Door Marc Davidson (Radboud Universiteit Nijmegen)
Een blog post mag natuurlijk wat korter door de bocht dan een wetenschappelijk artikel en daarvan ben ik van plan hier willens en wetens gaarne gebruik te maken. En wel om te beargumenteren dat het vanuit de culturele risicotheorie heel begrijpelijk is waarom de politiek in de VS zich meestal rechts bevindt van de politiek in Europa. Een proefballonnetje.
De essentie van de culturele risicotheorie is dat alle mensen weliswaar verschillend zijn, maar dat er toch wel een aantal ‘standaardcombinaties’ bestaan hoe mensen, wanneer zij worden geconfronteerd met onzekere informatie, problemen definiëren en willen dat die problemen worden aangepakt. Zo blijken mensen die de natuur als veerkrachtig zien (‘het klimaatsysteem blijft echt wel in balans’) opvallend vaak zich ook wat meer te bekommeren om individuele vrijheid en autonomie. Mensen die de natuur als fragiel zien (‘we stevenen af op een klimaatramp’) blijken daarentegen opvallend vaak egalitaire gedachten erop na te houden en te wensen dat de sociale piramide wordt afgevlakt. Kruislingse combinaties, zoals libertairen die zich zorgen maken om het milieu zijn daarentegen zeldzaam. De culturele risicotheorie onderscheidt hiernaast nog twee combinaties. De eerste daarvan combineert het idee dat experts kunnen aangeven binnen welke grenzen van milieugebruik we nog veilig zitten (‘volgens het IPCC moeten we de mondiale temperatuurstijging tot 2 °C beperken’) met een politieke opvatting dat het toch vooral gaat om het maximaliseren van de totale welvaart en dat wederom experts (economen?) daarbij kunnen helpen. De laatste combinatie die de culturele risicotheorie onderscheidt, is die van de fatalist: deze gelooft noch in menselijke invloed op het milieu, noch in het nut van politieke opvattingen: de sterkeren zullen de zwakkeren toch wel exploiteren.
De culturele risicotheorie signaleert enkel dat opvattingen over risico’s en rechtvaardigheid opvallend vaak zijn gekoppeld, maar verklaart deze koppeling niet. Toch is er wel een richting waarin die verklaring kan worden gezocht. Namelijk dat ook opvattingen over rechtvaardigheid in essentie gaan om risicoperceptie. Rechtvaardigheid kan van alles inhouden, maar over het algemeen is men het wel eens dat de eigen opvattingen niet mogen afhangen van het persoonlijke voordeel dat men daarvan heeft. Wanneer een miljonair ‘rechts’ stemt omdat lage belastingen haar goed uitkomen, heeft dat weinig met een opvatting over rechtvaardigheid te maken. Evenmin wanneer een werkloze ‘links’ stemt omdat juist hoge uitkeringen haar goed uitkomen. Rechtvaardigheid betekent dat men voor een bepaalde inrichting van de samenleving staat ook als men niet zou weten welke positie men in de samenleving zou innemen. Dat is natuurlijk het beroemde gedachte-experiment van de politieke filosoof John Rawls: opvattingen over de inrichting van de samenleving behoor je te vormen vanachter een ‘sluier van onwetendheid’ over wie je bent en wat je vermogens zijn: of je rijk bent of arm, vrouw of man, getalenteerd of met minder gaven begunstigd, of je in een kansarm of een kansrijk gezin wordt geboren. Maar de keuze van de inrichting van de samenleving vanachter deze ‘sluier van onwetendheid’ draait natuurlijk bij uitstek om de omgang met risico’s: de kans dat je een meer of minder begunstigde positie in de samenleving inneemt. Hoewel John Rawls zelf daarbij uiterst voorzichtig te werk ging (‘richt de samenleving zo in dat de slechtste positie zo goed mogelijk is, want jij kan die positie innemen’) zijn er ook andere verdedigbare strategieën. Bijvoorbeeld een optimistische strategie waarbij men wel enig risico durft te lopen of überhaupt twijfelt aan het bestaan van statische slechte posities waaruit men niet kan komen.
Zo kan worden beargumenteerd dat ook aan politieke opvattingen een bepaalde risicoperceptie ten grondslag ligt. Zoals men voorbij het oog van de klimaatwetenschappers rijkt een voorzorgsprincipe erop kan willen nahouden (‘better safe than sorry’) kan men dat ook onder Rawls’ sluier van onwetendheid en er daarom meer ‘linkse’ politieke voorkeuren op nahouden. En wanneer men een optimistischer kijk erop nahoudt, gelooft dat de wereld meer kansen dan bedreigingen biedt, kan zich dat zowel uiten in opvattingen over het milieu als over verdelende rechtvaardigheid.
Terug naar de VS en Europa. Is er een verklaring waarom de politiek in de VS toch een stuk ‘rechtser’ is dan die in Europa, waarom men in de VS toch veel meer weerstand heeft tegen een overheid die in het algemeen belang handelt en welvaart herverdeelt? En ook waarom er in de VS meer scepsis is ten aanzien van de catastrofale gevolgen van klimaatverandering (ook wanneer men corrigeert voor propaganda vanuit belangenhoek)? Laat ik een slag slaan met de disclaimer dat hier werkelijk het speculeren begint. Wellicht dat de verklaring gelegen is in de ontstaansgeschiedenis van de VS. De VS is een land dat naast de oorspronkelijke bewoners vooral bestaat uit immigranten en hun nazaten. Een groot deel daarvan bestaat op zijn beurt uit de nazaten van immigranten die de afgelopen eeuwen vanuit Europa naar de VS zijn gekomen. Kan daarbij een sociale selectie hebben plaatsgevonden? Het lijkt me niet onaannemelijk dat vanuit de gehele Europese populatie juist die mensen naar de VS zijn geëmigreerd die een relatief optimistische blik op risico’s hadden, relatief ten minste ten aanzien van de achterblijvers. Want emigratie, zeker naar het Noord-Amerika van enkele eeuwen geleden, was een grote onzekere gok. De op safe spelers bleven in Europa (better the devil you know than the devil you don’t) en het type trial-and-error ging naar Amerika. En dan mag het ook niet verbazen als zo een houding cultureel verankerd raakt, dat wil zeggen overgedragen op nieuwe generaties. Oftewel, verschillen in risicoperceptie zorgden voor een schifting in Europeanen en daarmee ook een schifting in politieke kleur.
Of het ontstaan van de VS een gevolg is van risicoperceptie is nog maar zeer de vraag. Is het destijds niet een sociale vlucht van kansarme europeanen geweest ?
Nieuw Amsterdam is destijds geruild voor Suriname door de Britten als ik me niet vergis……….
Inderdaad een sociale vlucht van kansarme Europeanen. Maar er bleven minstens zoveel kansarmen in Europa. Dus de vraag blijft: waarom ging de ene kansarme wel naar Amerika en de ander niet?
Waarschijnlijk door het aan- dan wel afwezige religieus bewustzijn. Dat zou onderzocht kunnen worden.