Door Willem van der Deijl-Kloeg (Tilburg University)
Hoe weten we wat waardevol is? Neem bijvoorbeeld de huidige discussie over de klimaatwet: onze bijdrage aan klimaatverandering verminderen gaat ten koste van economische groei. Is meer economische groei of klimaatbehoud waardevoller? Hoe kunnen we dit bepalen?
Hoewel vragen over waarde al sinds het begin een belangrijk onderdeel van de filosofie uitmaken, is in de wetenschap meer en meer aandacht voor onderzoek dat gericht is op het vergelijken van waarde. Er zijn onderzoekers die stellen dat deze wetenschappelijke benadering filosofische beschouwing over wat waardevol is in grote mate overbodig maakt, net zoals de natuurwetenschappen speculatieve natuurfilosofie overbodig hebben gemaakt. In welke mate kan de wetenschap bepalen wat waardevol is?
In welke mate kan de wetenschap bepalen wat waardevol is?
Terug naar het voorbeeld. Het antwoord op de vraag of klimaatbehoud of economische groei waardevoller is hangt af van twee dingen: enerzijds hebben we feiten nodig om hem te beantwoorden. Als bijvoorbeeld blijkt dat economische groei er niet voor zorgt dat mensen zich anders voelen, of dat klimaatverandering zal leiden tot honger, dan moet dat meewegen in de afweging. Maar, het antwoord op deze vraag hangt ook sterk af van de vraag: wat maakt dat iets waardevol is? In andere woorden, welke feiten tellen? Afhankelijk van dit antwoord, kunnen wetenschappers de relevante feiten verzamelen om een antwoord te geven op de oorspronkelijke vraag: welk goed is waardevoller?
Een centrale aanname die wetenschappers en veel filosofen maken is dat iets waardevol is als het bijdraagt aan hoe goed het leven voor ons is. Maar wat uiteindelijk bijdraagt aan een goed leven voor ons is een filosofische vraag, die niet zo makkelijk te beantwoorden blijkt. Er zijn verschillende theorieën over, elk ondersteund door goede argumenten. Maar elke theorie laat ook zien waarom het meten van waarde moeilijker is dan je misschien zou denken.
Waardesubjectivisme
De simpelste filosofische theorie van waarde kennen we allemaal: als jij iets belangrijk vindt, of als jij iets verlangt, dan is dat waardevol voor jou. Deze theorie heeft een voordeel: het vraagt niet van wetenschappers om een standpunt in te nemen over waarde, maar laat dit aan de mensen. In de economie wordt waardesubjectivisme dan ook vaak gebruikt om uitspraken te doen over waarde. Maar waardesubjectivisme leidt ook aan twee problemen:
waardesubjectivisme is waarschijnlijk incorrect, in ieder geval als we het letterlijk nemen
Ten eerste, waardesubjectivisme is waarschijnlijk incorrect, in ieder geval als we het letterlijk nemen. Als je ergens verslaafd aan bent, is krijgen wat je wilt meestal niet goed voor je. Het wordt ook vaak gezegd dat slaven hun leven kunnen leren waarderen, en hun verlangen om vrij te zijn kunnen kwijtraken. Zo’n slaaf leeft qua verlangens en wensen net zoals wij: hij heeft bijna alles wat hij wil. Waardesubjectivisme zou impliceren dat zo’n leven dus ook net zo goed zou zijn als dat van ons, maar dat is een gekke conclusie. Zo gek, dat we ons moeten afvragen of het wel waar is dat waarde bestaat uit krijgen wat je wilt.
Ten tweede, meten hoe belangrijk mensen dingen vinden is erg moeilijk, vooral als het om complexe zaken gaat. Je kunt makkelijk meten of mensen liever bananen of appels eten, door ze te vragen wat ze liever willen of door te kijken voor hoeveel geld ze de producten zouden kopen. Maar als je nadenkt over de waarde van het klimaat ten opzichte van economische groei wordt het ingewikkelder. Mensen hebben nu eenmaal voorkeuren over heel veel dingen en veel van deze zaken zijn afhankelijk van elkaar: als ik meer vrij ben, vind ik het belangrijker dat er veel groen in de buurt is, en als ik leuke vrienden heb, vind ik vrij zijn belangrijker.
Bovendien kunnen zaken tegenvallen: ik kan erg uitzien naar een inkomensverhoging, maar er snel aan wennen zodra ik het heb. En, ten slotte, wat alles nog ingewikkelder maakt: als ik zeg dat ik iets graag wil, en jij zegt dat je iets graag wilt, willen we het dan net zo graag? Voor waardesubjectivisten is het vergelijken van welzijn tussen individuen dus erg moeilijk.
Geluk
Een tweede theorie stelt: waarde wordt bepaald door hoe gelukkig we zijn – oftewel, hoe goed we ons voelen. Deze theorie is anders dan waardesubjectivisme: we kunnen namelijk gelukkig zijn ondanks dat we niet krijgen wat we willen, en zelfs als we krijgen wat we willen (bijvoorbeeld een loonsverhoging), hoeven we niet gelukkig te zijn. Deze theorie is plausibeler dan waardesubjectivisme, een verslaafde is waarschijnlijk niet gelukkig, en slaven waarschijnlijk ook niet.
Geluk is dan ook een veelgebruikte maatstaf van waarde in wetenschappelijk onderzoek. Wie kent niet de bekende lijstjes van de gelukkigste landen (Nederland volgens stond op nummer 6 in 2018 volgens het World Happiness Report). Deze zijn allemaal gebaseerd op vragen zoals: “op een schaal van 0-10, hoe gelukkig ben je?”. Maar geluk heeft weer haar eigen problemen:
Het lastige van geluk is dat jij de enige bent die je eigen geluk kan ervaren.
Het lastige van geluk is dat jij de enige bent die je eigen geluk kan ervaren. Bij wetenschappelijke meetpraktijken is het belangrijk dat een waarde hetzelfde betekent in verschillende contexten. We weten bijvoorbeeld dat 100?C net zo warm was honderd jaar geleden als nu. Maar bij geluk weten we dat niet. De standaarden die we toepassen op het meten van geluk zijn waarschijnlijk niet zo constant. Iedereen kent wel de ervaring van een periode in hun leven waarin ze dachten gelukkig te zijn, alleen om later te bedenken dat ze niet zo gelukkig waren als ze dachten, en dat ze nu pas echt gelukkig zijn. Maar als dat zo is, dan geeft de evaluatie “erg gelukkig”, of “8 uit 10” een andere gelukswaarde aan in verschillende levensfases. Het is dus niet te bepalen of de evaluaties van mensen 40 jaar geleden hetzelfde betekenen als evaluaties van mensen vandaag.
Waardeobjectivisme
Gelukkig, zo lijkt het, zijn er theorieën die waarde niet volledig laten afhangen van wat mensen willen, of van hoe mensen zich voelen. Sommige van deze objectieve theorieën stellen dat waarde bepaald wordt door het vervullen van onze menselijke potentie. Maar ook deze theorieën stellen dat waarde in ieder geval deels bepaald wordt door hoe we ons voelen en wat we belangrijke doelen vinden.
En het zou ook gek zijn als dat niet zo was. Als we welzijn zouden meten door alleen te kijken naar zaken die objectief te observeren zijn – zoals de hoogte van iemands inkomen, haar gezondheid, en de grootte van haar huis – dan zouden we iets belangrijks missen. Geluk is misschien niet het enige dat telt, maar het is ten minste iets dat belangrijk is. En als we het zouden weglaten, dan missen we iets cruciaals.
Waardewetenschap?
Dit stelt ons voor een frustrerend dilemma: we kunnen waarde meten door de belangrijkste zaken mee te tellen, maar dan verliezen de toegekende getallen de betekenis die we van wetenschappelijke meetwaarden verwachten. Of, we kunnen alles meten waarvan de wetenschappelijke meetwaarden wel een vaste betekenis hebben – zoals de grootte van huizen, inkomens, en de levensverwachting van mensen – maar dan missen we een van de belangrijkste zaken (of het belangrijkste): geluk.
Het meten van waarde is daarom moeilijker dan het lijkt. Voor het beantwoorden van vragen over waarde kunnen we daarom niet blind vertrouwen op de wetenschap. Feiten zijn daarom relevant bij het beantwoorden van de vraag of klimaatbehoud waardevoller is dan economische groei, maar ze bepalen niet het antwoord. Filosofische speculatie blijft, helaas, een groot onderdeel van hoe we vragen over waarde moeten oplossen.
Filosofische speculatie blijft, helaas, een groot onderdeel van hoe we vragen over waarde moeten oplossen.
Verder Lezen
Daniel Haybron is een filosoof die veel heeft geschreven over geluk en het meten daarvan. Zijn boek The pursuit of Unhappiness, en Happiness: a very short introduction zijn bovendien erg goed geschreven. Mijn proefschrift over dit onderwerp is hier te vinden (en een samenvatting hier). Anna Alexandrova’s recente boek A Philosophy for the Science of Well-Being gaat over de wetenschappelijke kant.
“Zelfkastijding” is de term is bij mij opkomt.
De middeleeuwse flagellant hoopte zo aan rampspoed te ontkomen. Klimaatalarmisme is de nieuwe staatsreligie. De samenleving gaat zichzelf geselen met miljarden kostende offers die geen meetbaar resultaat zullen opleveren.
Een mens leeft voor zijn lol. Emotie is wat ons onderscheidt van apparaten en dode natuur. Vooruitgang is dus meer lol. Afwezigheid van leed. Meer zekerheid, meer vrijheid. Vooruitgang komt steeds weer neer op verminderde afhankelijkheid van land en natuur.