Door Tonya Sudiono (publicist)

In De toekomst van het sterven (2022) stelt filosoof Marli Huijer dat we te weinig nadenken over de vraag: hoe te sterven? We houden de dood liever op afstand door haar uit te stellen en ons te focussen op herstel en genezing. Huijer gebruikt voor de omgang met de dood de metafoor ‘het huis van de sterfelijkheid’: sterfelijkheid is iets dat onderhoud en aandacht nodig heeft. Zij betoogt dat het lijden en het sterven draaglijker zijn als we erop voorbereid zijn.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Na het voortbrengen in het goede, schone en ware en het afsluiten van een geregistreerd partnerschap, leek het mijn partner en mij een logische vervolgstap om na te denken over ons levenseinde. Voor eenieder die zich daar, zelf of samen, een voorstelling van wil maken, biedt De toekomst van het sterven een mooi uitgangspunt.

Vereeuwigd met je Mercedes

Bezoek dan gelijk ook Museum Tot Zover, het museum dat stilstaat bij de vraag: hoe gaan we om met de dood? Het museum is gelegen aan begraafplaats de Nieuwe Ooster in Amsterdam-Oost, waar het rustig vertoeven is tussen de graven van verschillend allooi. Er is voor elk wat wils: van overwoekerde graven tot de doden die met hun geliefde Mercedes op de grafsteen vereeuwigd zijn.

Mag ik naast je komen liggen als ik doodga?

“Wil je begraven worden of gecremeerd?” vraag ik.
“Ik denk begraven,” zegt hij na een korte twijfel. “Gek genoeg is dat toch iets wat ik vanuit huis heb meegekregen. Daar zijn ze katholiek.”
“Wil je dan begraven worden waar je vandaan komt, of bijvoorbeeld hier?”
“Ik vind het hier wel mooi.” We wandelen over de grindpaden, de kinderwagen voor ons uit duwend.

“Wie denk je dat er eerder sterft, jij of ik?”
“Aangezien ik ouder ben, en man, denk ik toch wel ik,” antwoordt hij.
“Dan zou het wel fijn zijn als ik je graf kon opzoeken op zo’n mooie plek.” De kleine is in slaap gevallen, dus maken we een extra rondje.
“Mag ik dan naast je komen liggen als ik doodga?”
“Dat zou ik heel gezellig vinden.”

Death doula’s

Als ik nadenk over de dood, dan komt mijn eerste bevalling daarbij het dichtst in de buurt. Je hebt het nog nooit gedaan en weet niet wat je moet verwachten, behalve dat het een transformerende ervaring is. Het is levensgevaarlijk en pijnlijk, je bent deels wilsonbekwaam (door de vele hormonen) en het loopt altijd anders dan je had verwacht. Ondanks het duizelingwekkende aanbod van ademhalings-, yoga- en hypnobirthingcursussen, kun je je er niet echt voorbereiden.

“Zouden we ons op de dood niet even aandachtig moeten voorbereiden als op andere belangrijke en plechtige momenten in het leven?”, vraagt Huijer zich af. Het is zowaar mogelijk: er bestaat hypnosetherapie om de doodsangst te overwinnen, en daarnaast kun je zogenaamde ‘death doula’s’ inschakelen als stervensbegeleider.

Goed sterven

Iedereen gaat anders met een naderende dood om. In plaats van acceptatie voor het lijden, wekt het bij sommigen juist strijdlust op, een onbedwingbare lust for life die zich uit in verzet tegen de dood. Dichter Lieke Marsman (32), die kampt met kanker, reageerde onlangs kritisch op Huijers essay in de Volkskrant. Marsman vindt dat we van het sterven vooral geen normatieve kwestie moeten maken.

Het zet uitspraken van Huijer op scherp, zoals: “Hoe meer de stervende zelf in staat is het lijden en sterven te waarderen als iets wat bij het leven hoort, des te meer zal ook de omgeving daartoe in staat zijn.”

Moet het nu ook nog grappig zijn dat ik kom te overlijden?

Marsmans antwoord: “Het is al heftig als je doodgaat en dan moet je dat ook nog goed doen? Moet je een bucketlist afwerken, zo veel pijnstillers nemen dat je niks meer voelt, netjes afscheid nemen, je financiële zaken op orde hebben? Nee, er is geen slecht sterven. Dat is het eerste dat een samenleving moet leren over de dood. Sterven mag ook schreeuwend van de pijn of angst, terwijl iedereen om je heen huilend gek wordt. Hoe erg zou het zijn als nabestaanden na iemands dood ook nog het gevoel konden hebben: nou, dit voldoet niet aan de normen van het goede sterven.”

Hoewel De toekomst van het sterven niet geheel overtuigend is als normatieve verhandeling, komt het boek wel tot zijn recht als aanmoediging om met je naasten het moeilijke gesprek aan te gaan. Wat maakt het leven betekenisvol? Hoe zou je het liefste willen gaan? En welke medische zorg past daar wel, en vooral ook niet bij?

Daarbij gaat het in De toekomst van het sterven nadrukkelijk om sterven op hogere leeftijd.

Hoewel deze focus begrijpelijk is, laat Marsmans reactie laat zien dat Huijers boek weinig soelaas biedt aan (jonge) mensen die het vertikken om lijden en sterven te accepteren.

De mens in opstand

In het laatste hoofdstuk pleit Huijer voor een vrolijke kijk op de dood. “Zonder humor kost het meer moeite om onze aftakeling en sterfelijkheid onder ogen te zien en ons ondanks alles erbij thuis te voelen.” Ik stel mij Marsmans wrevel al voor: moet het nu ook nog grappig zijn dat ik kom te overlijden?

In Huijers boek passeren naast diverse filosofen als Epicurus, Foucault en De Beauvoir ook vele schrijvers de revue. Albert Camus is wat mij betreft de opvallende afwezige.

Ik kijk diegene aan terwijl ik rochelend en stikkend sterf

In De mythe van Sisyphus stelt Camus dat zelfmoord het enige werkelijk ernstige filosofische probleem is. Zijn begrip van het absurde vormt de nodige aanvulling op Huijers ‘vrolijke kijk op de dood’: we kunnen aanvaarden dat het leven zinloos is en ons neerleggen bij het absurde van het bestaan, maar ons toch verzetten tegen zelfdoding door koppig door te gaan met leven. Juist die revolte tegen de dood geeft het leven waarde.

De kans is groot dat mijn partner eerder wegsterft dan ik. Ook is het aannemelijk dat ik met palliatieve zorg, stoned van de morfine, zachtjes richting het einde wordt begeleid. Toch kan ik het niet laten om hoop te houden dat één van mijn stervensfantasieën in vervulling zal gaan.

Ofwel ik sluip stiekem weg uit het leven terwijl een vriend of familielid net even koffie aan het zetten is. Ofwel iemand houdt mijn handje vast en ik kijk diegene aan terwijl ik rochelend en stikkend sterf.

Maar zowel het leven als de dood nemen uiteindelijk toch vaak een loopje met de mens.

Tonya Sudiono is publicist en communicator bij Waag.


Verder lezen

Camus, A. 1942. De mythe van Sisyphus
Huijer, M. 2022. De toekomst van het sterven


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend