Door Bernd Hoeksema (Radboud Universiteit Nijmegen)
In de Nederlandse taal is ‘burgerlijk’ geen populair woord, allerminst in studentenkringen. De eerste uitleg van ‘burgerlijk’ door de Van Dale luidt: eenvoudig als een burger; (ook negatief) kleingeestig, bekrompen. Alsof de negatieve toon nog opheldering behoeft. Voeg er ‘deugdzaam’ aan toe en men heeft een serieuze kanshebber voor de minst-sexy titel voor een lezing of symposium.
Toch is dit een ode aan de burgerlijke deugd. (Hopelijk) niet aan een bekrompen soort, maar aan het idee dat een goede burger van de bank af komt en durft te strijden voor het gemeenschappelijk belang.
De Romeinse jurist en filosoof Cicero vroeg zich in De Plichten af: “welk rechtvaardig mens zou aarzelen om zijn leven op te offeren als hij de staat daarmee van dienst kan zijn?” Dat is vrijwel het tegenovergestelde van de vraag die tegenwoordig vaak gesteld wordt: welke rechten, vrijheden en middelen kan ik van de staat eisen?
Maar we moeten burgerlijke deugdzaamheid zien als essentieel voor die vrijheid: een vrije democratische samenleving werkt alleen als burgers bereid zijn om haar te dragen, eventueel ten koste van henzelf. Zo is het van belang dat zij, op zijn minst, hun stem uitbrengen bij verkiezingen (het liefst goed geïnformeerd) en netjes belasting betalen. Maar ook dat ze zich inzetten voor de gemeenschap en dat ze (juist in tijden van polarisatie) naar elkaar luisteren.
En hoewel we nog niet, zoals Cicero dat deed, van elkaar hoeven te verwachten ‘te sterven voor het vaderland’, kunnen wij ons wel afvragen welke offers moderne deugdzame burgers zouden maken wanneer een pandemie of klimaatverandering de democratische gemeenschap bedreigt.
Dit alles vraagt om kritische en integere, maar ook om betrokken en plichtsgetrouwe burgers. Of algemener: om burgers met het karakter en met het gedrag dat nodig is om de maatschappij te laten voortbestaan of zelfs te laten opbloeien. Dat is de kern van burgerlijke deugdzaamheid—en dat getuigt niet van kleingeestigheid, maar juist van een grote gemeenschapsgeest.
Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie. |