Door Bij Nader Inzien (redactie)

In het Westen categoriseren we de wereld voornamelijk in abstracte categorieën zoals bomen, ballen, tafels, vogels, water, enzovoort. Maar dieren doen dit mogelijk niet op dezelfde manier, denkt Bas van Woerkum. Hij is één van de zes promovendi in de filosofie die, namens Bij Nader Inzien, hun onderzoek presenteren op Brainwash Festival. We stellen hem aan je voor via drie vragen.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.
  1. Welke vraag wordt volgens jou te weinig gesteld?

Op welke manieren worden onze cognitieve of emotionele vermogens beperkt door het soort zintuigen en het lichaam dat we hebben? Een voorbeeldje: onze ogen zitten voor in ons hoofd, maar bij veel prooidieren bevinden de ogen zich meer aan de zijkant. Wat voor invloed heeft dat op de ervaring van tijd? Is tijd voor ons iets lineairs doordat wij naar voren kijken, en bovendien naar voren lopen?

Of denk aan onze taal, die doorspekt is met metaforen: een sprong in het diepe maken, hoge pieken beleven, op je tenen lopen, je tanden ergens inzetten, het hoofd boven water houden — al de ervaringen die we willen uitdrukken met deze zinnen spiegelen hun letterlijke, lichamelijke ervaringen. Voor dieren die in het water leven — zo stel ik me voor — zijn deze concepten betekenisloos. En dat zegt juist veel over hoe onze emotionele vermogens afhankelijk zijn van het soort lichaam dat wij als mensen hebben.

  1. Door welk woord ging jij anders naar de werkelijkheid kijken?

Wij (althans hier in het Westen) delen de wereld voornamelijk op in abstracte categorieën: bomen, ballen, tafels, vogels, water, enzovoort. Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat dieren dat ook doen. James J. Gibson, de grondlegger van de ecologische psychologie, introduceerde het woord affordance (in het Nederlands vaak vertaald als handelingsmogelijkheid). 

Affordances zijn de mogelijkheden tot handelen die de omgeving een bepaald dier biedt in relatie tot de zintuigen en het lichaam dat dat dier heeft. Een steenuil ziet niet een boomholte, een rotsspleet, en nestkast, maar in alle drie gevallen ‘een plek om te nesten’. Een spin ziet geen hoeken tussen muur en plafond, geen struiken, maar ‘een plek om een web te maken’.

Voor ieder dier verschijnt de werkelijkheid anders

Gibsons idee was dat de uil en de spin hun wereld letterlijk waarnemen op deze manieren. Daarvoor moeten die ruimtes wel precies goed zijn: niet te groot en niet te klein en op de juiste plek, bijvoorbeeld — anders worden ze niet als handelingsmogelijkheid waargenomen. Voor ieder dier verschijnt de werkelijkheid dus anders, omdat de handelingsmogelijkheden voor een dier afhangen van zijn ecologische niche, lichaam, zintuigen en vaardigheden.

  1. Heb je een kijk- of leestip voor onze lezers die meer filosofisch inzicht willen in de waarheid?

Het boek Beyond the Brain van Louise Barrett is geweldig. Dat boek gaat onder andere over hoe dieren intelligent gedrag kunnen vertonen met een klein brein, bijvoorbeeld door de werking van hun ogen, of doordat ze slim gebruikmaken van hun omgeving. Ook het boek An Immense World van Ed Yong, over de enorme variëteit aan zintuigen van dieren, is een absolute aanrader.

Bas van Woerkum werkt als promovendus aan de Radboud Universiteit, binnen het Center for Cognition, Culture and Language, waar hij lesgeeft in de filosofie van dierlijke cognitie. Op Brainwash Festival (29 oktober) spreekt hij in het programma ‘Wie heeft de waarheid in pacht?’ samen met Linde van Schuppen en Natascha Rietdijk.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend