Door Friso Timmenga (Rijksuniversiteit Groningen)
Mahatma Gandhi, Jezus Christus en de hippies uit de jaren ’70 wisten het al langer: liefde kan sociale omwentelingen veroorzaken en zelfs revoluties ontketenen. Dat deze boodschap niets van haar actualiteit heeft verloren, laat Lotte Spreeuwenberg zien in haar onlangs verschenen essay Liefde en revolutie. In dit toegankelijke boek interpreteert zij het hedendaags activisme als een beweging van liefde. Dat doet ze aan de hand van geestige privéanekdotes uit haar eigen leven, maar ook door grotere sociaalpolitieke bewegingen te analyseren.
Aandacht en ‘ontzelven’
Maar wat is liefde nu eigenlijk precies? Hoewel Spreeuwenberg onmiddellijk toegeeft dat ze het uiteindelijke antwoord op die vraag ook niet heeft, neemt ze het liefdesbegrip van de Britse filosoof Iris Murdoch (1919-1999) als uitgangspunt. Volgens Murdoch is liefde niets anders dan het verleggen van de aandacht van het ‘dikke ik’ naar de ander, in de breedste zin van het woord. Dit liefhebben als ‘ontzelven’ vormt volgens zowel Murdoch als Spreeuwenberg de essentie van onze moraliteit. Het ‘dikke ik’ is daarbij het centrale probleem, dat je kunt overstijgen door lief te hebben en in te zien dat je deel bent van een groter geheel.
Om kennis te vergaren moeten we niet onszelf in het middelpunt zetten, maar juist datgene wat daar voorbij ligt
Spreeuwenberg trekt dit liefdesbegrip breder en laat in Liefde en revolutie de praktische of zelfs politieke waarde van deze liefde zien. In de loop van het boek laat ze met vele treffende voorbeelden zien hoe liefde onverschilligheid kan overwinnen en daardoor de sleutel kan vormen voor het bestrijden van onze collectieve onwetendheid. Zo kunnen we pas tot nieuwe wetenschappelijke inzichten komen als we erkennen dat ons eigen ‘dikke ik’ niet de volledige waarheid in pacht heeft. Dit laatste is op zijn beurt pas weer mogelijk als we leren voldoende aandacht te hebben voor de ander.
Oefening in bescheidenheid
Om deze abstracte notie van collectieve onwetendheid ietwat concreter te maken, geeft Spreeuwenberg het voorbeeld van het geocentrische wereldbeeld. Tegenover dit middeleeuwse model, dat stelde dat de mens in het middelpunt van het heelal staat, plaatste Galileo in 1609 het heliocentrische model, dat juist de zon in het middelpunt van ons zonnestelsel plaatst. Hoewel Galileo uiteindelijk onder dwang zijn woorden terug moest nemen (wat volgens Spreeuwenberg maar weer eens bewijst dat het bekritiseren van heersende normen zelden ongevaarlijk is), stond hij met zijn ontdekking desalniettemin aan de wieg van de moderne wetenschappen. Zo leert deze episode uit de wetenschapsgeschiedenis ons volgens Spreeuwenberg iets essentieels: het vergaren van kennis vereist dat wij niet onszelf in het middelpunt van onze collectieve aandacht zetten, maar juist datgene wat daar voorbij ligt.
Liefde is dus eveneens een oefening in bescheidenheid. Spreeuwenberg geeft het goede voorbeeld door meermaals haar hand in eigen boezem te steken. Zo bekent ze dat zij zelf zo nu en dan sporen van validisme (de uitsluiting van mensen met een beperking) in haar werk opmerkt. Deze ontboezemingen geven Liefde en revolutie niet alleen een hoogst intiem en authentiek karakter, maar zorgen er ook voor dat de lezer bespaard blijft van een al te belerende toon of opgeheven vingertje.
De ander liefhebben betekent niet domweg alles goedpraten wat de ander doet
Een ander praktisch voorbeeld dat Spreeuwenberg aanhaalt is het vraagstuk van de identiteitspolitiek. Mag je je eigen identiteit in de strijd gooien in de naam van sociale gerechtigheid? Aan de hand van het liefdesbegrip van Murdoch zou je kunnen betogen dat dit niet gerechtvaardigd is. Is het vestigen van de aandacht op jezelf immers niet hoogst immoreel en moeten we niet juist proberen de aandacht te vestigen op de ander? Volgens Spreeuwenberg is deze redenering iets te kortzichtig. Juist door soms als enkeling de aandacht op te eisen verleg je de maatschappelijke aandacht naar gemarginaliseerde bevolkingsgroepen die deze aandacht vaak ontberen.
Liefde en boosheid
Liefde is bovendien geen eindeloze opofferingsdaad, maar mag ook af en toe zijn tanden laten zien, aldus Spreeuwenberg. De ander liefhebben betekent niet domweg alles goedpraten wat de ander doet. En als de ander stug weigert aandacht te hebben voor zijn eigen morele gebreken, dan mag liefhebben ook zeker met enige boosheid gepaard gaan. Het uiteindelijke doel van de liefde moet daarbij volgens Spreeuwenberg altijd zijn: de aandacht verleggen van zij die aan de geldende normen voldoen naar zij die daarbuiten vallen.
Liefde is een eindeloze poging die continu onze aandacht vergt en die wij dus nooit van ons takenlijstje zullen kunnen wegstrepen
Het houden van woke-wedstrijden, waarbij gepronkt wordt met de eigen deugdzaamheid, of enkel solidariteit tonen wanneer de hashtag #BlackLivesMatter in het nieuws is, vestigt daarentegen juist weer de aandacht op het ‘dikke ik’. Ook het huidige activisme moet dus volgens Spreeuwenberg niet zijn eigen doel voorbijschieten maar juist oog blijven houden voor de liefde.
Een eindeloze poging
Het moge duidelijk zijn: niemand is geheel vrij van egocentrisme. Het ‘dikke ik’ zit iedereen in de weg. Dit betekent dat iedereen continu in een leerproces zit dat lang en onvoorspelbaar is en bovendien geen einde kent. Liefde is een eindeloze poging die continu onze aandacht vergt en die wij dus nooit van ons takenlijstje zullen kunnen wegstrepen.
Als je Liefde en revolutie leest, zal je spontaan je hart willen openen en je ogen op willen slaan naar je medemens. Wanneer je aan het einde van het essay dan ook gevraagd wordt om mee te doen met Spreeuwenbergs liefdevolle revolutie, zal je deze uitnodiging onmogelijk kunnen afwijzen. Viva la revolución? Ik zou zeggen: lang leve de liefde!
Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie. |
De vraag is nu: hoe krijgen we deze inzichten als leidraad van de massa en de elite?