Door Jasmijn Leeuwenkamp (Universiteit van Amsterdam)

Op het eerste oog hebben feminisme en de klimaatcrisis weinig met elkaar te maken. De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is een sociaal probleem, terwijl de klimaatcrisis een natuurlijk fenomeen is, zo denkt men over het algemeen. Sterker nog, het feminisme heeft hard gestreden om te laten zien dat we de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen niet in het natuurlijke domein moeten zoeken, maar in het sociale. Gender is een sociaal construct dat niet bepaald wordt door sekse.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Maar het is precies dit onderscheid dat ecofeministen in twijfel trekken. Zij stellen al sinds de jaren tachtig dat we de onderdrukking van vrouwen niet los moeten zien van de onderdrukking van de natuur en alle andere mensen en niet-mensen die eeuwenlang als natuur of dichter bij de natuur zijn bestempeld. Zij benadrukken dat ‘de natuur’ net als ‘de vrouw’ een construct is. Denkers hebben dat construct altijd tegenover ‘de mens’ (impliciet opgevat als man) gezet om de laatste als vrij en rationeel individu te kunnen definiëren.

De Australische ecofeminist Val Plumwood stelt dat we deze vormen van onderdrukking moeten terugleiden naar het dualistische denken in de westerse filosofie. Dat denken uit zich in tegenstellingen als cultuur/natuur, subject/object, geest/materie, rede/lichaam, mens/dier, man/vrouw, en (witte) mens/niet-witte mens. Filosofen gebruikten deze tegenstellingen om de wereld hiërarchisch te ordenen: doordat de westerse mens zichzelf als redelijk en vrij wezen opvatte, kon hij de niet-redelijke wereld, inclusief vrouwen, tot object maken.

Iets of iemand tot ‘de natuur’ rekenen is dus een manier om diegene te bestempelen als niet-individu, niet-actor, en potentieel eigendom. Zo wordt diegene het decor waartegen de geschiedenis van redelijke en handelende mensen zich kan afspelen. Feministen die de status van één-en-al-baarmoeder willen ontstijgen door zichzelf te presenteren als redelijk individu, zien over het hoofd dat hun zienswijze de dualistische logica in stand houdt. Ook zij reduceren ‘de natuur’ tot het domein van passieve, redeloze objecten.

De juiste beweging is niet verticaal, maar horizontaal. We moeten niet streven naar het overstijgen en beheersen van natuur en lichaam door de rede, maar naar het herwaarderen en cultiveren van zorgrelaties met het leven waarvan we afhankelijk zijn – hetgeen Donna Haraway ook wel ‘making kin’ noemt. Wanneer we niet-mensen als verwanten zien wordt het natuurlijke dus niet alleen het persoonlijke, maar hopelijk ook politiek.

Jasmijn Leeuwenkamp is promovendus aan de Universiteit van Amsterdam.


Verder lezen

Haraway, Donna. 2016. Staying with the Trouble. Making Kin in the Chthulucene. Duke University Press.

Merchant, Carolyn. 1989. The Death of Nature: Women, Ecology, and the Scientific Revolution. New York: Harper & Row.

Plumwood, Val. 1993. Feminism and the Mastery of Nature. Opening Out. London, New York: Routledge.


Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend