Door Anne Polkamp (gepromoveerd aan de KU Leuven)
Nu het virus flink rondwaart in basisscholen en de ene na de andere klas naar huis wordt gestuurd, lijkt het extra belangrijk om kinderen jonger dan twaalf te vaccineren tegen het coronavirus. Op 25 november gaf het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) daar toestemming voor. Een hele rij landen, waaronder de Verenigde Staten, Canada en Israël, is al begonnen.
Toch adviseert de Nederlandse Gezondheidsraad om vooralsnog alleen kinderen met een verhoogd risico te prikken, en is er kritiek op het idee van een bredere vaccinatiecampagne. Kinderen tussen de vijf en elf jaar zijn niet gebaat bij vaccins, zo beweren sommigen. Om die reden zou vaccinatie immoreel zijn en ingaan tegen de kinderrechten. Het zijn grote woorden, en ze zijn niet terecht. Coronavaccins zouden wel degelijk beschikbaar moeten zijn voor alle kinderen van vijf tot elf.
Onderschatting van de risico’s
Hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen en Marc Dullaert van KidsRights zijn het daar niet mee eens. In Trouw stellen zij dat kinderen zelf meestal geen baat hebben bij een vaccin, omdat het coronavirus voor de meesten van hen ongevaarlijk is. Als we kinderen zouden vaccineren, zeggen ze, zouden we hen inzetten als middel om ánderen te beschermen. Volgens Buijsen en Dullaert is dat in strijd met het Kinderrechtenverdrag, dat is gericht op de belangen van het kind zelf. Het mág simpelweg niet, zegt Buijsen, “want de meeste kinderen hebben er zelf niets aan.”
De risico’s van een coronabesmetting bij kinderen zijn niet verwaarloosbaar
Er gaan hier drie dingen mis. Ten eerste is het maar de vraag of het immoreel is om kinderen te vaccineren om anderen te beschermen. We doen dat al decennia. Rodehond is relatief onschuldig voor kinderen, en toch vaccineren we hen ertegen – vooral om zwangere vrouwen en hun ongeboren kinderen te beschermen, want voor hen kan het virus wel ernstige gevolgen hebben. Waarom zou dat immoreel zijn? Een vaccinatie tegen rodehond is een veilige, kleine ingreep en kan zeer ernstige ziekte bij anderen voorkomen. Het lijkt juist moreel problematisch om die vaccinatie níet toe te staan.
Het tweede probleem is dat Buijsen en Dullaert de gevolgen van een coronabesmetting voor kinderen onderschatten. Een ernstig ziekteverloop komt weliswaar minder vaak voor bij kinderen, maar sommigen komen wel degelijk in het ziekenhuis terecht – ook kinderen zonder onderliggende aandoeningen. Bovendien lopen kinderen een reëel risico op long COVID, en de gevolgen daarvan blijken enorm. Verder krijgt een klein percentage kinderen na een coronabesmetting de ernstige ontstekingsziekte MIS-C, en kunnen zelfs milde besmettingen leiden tot neurologische en cognitieve schade. De risico’s van een coronabesmetting zijn dus niet verwaarloosbaar, en ze zijn een stuk groter dan de risico’s van – pak ’m beet – rodehond.
Fysieke gezondheid is niet de enige waarde in het leven van een kind
De derde vergissing is de aanname dat enkel het risico op ziekte mag meetellen in de kosten-batenanalyse. Vaccinatie voorkomt niet alleen ziekte bij kinderen zelf; het verkleint ook de kans dat zij geconfronteerd worden met zieke ouders en grootouders, net als de kans dat ze hen besmetten – een risico dat mentaal zwaar kan wegen. Bovendien vermindert vaccinatie de mentale en fysieke problemen die gepaard gaan met quarantaines, schoolsluitingen en geannuleerde naschoolse activiteiten.
Er is geen enkele reden om die factoren niet mee te tellen. Fysieke gezondheid is niet de enige waarde in het leven van een kind, en het is aan volwassenen om het welzijn van kinderen te waarborgen – in brede, niet in enge zin.
Onterechte straf
In een opiniestuk in Trouw protesteren kinderarts Károly Illy en socioloog Danielle Jansen dat er andere interventies zijn om maatregelen zoals schoolsluitingen te voorkomen. We kunnen bijvoorbeeld meer thuiswerken, vaker mondneusmaskers dragen en meer volwassenen vaccineren. “Er is helaas nog steeds een grote groep Nederlanders die zich niet laat vaccineren en de maatregelen en adviezen onvoldoende naleeft,” schrijven Illy en Jansen. Volgens hen rechtvaardigt de nalatigheid van volwassenen het vaccineren van kinderen niet.
Het is echter een beetje krom om kinderen een veilig en effectief vaccin te onthouden omdat de situatie beter zou zijn geweest als volwassenen de regels vaker hadden nageleefd. Dat is geen kinderbescherming, maar een onterechte straf die het welzijn van kinderen juist ondermijnt.
Bovendien veronderstellen Illy en Jansen dat het mogelijk is om schoolsluitingen te voorkomen zonder dat kinderen zijn gevaccineerd, maar daar is geen enkel bewijs voor. Als het afgelopen anderhalf jaar ons iets heeft geleerd, is het wel dat we het besmettingsgetal alleen laag kunnen houden door preventieve maatregelen te combineren. Het niet of-of, maar én-én. We moeten én vaker thuiswerken, én mondneusmaskers dragen, én meer vaccineren, ook op jongere leeftijd.
Denkfouten
Een ander argument tegen het vaccineren van kinderen is dat we niet weten wat de langetermijneffecten van het coronavaccin precies zijn. Door die onzekerheid, zegt Buijsen in Trouw, is vaccinatie niet in het belang van het kind.
Het is een denkfout om rekening te houden met de onbekende langetermijneffecten van het vaccin, maar niet met die van het virus
Deze redenering berust op twee misvattingen. Ten eerste geldt die onzekerheid natuurlijk net zo goed voor het virus. Sterker nog, het risico op langetermijneffecten is een stuk groter na een coronabesmetting dan na vaccinatie. Vaccins hebben immers weinig bijwerkingen op de lange termijn, laat voorzitter van de Gezondheidsraad Bart-Jan Kullberg weten in Trouw. Ashish Jha, decaan van de Brown University School of Public Health, schrijft in Time zelfs dat het risico op bijwerkingen vanaf zes maanden na vaccinatie met het COVID-vaccin “in wezen nul” is.
De tweede denkfout is dat Buijsen wel rekening houdt met onbekende negatieve langetermijneffecten van het vaccin, maar niet met onbekende pósitieve langetermijneffecten. Er is geen enkele reden om zo selectief om te gaan met onzekerheden. Anthony Skelton, hoogleraar filosofie aan de Canadese Western University, stelt in een opiniestuk op The Conversation terecht dat onzekerheden over voordelen net zo zwaar wegen als onzekerheden over nadelen.
Vaccin-ongelijkheid
Bezwaren tegen coronavaccins voor kinderen zijn dus niet overtuigend. Wel is er een argument om nog even te wáchten met een prikadvies voor kinderen zonder verhoogd risico. Dat heeft weinig met de gezondheid van kinderen te maken, en alles met vaccin-rechtvaardigheid. Terwijl rijke landen aan het boosteren zijn en genoeg voorraad hebben voor kinderprikken, zijn er in andere landen nog steeds te weinig vaccins. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert daarom om te wachten met het vaccineren van kinderen tot er meer vaccins zijn verspreid via Covax, het VN-programma dat bedoeld is om coronavaccins wereldwijd rechtvaardig te verdelen.
In theorie zijn er betere oplossingen. Het grootste probleem is immers niet de vaccinatie van kinderen, maar de hebzucht rondom de patenten op coronavaccins. In een ideale wereld waren die meteen vrijgegeven, zodat landen wereldwijd de kans hadden gekregen om hun eigen vaccins te produceren. Een focus op kindervaccinaties verhult dit probleem – net als andere problemen, zoals het feit dat rijke landen miljoenen vaccins hebben gehamsterd die ongebruikt in de opslag liggen en soms zelfs in de prullenbak belanden.
Het inpikken van vaccins door rijke landen is een van de grootste kwaden van deze pandemie
In de praktijk kunnen we weinig met dit soort mijmeringen over de ideale wereld. Feit blijft: op dit moment zijn er tekorten, en dus moet er een keuze gemaakt worden. Is het moreel aanvaardbaar om kinderen te vaccineren wanneer risicogroepen en zorgmedewerkers in andere landen nog niet gevaccineerd zijn?
Aan de ene kant steekt het om te wachten. Er is geen goede reden om kinderen van twaalf tot achttien wél te vaccineren, maar kinderen van vijf tot elf níet. Dat is een oneerlijk onderscheid – waarom zouden we middelbare scholieren beschermen, maar het basisonderwijs ontwrichten?
Toch weegt de mondiale onrechtvaardigheid zwaarder. Rechtvaardigheid vereist dat vaccins gelijk verdeeld worden, en het inpikken van vaccins door rijke landen is een van de grootste kwaden van deze pandemie. Het risico op overlijden is bij ouderen bovendien onnoemelijk veel groter dan bij kinderen. Als er een reden is om te wachten met een prikadvies voor kinderen zonder verhoogd risico, dan is het deze reden.
Een lichtpuntje is dat de voorraad vaccins steeds groter wordt. IFPMA, de internationale federatie van farmaceutische bedrijven, verwacht dat er tegen het eind van het jaar twaalf miljard vaccins zijn geproduceerd. Halverwege 2022 zijn dat er zelfs 24 miljard. In theorie hebben we binnenkort genoeg vaccins om de hele wereld te vaccineren, inclusief kinderen van vijf tot elf.
Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie. |
De dilemma’s zijn talrijk en groot. De meningen van experts verdeeld. Ieder voor zich en kortzichtigheid zijn leidend. Wat we echt missen is de enige weg uit de pandemie: een eenduidige wereldwijde aanpak die breed, krachtig en rigoreus is en 1 maand opoffering vraagt van iedereen. Geen contacten en het virus is verslagen. Daarna onderhoud op een laag niveau. En de wereld kan verder.
Goed artikel, hartelijk dank voor de bijdrage!