Door Oscar de Nijs Bik (Universiteit Antwerpen)

Sinds vorige winter heeft een koppel eksters zijn toevlucht genomen in een boom voor mijn woning. Op een ochtend schrik ik bij het zien van twee grote zwarte kraaien, terwijl ik toekijk hoe het de eksters niet lukt hen te verjagen.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Uitzinnig van woede trek ik het raam open. Na wilde handgebaren en luid geschreeuw vertrekken de indringers. Wanneer de eksters het nest opnieuw benaderen, glunder ik van trots. En op dat moment borrelen tegenstrijdige vragen in mij op: waarom moest ik de kraaien verjagen? Waarom voel ik mij trots? Is dat gevoel terecht?

In haar werk verkent Vinciane Despret hoe biologen het gedrag van dieren het best kunnen interpreteren. Die interpretatie hangt af van de vragen waarmee de onderzoeker aan de slag gaat. Hoe meer rigide de vraag is, hoe meer rigide het antwoord. Zo zal een klassiek-darwinistische vraag – wat is het drijvende mechanisme achter de overleving van elke soort – een even klassiek-darwinistisch antwoord opleveren: zelfzuchtige genen.

In plaats van die rigiditeit verdedigt Despret een houding die ze ‘de deugd van beleefdheid’ noemt. Die houding opent de deuren voor nieuwe, nog onbekende vragen. Meer nog, ze vertrekt van een volstrekt ander uitgangspunt, namelijk dat onderzoeker en onderzoeksobject in hun relatie de voorwaarde vormen voor elke vraag en dus ook voor elk antwoord.

Dat de eksters mij nadien alsmaar meer vragen begonnen te stellen, wijst daarom op een fundamentelere vaststelling. Een vaststelling die mijn relatie tot de eksters tegelijk versterkt en bemoeilijkt.

Want hoe mijn trots tot stand komt, wie wie eigenlijk bestudeert en waarin mijn aandeel in het wegjagen van de kraaien nog precies verschilt van dat van de eksters, zijn vragen die door de deugd van beleefdheid prompt boven komen drijven. Dat niet alleen, het gevolg is ook dat elke poging tot het vinden van een eenduidig en helder antwoord op die vragen net zo beleefd de kop wordt ingedrukt.

Oscar de Nijs Bik is promovendus aan de Universiteit Antwerpen.


Verder lezen

Despret, Vinciane. ‘From Secret Agents to Interagency’. History and Theory 52, no. 4 (2013): 29–44.

Despret, Vinciane. ‘Sheep Do Have Opinions’. In Making Things Public. Atmospheres of Democracy, onder redactie van Bruno Latour en Peter Weibel, 360–68. MIT press, 2005.

Despret, Vinciane. ‘The Enigma of the Raven’. Angelaki 20, no. 2 (3 April 2015): 57–72.

Despret, Vinciane. What Would Animals Say If We Asked The Right Questions? Vertaald door Brett Buchanan. Minneapolis en London: University of Minnesota Press, 2016.

Haraway, Donna. When Species Meet. Minneapolis: University of Minnesota Press, 2008.

Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend