Door Bas Keemink (Tilburg University)

In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen was Geert Wilders tijdens de Algemene Beschouwingen benieuwd naar de kijk van Thierry Baudet op complottheorieën. Het leverde een memorabel moment op. Baudet kwam openlijk uit voor zijn bedenkingen over 9/11 en de maanlanding, waarop Wilders opmerkte dat Baudet zelf al aardig op weg is naar de maan. Een bulderlach volgde vanuit de rest van de Kamer.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Het fragment ging binnen no time viraal. Het is inderdaad hilarische televisie. Desondanks is humor niet het juiste antwoord op complotdenkers als Baudet. Filosofen kunnen daarentegen een belangrijke rol spelen in de strijd tegen onbetrouwbare theorieën.

Onzin is van alle tijden

De woorden van Baudet zijn voor velen geen verrassing. Eerder riep hij mensen op zich niet te laten vaccineren, ontkende hij de menselijke invloed van de opwarming van de aarde en beweerde hij dat de wereld wordt geregeerd door een samenzwering van kwaadaardige reptielen. De laatste nam hij terug. Het was zogenaamd een metafoor voor het reptielenbrein.

Deze pseudowetenschappelijke overtuigingen leiden tot levensgevaarlijke situaties

Pseudowetenschappelijke theorieën zijn niet, zoals vaak wordt gedacht, een nieuw probleem. In Engeland gingen er in 1853 al geruchten rond onder de arbeidersklasse dat de elite hen wilden brandmerken nadat de overheid het eerste nationale vaccinatieprogramma tegen pokken uitvoerde. Antivaccinatiebewegingen zijn vandaag de dag, mede door volksvertegenwoordigers als Baudet, nog steeds springlevend. Dit kan leiden tot dodelijke gevolgen. In 2019 was er op het eiland Samoa bijvoorbeeld een mazelenuitbraak omdat de vaccinatiegraad van 90 naar 30 procent daalde. Op een populatie van 200.000 bewoners stierven 77 mensen aan de gevolgen van deze uitbraak. Onder de sterfgevallen waren twee baby’s.

Er zijn ook oudere voorbeelden van onzinnige overtuigingen met dodelijke gevolgen. Denk aan de heksenjachten tijdens de middeleeuwen. Deze pseudowetenschappelijke overtuigingen leiden tot levensgevaarlijke situaties. Om ze te bestrijden moeten we deze theorieën serieus nemen in plaats van gekscherend aankaarten, zoals Wilders dat doet.

Zwart-wit

Vanaf de jaren ‘20 nemen filosofen dit soort theorieën dan ook serieus. Er ontstaat een debat over het onderscheid tussen wetenschappelijke waarheid en pseudowetenschappelijke onzin. Dit staat ook wel bekend als het demarcatiedebat. In de jaren ‘80 maakte filosoof Larry Laudan een einde aan deze discussie. Filosofen hebben dan nog altijd geen consensus bereikt en volgens Laudan is dat ook niet nodig. Hij schrijft dat wetenschappers (en filosofen) onbetrouwbare theorieën intuïtief toch wel herkennen.

Een strak onderscheid tussen ‘wetenschap’ en ‘pseudowetenschap’ blijkt in veel gevallen te zwart-wit. Hierdoor zijn definities van deze twee termen niet overkoepelend genoeg. Bovendien beweert Laudan dat een overtuiging die ‘wetenschappelijk’ wordt genoemd een bepaalde waarde krijgt binnen onze samenleving met sociale en politieke gevolgen. Volgens Laudan moeten filosofen daarom hun vingers niet branden aan dit debat. Ze kunnen het demarcatiedebat beter laten rusten.

Filosofen moeten juist hun handen vuil maken

Wetenschapsfilosofen Massimo Pigliucci en Maarten Boudry vinden, net als Laudan, dat filosofen wetenschap probleemloos kunnen herkennen. Onzinnige theorieën zijn vaak zo overduidelijk onwaar dat het de moeite niet eens waard is om erover te discussiëren. Dit inzicht maakt filosofen onverschillig over de grens tussen wetenschap en pseudowetenschap, waardoor het demarcatiedebat is verwaarloosd. Eenzelfde onverschilligheid is te zien bij Geert Wilders in de Tweede Kamer. Hierdoor worden complotdenkers weggezet als ‘gekkies’ en niet serieus genomen. Dit is zorgwekkend, omdat zij in gevaarlijke theorieën geloven. Om hen te overtuigen van hun ongelijk moeten we hen in eerste instantie serieus nemen.

Net als Laudan denkt Pigliucci dat het demarcatiedebat sociale en politieke gevolgen heeft. Vanwege de negatieve gevolgen van pseudowetenschappelijke overtuigingen vindt hij, in tegenstelling tot Laudan, dat filosofen hun handen juist vuil moeten maken. Ze moeten zich structureel bezig houden met het demarcatiedebat. Ook vindt hij dat filosofen niet alleen de academische discussie moeten voeren over het onderscheid tussen wetenschap en pseudowetenschap, maar zich ook in het publieke debat moeten mengen om de strijd tegen pseudowetenschappen te voeren.

Vertrouwen?

Zonder een scherp onderscheid tussen wetenschap en pseudowetenschap is het niet makkelijk om wetenschap te verdedigen en pseudowetenschap te bestrijden. Maar volgens wetenschapsfilosoof Arnon Keren hoeven filosofen die taak helemaal niet op zich te nemen. In een publiek debat kunnen filosofische en wetenschappelijke argumenten complotdenkers überhaupt niet overtuigen, beweert hij. De algemene wetenschappelijke kennis proberen te vergroten is dan ook niet effectief.

Volgens Keren is het beter om het vertrouwen in experts te vergroten. In zijn onderzoek laat hij zien dat leken begrijpen hoe de wetenschappelijke consensus wordt vastgesteld en die methode als betrouwbaar zien. Daarom betoogt hij dat we de strijd tegen gevaarlijke onwaarheden moeten aangaan door in debatten te beschrijven hoe wetenschappers tot een consensus zijn gekomen en wat die consensus inhoudt.

We moeten blijven toelichten hoe wetenschappers tot een consensus komen

Oftewel, wanneer Baudet een volgende keer beweert dat de maanlanding niet heeft plaatsgevonden, is het goed om deze beweringen serieus te nemen in plaats van er met een grote groep lacherig over te doen. Op deze manier kan er een dialoog beginnen. Ook wanneer Baudet zegt dat hij er niet bij was om te controleren of er daadwerkelijk iemand op de maan landde, kan je die opmerking beamen in plaats van er om te lachen. Baudet was er inderdaad niet bij, net zomin als Wilders of ik erbij was. Desalniettemin is het belangrijk om te beargumenteren dat het logischer is om de heersende opvattingen onder astronomen te geloven dan willekeurige theorieën die rondgaan op het internet.

Computers computeren

Het is ook goed om uit te leggen wat de consensus is onder astronomen en wat het Apolloprogramma voor de astronomie en andere vakgebieden heeft betekend. Net zoals we moeten blijven toelichten hoe wetenschappers tot een consensus zijn gekomen over vaccinaties en klimaatverandering wanneer anderen de feiten daarover glashard ontkennen. Ik verwacht niet dat we hiermee mensen als Baudet makkelijk overtuigen, maar zo blijven we hen in ieder geval serieus nemen. Hopelijk kunnen we de twijfelaars daarmee overtuigen van het gevaar van pseudowetenschappen.

Mocht je je aangesproken voelen maar tegelijkertijd weinig behoefte hebben om vanaf nu op elke kringverjaardag de totstandkoming van de wetenschappelijke consensus uit te leggen aan je familieleden, dan kun je altijd nog het argument van evolutiebioloog Richard Dawkins proberen. Dat kan respect voor de wetenschap én een bulderlach met zich meebrengen. Zijn argument is: “Wetenschap werkt! Vliegtuigen vliegen. Auto’s rijden. Computers computeren. Wanneer je medicijnen baseert op wetenschap, genees je mensen. Wanneer je vliegtuigen ontwerpt gebaseerd op wetenschap, vliegen ze. Wanneer je raketten ontwerpt gebaseerd op wetenschap, bereiken ze de maan. It works… bitches!

Bas Keemink is afgestudeerd in de filosofie aan Tilburg University en co-host van de podcast Ik zie, ik zie, filosofie!


Verder lezen

Keren, A. (2018). The Public Understanding of What? Laypersons’ Epistemic Needs, the Division of Cognitive Labor, and the Demarcation of Science. Philosophy of Science 85 (5), 781–792.

Laudan, L. (1983). The Demise of the Demarcation Problem. Dordrecht: D. Reidel.

Pigliucci, M., & Boudry, M. (2013). Philosophy of Pseudoscience Resonidering the Demarcation Problem. Chicago: The University of Chicago Press.

Pigliucci, M. (2013). The Demarcation Problem. In M. Pigliucci, & M. Boudry, Philosophy of Science Reconsidering the Demarcation Problem (pp. 9-28). Chicago: The University of Chicago.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend