Door Coen Schuckink Kool (Universiteit Antwerpen)

En toen zaten bijna honderd mensen met hun handen op hun rug in het natte gras, omsingeld door agenten en zwaailichten. Wij hadden het niet gehaald. Na een eenzijdige veldslag had de politie ons met honden, wapenstokken en pepperspray een halt toegeroepen. Gelukkig slaagden meer dan vijfhonderd andere klimaatactivisten wel in hun opzet. Die dag, december vorig jaar, kondigde de actiegroep ‘Code Rood’ aan dat ze erin geslaagd waren zowel de luchthaven van Antwerpen als het depot van de e-commercegigant Alibaba bij Luik plat te leggen.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Terwijl we daar zaten, verbaasde ik me over het internationale gezelschap waarin ik me bevond. Ik wist al dat er Nederlanders en Fransen meededen met de actie, maar al snel bleken er ook Engelsen en Duitsers in de groep te zitten. Later op de dag sprak ik zelfs met een Italiaan, die verrassend kalm was over het feit dat zijn dagenlange treinreis op vijftig meter van zijn bestemming abrupt was geëindigd.

Territoriumdrang

In een tijd dat politieke figuren monsterwinsten boeken met withete nationalistische retoriek, gaf het meertalige gekeuvel in dit afgelegen grasveld mij toch hoop. Want terwijl steeds meer politici betogen dat politiek draait om het behoud van onze natie, onze religie en ons ras, laten klimaatactivisten zich juist steeds minder tegenhouden door grenzen en verschillen. Zo stonden veel van mijn Belgische vrienden de afgelopen maanden mee te protesteren op de A12 in Den Haag. Samen met klimaatactivisten uit Nederland, Frankrijk en Oostenrijk waren zij ook bij de bezetting van het Duitse dorpje Lützerath, om de uitbreiding van een bruinkoolmijn tegen te houden.

Klimaatacties laten zien dat de politieke strijd om klimaatbeleid vaak voorbij de grenzen van de natie gaat

Klimaatactivisten gaan hierdoor niet alleen in tegen de populistische territoriumdrang van Wilders en medestanders. Tegelijkertijd zetten zij ook een zeer invloedrijke politiek-filosofische stroming op losse schroeven. Een lange geschiedenis aan filosofen, van Jean-Jacques Rousseau tot John Rawls en Patrick Loobuyck, beweerden allemaal dat het zelfbeschikkingsrecht van een vastomlijnde natie de basis vormt van democratische politiek. Een natie moet kunnen beslissen over haar eigen reilen en zeilen. In politieke filosofie draait het erom de aard van de natie te definiëren. Klimaatacties zoals die van Code Rood laten echter zien dat de politieke strijd om klimaatbeleid vaak voorbij de grenzen van een natie gaat.

Wachtend op de arrestatiebussen die ons zouden wegvoeren zat ik dus met een dilemma: brengen klimaatactivisten de democratie in gevaar, door nationale grenzen te negeren? Of hebben wij zonet een eeuwenoude filosofische traditie achterhaald verklaard?

Pas toen hoorde ik, boven de politiesirenes en de opgewonden activisten, vogels fluiten.

Toneelstukjes

Ik moest denken aan het prachtige boekje Leven als een vogel van Vinciane Despret. Daarin beschrijft Despret hoe precies eenzelfde soort dilemma haar denken over vogels veranderde.

Ornithologen weten al lang dat vogels territoriaal zijn. Aan het begin van de lente kiezen vogels een territorium uit. Dit territorium bakenen ze af door hevig te zingen en indringers te verjagen. Maar waarom doen ze dit? Om dit te verklaren gingen ornithologen op zoek naar de functie van het territorium.

In tweehonderd jaar tijd werden uiteenlopende functies van het vogelterritorium voorgesteld, maar telkens doken er vogels op die hun territorium toch weer op andere manieren gebruikten. Zo zouden mannetjesvogels zich een territorium toe-eigenen om er vrouwtjes mee te imponeren. Maar toen werd duidelijk dat veel vrouwtjes evengoed meedoen met het verdedigen van territoria. Of territoria zouden agressieve gevechten tussen vogels tot een minimum beperken. Al snel kwamen ornithologen erachter dat gevechten tussen territoriale vogels niet meer dan toneelstukjes zijn, waarbij de betrokken vogels op geen enkel moment echt gevaar lopen.

We moeten ons richten op hoe actievoerders net als vogels de wereld territorialiseren

Een eenduidige beschrijving van de functie van het vogelterritorium bleek zo goed als onmogelijk. Vinciane Despret gooit het daarom over een andere boeg: in plaats van het vogelterritorium te zien als iets dat op zichzelf bestaat, besloot ze aandachtig te kijken naar wat vogels nu eigenlijk doen, wanneer ornithologen zeggen dat ze hun territorium verdedigen.

Door te wisselen van perspectief, werd plots duidelijk dat het territorium geen plek is, maar iets wat vogels tot stand brengen door hun gedrag, omdat ze uiteenlopende dingen belangrijk vinden. Een territorium is niet iets wat vogels bezitten, maar iets waardoor vogels bezeten worden.

Grenzeloosheid

Filosofen die proberen het nationaal volk te definiëren, lijken opvallend veel op de ornithologen die zich blindstaarden op de functie van het vogelterritorium. Allemaal zoeken ze naar een stabiele organisatievorm met een eenduidig doel, hoewel ze hiermee steeds minder weten te vatten wat mensen doen wanneer ze zich politiek engageren.

Om de grenzeloosheid van veel activisten te begrijpen, moeten we onze focus verleggen. We moeten ons richten op hoe deze actievoerders door hun gedrag politiek tot stand brengen, hoe zij net als vogels de wereld territorialiseren.

We kunnen politiek niet langer begrijpen als een strijd tussen naties met vaste kenmerken, zoals een gedeelde cultuur of religie. Maar wat is politiek dan wel?

Het probleem bepaalt het publiek dat moet kunnen meebeslissen

Zo’n honderd jaar geleden schreef de Amerikaanse filosoof John Dewey een boek dat hier misschien een antwoord op kan geven. In The Public and its Problems beschrijft hij hoe politiek in feite nooit is gegaan over naties die over hun eigen lot beslissen, maar over groepen mensen die hun gedeelde problemen oplossen. Wanneer mensen last ondervinden van een bepaald probleem, van een lokale woningcrisis tot een alomvattende klimaatcrisis, ontstaat er een publiek. Dit publiek moet zich organiseren om zijn problemen op te lossen, zonder zich te laten begrenzen door kunstmatige bouwwerken die mensen op voorhand zouden uitsluiten. Het probleem bepaalt het publiek dat hierover moet kunnen meebeslissen.

Aangezien zowel Nederlanders, Belgen en Duitsers (en de rest van de wereldbevolking) problemen ondervinden van het Belgische klimaatbeleid, is het niet meer dan logisch dat het publiek dat ontstaat zich ver voorbij de grenzen van België uitstrekt. Volgens Dewey draait democratische politiek om het samenbrengen van zo veel mogelijk betrokken mensen, zodat zij overheden tot actie kunnen dwingen.

Klimaatactivisten houden zich niet aan nette filosofische theorieën over vastomlijnde volkeren, net zoals vogels zich niet houden aan ornithologische hersenspinsels over territorium. Dat overheden er niet alles aan doen om de wereld te beschermen tegen vernietigende klimaatcatastrofes is een groot probleem. Klimaatactivisten tonen hoe langzaam maar zeker een steeds groter, divers publiek ontstaat dat klaar is om daar iets aan te doen.

Coen Schuckink Kool is promovendus aan de Universiteit Antwerpen.


Verder lezen

Despret, Vinciane. Leven als een vogel. Vertaald door Jeanne Holierhoek. Amsterdam: Octavo, 2023. 

Loobuyck, Patrick. Met elkaar, voor elkaar: de kunst van het samenleven in crisistijd. Kalmthout, België: Pelckmans, 2021.

Rawls, John. A Theory of Justice. Cambridge, Mass: Harvard University Press, 1999. 

Rousseau, Jean-Jacques. Du contrat social. Édité par Constant Bourquin. Oeuvres imortelles. Genève: Cheval ailé, 1947.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend