Door Giovanni Prins (Universiteit van Amsterdam)

Het zal je vast bekend voorkomen: je bent op een verjaardag of familiefeest en een provocatieve opmerking van een genodigde leidt tot een stevige woordenwisseling. Situaties zoals deze lijken steeds vaker voor te komen. Zo ook in een spotje van Stichting Ideële Reclame (SIRE). Een vader en dochter staan lijnrecht tegenover elkaar in een verhitte discussie over asielzoekers – ‘gelukzoekers’, zoals de vader ze noemt. Met ieder betoon van afkeuring drijven de twee figuren verder bij elkaar vandaan. “Verlies elkaar niet als polarisatie dichtbij komt”, vertelt SIRE ons.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

SIRE’s campagne is de recentste uiting van een terugkerende gedachte: polarisatie leidt tot niets dan algehele onvrede, je kunt het maar beter vermijden. Maar is polarisatie inderdaad het probleem? Is deze retoriek niet slechts een poging om het maatschappelijk debat dood te slaan? En is polarisatie niet precies de drijfveer van elke gezonde democratie?

De mond snoeren

Elke felle discussie of onenigheid van sociaal-maatschappelijke aard wordt tegenwoordig al snel getypeerd als ‘polariserend’. Die opvatting is een onontkoombaar feit van het maatschappelijk debat geworden, met als gevolg de stillegging van iedere belangrijke discussie. Het polarisatieargument is namelijk simpelweg een manier om aan de stoelpoten van de opponent te zagen. Het zet kritiek op radicale opvattingen – die vaak aan de rechterkant van het politieke spectrum voorkomen – direct weg als polariserend.

Het polarisatieargument is een manier om aan de stoelpoten van de opponent te zagen

Met deze polarisatieretoriek doe je weinig anders dan elkaar de mond snoeren, met de beëindiging van de dialoog als gevolg. Op die manier verschuiven rechts-extremisten de argumentatieve bewijslast naar hun linkse tegenspelers en blijft hun eigen mening ongedeerd staan. Antivaccinatie-ideologie afkeuren? Polarisatie. Ingaan tegen ontkenners van de klimaatproblematiek? Polarisatie. Afkeer hebben van de aanscherping van de Amerikaanse abortuswetgeving? Polarisatie.

Zoals Sander Schimmelpenninck in de Volkskrant opmerkte, ontaardt het polarisatieargument vaak in victim blaming. Wie te kampen krijgt met radicale tegenstand in de vorm van bedreigingen, intimidatie of treiterijen heeft dit zogenaamd aan zichzelf te wijten – had diegene maar niet zo moeten polariseren. In de hedendaagse cultuur is het bijna gewoon geworden om politici te belagen. Zowel binnen als buiten het parlement krijgen politici te kampen met dreigementen en (fysieke) intimidatie. En de boosdoener is vaker wel dan niet het favoriete modewoord van het moment: polarisatie.

Polarisatieretoriek maakt ons blind voor eenzijdige radicalisering

Maar is de boosdoener niet altijd de belager zelf? Polarisatieretoriek schuift gebrek aan fatsoen en gewoonweg misdadig gedrag onder het tapijt, of keurt het zelfs goed. Is het bovendien niet geoorloofd, of zelfs wenselijk, om extremistische standpunten van populistisch-rechts te beantwoorden met felle tegenstand?

De uitzinnige verspreiding van misinformatie en uitlatingen van racisme door Ongehoord Nederland vereisen bijvoorbeeld kritische betrokkenheid en weerstand. Tegenstanders de mond snoeren door hen als polariserend te labelen, ontneemt hun de kans kritiek te uiten en democratische politiek te bedrijven. Polarisatieretoriek maakt ons daarmee blind voor eenzijdige radicalisering.

Plaaggeest

Dat politiek schuurt in onze samenleving is duidelijk. Maar is dat niet precies het punt? Als zogenaamde ‘polarisatie dichtbij komt’ verliezen wij niet elkaar, maar het belang van democratische redevoering. Een politiek debat is weinig waard als we de mening van de ander voortdurend stilzwijgend accepteren. Als Extinction Rebellion zich niet in mag zetten voor het behoud van onze aardkloot, zich niet af mag zetten tegen grootschalig wanbeleid op het gebied van klimaat, wat is dan het nut van democratie?

Discussies, protesten, en stakingen zijn noodzakelijke wapens in de handen van de democratische burger

Overigens kennen sommige situaties helemaal geen ‘redelijke middenweg’. Achterhaalde opvattingen over ras, geaardheid of gender behoeven nou eenmaal felle tegenstand. Redevoering en demonstratie maken hier een essentieel deel van uit. Die politieke tegenstand is een onmisbaar middel om een progressievere en inclusievere samenleving te creëren. Anders verandert er weinig, net zoals loonsverhogingen ook niet zomaar uit de lucht komen vallen en sociale huurwoningen zichzelf niet bouwen. Discussies, protesten, en stakingen zijn noodzakelijke wapens in de handen van de democratische burger.

Bovendien neem ik mijn mededemocraat weinig serieus als ik de dialoog uit de weg ga. Die eeuwige zoektocht naar een redelijk midden is nou juist precies de reden dat er in Nederland al jaren geen significante maatschappelijke vooruitgang is. Verandering vergt schuring, dat is nooit anders geweest, en de liberale cultuur die consensus idealiseert is een plaaggeest die elke vorm van progressie belemmert.

Patstelling

De waarheid ligt niet altijd in het midden. Soms is weerstand de enige vorm van politiek bedrijven. Zoals Chantal Mouffe betoogt, is een harmonieuze en alomvattende consensus binnen de democratische discussie een waandenkbeeld. Democratie gaat vaak niet om samenspraak, maar om tegenspraak. Wrijving is waar democratie haar waarde en legitimiteit aan ontleent. Als we dit proberen te elimineren met een beroep op polarisatie, ontdoen we de democratie van haar onderscheidende karakter.

We moeten conflict niet vermijden, maar integreren in onze democratie

Belangrijker nog, op deze wijze a-politiseren we de burger. En dat is nog vele malen gevaarlijker. Want zoals Mouffe ons leert, is conflict binnen democratie onvermijdelijk. De vraag is niet óf er conflict is, maar op welke manier deze vormgegeven wordt. De zwijgen-is-goud-mentaliteit zorgt er uiteindelijk alleen maar voor dat democratische onenigheden ongewenste vormen aannemen. We praten niet met elkaar, raken vast in algoritmes en vormen bubbels.

Het gevolg is dat desinformatie en geweld alsmaar prominenter worden. Zoals Bas Keemink duidelijk maakt vormt dit het échte gevaar voor de democratie. Het is belangrijk dat we het publieke debat aanmoedigen om dat gevaar tegen te gaan. Essentieel zelfs. We moeten conflict niet vermijden – dat is immers onmogelijk. We moeten het integreren in onze democratie. Doen we dit niet, dan drijven we daadwerkelijk uit elkaar.

Polariseerden we dus maar wat meer, dan kwam er tenminste nog wat van de patstelling die ons huidige politieke klimaat kenmerkt. Centrumpolitiek en redelijke middenwegen zijn geen waarden an sich. Eerder vormen ze obstakels voor democratische redevoering en sociaal-maatschappelijke vooruitgang. Polarisatie vormt geen gevaar voor de maatschappij, een eenduidige radicalisering van de samenleving wel.

Giovanni Prins is researchmasterstudent aan de Universiteit van Amsterdam.


Verder lezen

Chantal Mouffe, 2000. The Democratic Paradox. London: Verso.

Chantal Mouffe, 2013. Agonistics: Thinking the World Politically. London: Verso.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend