Door Merel Semeijn (Institut Jean Nicod)

Onze taal is doordrenkt van constructies die op het eerste gezicht simpel en probleemloos lijken, maar die als je er langer over nadenkt steeds ingewikkelder worden.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Neem bijvoorbeeld het volgende vertaalde citaat van de Wikipedia-pagina over Frodo:

Frodo Balings is een fictief personage uit het werk van J.R.R. Tolkien en een van de hoofdrolspelers in In de Ban van de Ring. Frodo is een hobbit van de Gouw die de Ene Ring erft van zijn neef

Indien je bekend bent met de verhalen van Tolkien denk je nu waarschijnlijk: “Ja, dat klopt wel”. Toch is hier iets geks aan de hand. Frodo is een fictief personage uit de verhalen van Tolkien. We committeren ons dus aan iets als (1):

1. Frodo is verzonnen door Tolkien

Maar Frodo is ook iemand die een ring heeft geërfd van zijn neef. Dus we committeren ons ook aan (2) of (3):

2. Frodo erft een ring van zijn neef
3. In In de Ban van de Ring, erft Frodo een ring van zijn neef

Maar hoe kan iets wat verzonnen is door iemand – een concept, een idee, een abstract object – nou hetzelfde object zijn dat een ring erft van zijn neef – een wezen van vlees en bloed, iets wat ergens woont, iets wat familie heeft en een ring kan bezitten? Een wezen van vlees en bloed kan toch niet verzonnen worden door Tolkien? Jij bent toch ook niet verzonnen door iemand? Maar iets wat verzonnen is kan toch ook niet een ring erven van zijn neef? De evolutietheorie kan toch ook niet een ring erven van haar neef?

Fictieve namen

Deze spanning vormt is een centrale puzzel binnen de taalfilosofie en semantiek van fictie genaamd the wrong kind of object problem (‘het probleem van het verkeerde soort object’). Deze puzzel ontstaat voor fictieve namen: namen voor fictieve entiteiten zoals ‘Pippi Langkous’, ‘Perkamentus’ of de ‘Millennium Falcon’.

Jij bent toch ook niet verzonnen door iemand?

Fictieve namen kunnen voorkomen in zinnen die fictie beschrijven zoals zin (2) en (3). Maar ze kunnen ook voorkomen in zinnen die een fictieve entiteit beschrijven als een fictieve entiteit zoals in zin (1). Het probleem is dat de naam ‘Frodo’ in zinnen als (2) en (3) lijkt te verwijzen naar een concreet wezen van vlees en bloed terwijl dezelfde naam ‘Frodo’ in zin (1) lijkt te verwijzen naar een abstract object. Dit zorgt ervoor dat we verschillende (tot op zekere hoogte) ware dingen kunnen zeggen over Frodo die met elkaar in conflict lijken te zijn.

Taalfilosofen ontwikkelen het liefst zo simpel mogelijke theorieën van betekenis waarin namen uniform verwijzen. Als we zo’n uniforme analyse willen geven van fictieve namen, kunnen we twee routes nemen: ofwel verwijst ‘Frodo’ in alle zinnen naar een concrete hobbit, ofwel verwijst ‘Frodo’ in alle zinnen naar een abstract object.

Concrete hobbits van vlees en bloed zijn het verkeerde soort object om verzonnen te worden door iemand

Maar welke route we ook nemen, de daaropvolgende conclusies zijn problematisch. Concrete hobbits van vlees en bloed zijn het verkeerde soort object om verzonnen te worden door iemand. Abstracte objecten zijn het verkeerde soort object om een ring te erven van een neef.

Ambiguïteit werkt niet

Misschien neig je op dit moment naar een ambiguïteitsanalyse van fictieve namen, zoals bijvoorbeeld de filosoof Saul Kripke deed. Dit houdt in dat de naam ‘Frodo’ in (1) naar een abstract object verwijst en in (2) en (3) naar een hobbit van vlees en bloed. Normale namen zijn immers ook wel eens ambigu. In de ene context bedoel ik met de naam ‘Anne’ mijn oom. In andere contexten bedoel ik met de naam ‘Anne’ mijn collega.

Een ambiguïteitsanalyse legt uit waarom het tegelijkertijd waar kan zijn dat Frodo een fictief personage is en dat Frodo een ring heeft geërfd van zijn neef. Toch kan zo’n analyse niet het volledige antwoord zijn. Neem de volgende zin:

4. Frodo is een hobbit uit de Gouw die is verzonnen door Tolkien

De naam ‘Frodo’ komt maar één keer voor in (4). Toch praten we hier weer over Frodo als een hobbit en over Frodo als een fictief personage. Hetzelfde ding (waarvan slechts één keer de naam wordt gebruikt) is dus een wezen van vlees en bloed en verzonnen door iemand. Zo simpel komen we niet af van het probleem van het verkeerde soort object.

Of werkt ambiguïteit toch wel?

Wat is dan wel de oplossing als die simpele ambiguïteitsanalyse het niet is? Er zijn een aantal analyses voorgesteld die allemaal op een of andere manier toch aannemen dat er sprake is van ambiguïteit.

Een type oplossing is dat fictieve namen uniform verwijzen naar abstracte objecten. Fictieve namen zijn niet ambigu; de naam ‘Frodo’ verwijst in zinnen (1), (2) en (3) naar hetzelfde verzonnen concept.

Het abstracte object Frodo exemplificeert eigenschappen zoals ‘verzonnen zijn door Tolkien’

Tegelijk zit er wel ambiguïteit in de dingen die we over Frodo zeggen. Een abstract object, zoals Frodo, kan op twee manieren een eigenschap hebben. Abstracte objecten kunnen eigenschappen ‘encoderen’. Dit betekent dat het hebben van die eigenschap het abstracte object definieert. De lege verzameling encodeert bijvoorbeeld de eigenschap ‘geen elementen bevatten’.

Daarnaast kunnen abstracte objecten ook eigenschappen ‘exemplificeren’. De lege verzameling exemplificeert bijvoorbeeld de eigenschap ‘als voorbeeld gebruikt worden in deze blogpost’. De lege verzameling heeft die eigenschap wel echt, ze wordt hier namelijk gebruikt als voorbeeld. Maar die eigenschap maakt geen deel uit van de definitie van de lege verzameling. Het verandert namelijk niets aan wat een lege verzameling betekent.

Hoe passen we dit toe op Frodo? In het kort: het abstracte object Frodo encodeert eigenschappen als ‘een hobbit zijn’ en ‘een ring geërfd hebben van zijn neef’. Deze eigenschappen maken deel uit van de definitie van Frodo. Het abstracte object Frodo exemplificeert eigenschappen zoals ‘verzonnen zijn door Tolkien’. Het is wel echt waar dat Frodo is verzonnen door Tolkien, maar dit maakt geen deel uit van de definitie van Frodo. Op deze manier kan een abstract object dus toch het juiste soort object zijn om eigenschappen als ‘een hobbit zijn’ te hebben.

Eigenlijk begrijp ik nog steeds niet hoe ik begrijp wat er op de Wikipedia-pagina van Frodo staat

Is dit dan de juiste analyse? Betekent dit dan dat In de Ban van de Ring over abstracte objecten gaat in plaats van over hobbits? Hier zijn taalfilosofen het nog niet over eens. Eigenlijk begrijp ik nog steeds niet hoe ik begrijp wat er op de Wikipedia-pagina van Frodo staat.

Merel Semeijn is postdoctoraal onderzoeker aan het Institut Jean Nicod in Parijs.


Verder lezen

Kripke, S. (2011) ‘Vacuous names and fictional entities’, Philosophical Troubles, pp.52–74, Oxford University Press, Oxford

Semeijn, M., Zalta, E.N. (2021) ‘Revisiting the ‘wrong kind of object problem’’, Organon F, pp. 168-179

‘Frodo Baggins’ (2022) Wikipedia, [https://en.wikipedia.org/wiki/Frodo_Baggins] geraadpleegd op 13 mei, 2022


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend