemen.

Er zit ook wijsheid in de burger die niets wil zien veranderen

Veel co-creatie-enthousiastelingen hebben dezelfde droom. Maar in werkelijkheid kan een publiekelijk innovatieproject gemakkelijk verscheurd raken tussen democratie en innovatie. Het probleem is dat beide belangrijk zijn.

Henry Ford, die de auto uitvond en op de markt bracht, zou hebben gezegd: “Als ik mensen had gevraagd wat ze wilden, hadden ze gezegd ‘snellere paarden’.” Hij had waarschijnlijk gelijk. Maar nu, in tijden van milieucrisis, vragen sommigen van ons zich misschien af: ‘Wat was er mis met paarden?’ Er zit ook wijsheid in de burger die niets wil zien veranderen, geen risico’s wil nemen.

Iedereen wil zeggenschap. Maar iedereen die in een groot bedrijf heeft gewerkt of een vakantie heeft geprobeerd te plannen met meer dan 6 mensen, weet dat het soms beter is om niet met iedereen te overleggen voordat je iets doet. Co-creatie is een veelbelovende beweging. Maar er moet goed gezocht worden naar de juiste manier om zowel innovatie als democratie te behouden.

De schrijvers en redacteurs van Bij Nader Inzien werken op vrijwillige basis. Maar om het platform draaiend te houden, hebben we wel financiële middelen nodig. Wil je ons steunen, word dan vriend of doneer eenmalig.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

3 Comments

  1. Democratie, mensen ergens bij betrekken en de input van mensen gebruiken voor een mogelijk beter resultaat, zijn mijns inziens verschillende zaken.
    Bij democratie in onze westerse wereld gaat het vooral om mensen te kiezen die in een bepaalde periode voor een bepaalde regio, de beslissingen voorbereiden, bespreken en nemen. Daarbij kan zeker tussentijds met de bevolking gecommuniceerd worden, maar meestal gebeurt dat niet.
    Mensen erbij betrekken is verstandig voor draagvlak, vooral bij voor hen impactvolle uitkomsten.
    De input van mensen benutten voor een mogelijk beter resultaat is organisatorisch en procesmatig handig om de discussie en de besluitvorming te verrijken.
    Van deze drie inspraakvormen geeft democratie tot nu toe de minst directe input op het resultaat van bijvoorbeeld innovatie.
    De meeste innovatie komt niet van genieën die jarenlang zonder contact met mensen tot iets briljants komen. Maar het bestaat wel.
    Innovatie is meestal het resultaat van een goed georganiseerd proces van ideevorming, creativiteit, onderzoeken, denken, handelen, uitproberen, communiceren, hanteren en ontwikkelen van kennis, ervaring, technieken en systemen en financiering, dat als proces ook innovatie heet.
    Maatschappelijke innovatie vraagt communicatie met en draagvlak bij de direct betrokken groepen mensen en duidelijke maatschappelijke doelstellingen..
    Het zou mooi zijn als maatschappelijke innovatie door de politieke macht veel sterker in gang wordt gezet en begeleid. Het verleden geeft echter aan dat dit nauwelijks het geval is.
    Maar er zijn goede voorbeelden: het Deltaplan, militaire afweersystemen (lekker democratisch) etc.
    Maar het staat bijvoorbeeld een ingenieursbureau vrij om zich als innovatief bureau ongevraagd te profileren met een totaal nieuwe visie op mobiliteit in de stad en de concrete onderdelen daarvan, zoals:
    uitsluiting van auto’s in de binnenstad en grote ondergrondse parkeergarages in de periferie
    verfijnd netwerk van roll-on/roll-off banen voor voetgangers
    stelsel van veilige fietsbanen op 2 snelheden
    stelsel van kabelbanen voor middelgrote afstanden
    fijnmazig openbaar elektrisch vervoer van deur tot deur
    ondergronds stelsel van metro’s, ook naar omliggende gemeentes
    gratis overal elektrische leenvervoersmiddelen voor individueel gebruik
    speciaal ouderen- en gehandicapten vervoersnetwerk
    en dat alles ook nog eens comfortabel en corona proof!!
    Aan het proces was niets democratisch, maar bedacht in zeer kleine kring van visionairs en deskundigen, puur innovatief en vooral competitief om zich als vernieuwer en koploper op de toekomstige mobiliteitsmarkt te positioneren. Misschien mogen ze het eens wel gaan uitvoeren.
    Zo worden bijvoorbeeld nieuwe generaties chips, medicijnen, productiemethoden, marktbewerkingsmethoden en de meeste apps, niet vanuit een democratisch proces aangestuurd (de coronamelder is wel een goede uitzondering).
    Maar zodra de politiek maatschappelijk gericht wordt in plaats van nu vooral economisch en financieel gericht, dan krijgt democratie wellicht meer kansen en noodzaak om innovaties, te initiëren, financieren, organiseren en de vooraf gestelde doelen te realiseren.
    In die fase zijn we wel beland, gezien het toenemende draagvlak voor klimaatbeheersing, milieubescherming en preventieve gezondheidszorg, maar ook sociale innovatie, woningbouw etc.
    Kortom, alle vormen van innovatie zijn mogelijk en dienen een democratisch gehalte te hebben, als dat nuttig is voor de toepassing en acceptatie.
    Maar de meeste innovatie zal toch blijven ontstaan in besloten kring en processen, gericht op concurrentievoordeel, efficiency en effectiviteit. Deze rol van de markt blijft bestaan, naast een nieuwe maatschappelijk gerichte politiek.

  2. Dankje voor de reactie. Je noemt een paar belangrijke nuances die ik niet heb besproken in dit verhaal. Ten eerste, het verschil tussen mensen betrekken in de naam van democratie, en mensen betrekken in de naam van betere innovatie. Ik heb het eigenlijk alleen gehad over het laatste in dit stuk. Ten tweede, dat er verschillende manieren zijn om mensen te betrekken, van stemmen voor een kandidaat tot ideeën vragen. Ten derde, dat geniën ook vaak niet alleen werken, dus het verschil tussen een “normaal” innovatie proces en een “participatief” innovatieproces niet altijd enorm hoeft te zijn.

    Als ik je goed begrijp zeg je ook dat niet-democratisch innoveren soms ontzettend efficient kan zijn. Een bedrijf kan heel snel een nieuw product ontwikkelen. En ook al zou alle innovatie meer in de democratische richting gaan in de toekomst, dat de markt deze rol zal behouden. En dat het ook goed is dat niet alle innovatie democratisch gebeurt. Diversiteit in processen is misschien ook goed, net als diversiteit in meningen.

Comments are closed.