Door Josette Daemen (Universiteit Leiden)
“Alle goeds voor 2021!”, riepen we vannacht tegen elkaar. Van buren, collega’s, en pakketbezorgers zullen we de komende dagen nog vaak die wens te horen krijgen. Zij hopen dan dat je zegt: “jij ook.” En niet: “Wat bedoel je daar eigenlijk mee?” Op die pedante filosofenvraag zit natuurlijk helemaal niemand te wachten.
Toch is het een interessante vraag, en hier onder filosofieliefhebbers durf ik er toch bij stil te staan. Als we ome Hans vanmiddag ‘alle goeds’ toewensen, wat willen we dan precies voor hem? Wat is ‘goed’ voor mensen? Waarin bestaat menselijk ‘wel-zijn’?
“Alle goeds voor 2021!”
“Wat bedoel je daarmee?”
In de ethiek vinden we talloze antwoorden op deze vraag. Binnen die antwoorden kunnen we grofweg drie visies onderscheiden, elk gekenmerkt door een ander begrip van ‘het goede’, een andere opvatting van ‘welzijn’.
Ervaring van genot
Allereerst de hedonistische visie. In deze optiek bestaat iemands welzijn puur en alleen in het geluk dat diegene ervaart. Het goede, dat wordt gevormd door een prettige mentale sensatie – genot, zou je kunnen zeggen. Een hedonist die jou alle goeds wenst, die wenst je dus zo veel mogelijk van dat fijne gevoel en zo min mogelijk lijden. Een mooie wens, zou je denken.
Toch is die hedonistische opvatting van het goede problematisch. Want als het echt alleen gaat om hoe je dingen ervaart, dan maakt het voor je welzijn dus niet uit of die ervaring ook klopt met de realiteit.
Om een voorbeeld te gebruiken van Robert Nozick: iemand die de illusie van een mooie vriendschap heeft, terwijl de warme gevoelens in feite helemaal niet wederzijds zijn, is er volgens de hedonist net zo goed aan toe als iemand die een echte vriend heeft. Degene met de illusie van vriendschap en degene met de echte vriend putten immers evenveel geluk of genot uit het contact.
Bevrediging van verlangens
Zo’n nepvriendschap is natuurlijk niet wat je wilt. Daarom zouden we een tweede welzijnsbegrip aantrekkelijker kunnen vinden: het goede als de bevrediging van verlangens. Volgens deze visie wordt iemands welzijn bepaald door de mate waarin zijn of haar verlangens vervuld zijn.
Als jij een echte vriendschap wenst, en die wederzijdse band bestaat ook daadwerkelijk, dan is jouw verlangen vervuld en gaat jouw welzijn erop vooruit. Als je oma dit begrip van het goede veronderstelt, en je zo dadelijk aan de telefoon alle goeds toewenst, dan bedoelt ze dus: ik hoop dat je wensen zo veel mogelijk in vervulling gaan in het komende jaar. Klinkt sympathiek.
We kunnen best verlangens bedenken waarvan de vervulling helemaal niet lijkt bij te dragen aan ons welzijn
Maar ook deze opvatting van het goede is niet zonder problemen. Want, zoals Richard Kraut bijvoorbeeld stelt, we kunnen best verlangens bedenken waarvan de vervulling helemaal niet lijkt bij te dragen aan ons welzijn. Om half twee vannacht had ik de wens om een vierde glas champagne en een derde oliebol te nemen; met de kennis van nu denk ik echter dat de bevrediging van die verlangens helemaal niet zo goed voor me was.
Objectief goed
Misschien moeten we het goede dan toch niet zien als iets subjectiefs – niet als een kwestie van zintuiglijke ervaring of bevrediging van persoonlijke verlangens – maar op zoek gaan naar een objectieve definitie van welzijn. Dit is de derde visie. Daarbinnen wordt geprobeerd een lijst van zaken te formuleren die objectief goed voor ons zijn, ongeacht of we ook genot uit die dingen putten of ernaar verlangen.
Op het eerste gezicht lijkt het niet zo moeilijk om dingen te bedenken die objectief bijdragen aan ons welzijn: goed onderwijs, een fijne woning, gezonde voeding, sociale contacten, geld misschien. Maar dit zijn slechts zaken die instrumenteel goed zijn – ze dragen bij aan ons welzijn, maar ze constitueren ons welzijn niet. Voor de lijst van objectief goede dingen zijn we nu juist op zoek naar zaken die intrinsiek goed zijn – geen middelen om een bepaald waardevol doel te bereiken, maar dingen die zelf van waarde zijn.
Wat goed voor ons is wordt bepaald door de essentiële kenmerken die wij hebben als mensen
Welke dingen zijn nu objectief en intrinsiek goed? Verschillende filosofen hebben daar verschillende ideeën over (het zal ook eens niet). Wel vertrekken veel denkers vanuit hetzelfde punt: wat goed voor ons is, wordt bepaald door de essentiële kenmerken die wij hebben als mensen.
We hebben een lichaam en een geest, die ons in staat stellen om te leven, te denken, te voelen en verbinding te maken met anderen. Vanuit dat startpunt komen we tot het inzicht dat ons welzijn uiteindelijk bestaat in het bezitten, gebruiken, en ontwikkelen van die fysieke, cognitieve, zintuigelijke, en sociale capaciteiten. Of in de dingen die we kunnen bereiken door die krachten in te zetten: gezondheid, kennis, genot, vriendschap.
Ik wens u er een heel jaar vol van!
Verder lezen
Nozick, R. (1974). Anarchy, State, and Utopia. Malden: Blackwell Publishing (zie pp. 40-45).
Kraut, R. (2007). What is Good and Why: The Ethics of Well-Being. Cambridge: Harvard University Press.
Rasmussen, D. B. (1999). Human Flourishing and the Appeal to Human Nature. Social Philosophy and Policy, 16(1), 1-43.
Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie. |
‘ We hebben een lichaam en een geest…’
Daar heb ik nog wel wat vragen bij:
– hoe weten we dat absoluut zeker?
– hoe is die evolutionair ontstaan en met welk doel (vanuit evolutionair oogpunt)?
– hebben andere dieren ook een geest en zo ja hoe weten we dat?
– waarom maken we onderscheid tussen lichaam en geest?
Dus er bestaat waarschijnlijk ook een vierde visie:
het toewensen van een “gelukkig nieuwjaar” zou wel eens de wens kunnen zijn naar het eigen geluk van de afzender.
Het leven wordt een stuk rijker als je begrijpt dat ook het minder aangename heel goed voor je kan zijn. Helder stuk Josette!