Door Leila Faghfouri Azar (Universiteit van Amsterdam)
De afgelopen decennia heeft de Nederlandse overheid vol ingezet op efficiënt afvalbeheer. Het beleid berust op een drieledige strategie. Eerst afval verminderen, dan waar mogelijk recyclen en anders het vuilnis afvoeren. Dit Nederlandse beleid zou je economisch voordelig en moreel prijzenswaardig kunnen noemen.
Een nieuwsgierige geest zou zich kunnen afvragen of de overheid dit beleid in haar enthousiasme doorzet naar andere soorten ‘afval’. Wat zijn andere soorten van (zogenaamd) afval die onze overheid wellicht zou willen ‘verminderen’, ‘recyclen’ of desnoods ‘weggooien’?
Menselijk afval
Aan het begin van de eenentwintigste eeuw schreef Zygmunt Bauman, een vooraanstaand Pools socioloog en filosoof, dat globalisering niet alleen massale en uiteenlopende vormen van materiële verspilling heeft voortgebracht, maar ook een categorie van ‘menselijke verspilling’. Bauman stelt dat de kapitalistische focus op economische groei en consumentisme een gemarginaliseerde groep mensen heeft gecreëerd. Hun aanwezigheid past niet binnen de behoeften en verlangens van moderne samenlevingen. Deze categorie ‘ongewenste’ mensen kun je duiden als een zogenaamde afvalbevolking. De samenleving wil deze groep niet betrekken bij het sociale, politieke, culturele en economische leven.
Wie zijn het ‘menselijke afval’ in hedendaagse samenlevingen? Bauman stelt dat moderne samenlevingen verschillende categorieën menselijk afval herbergen. Zogenaamde illegale immigranten zijn een specifieke vorm van ‘vuilnis’ dat samenlevingen proberen te verminderen of kwijt te raken. In de ogen van deze samenlevingen, schrijft Bauman, zijn illegale immigranten degenen voor wie het “niet mogelijk of gewenst was dat ze erkend werden of mochten blijven”. In werkelijkheid zijn ontheemde mensen, asielzoekers, en mensen zonder officiële papieren de ‘verspilde levens’ die niet passen binnen de eisen en ambities van Europese samenlevingen.
Het migratiebeleid volgt de logica van afvalbeheer
Conservatieve, rechtse politieke partijen en politici beweren dat illegale migranten ‘onze’ samenleving binnendringen en allerlei problemen veroorzaken. Ze stelen ‘onze’ banen en huizen, vernietigen ‘onze’ cultuur en verzwakken de integriteit en zuiverheid van ‘onze’ samenleving. Deze framing van migranten als ‘ongewenste anderen’ stimuleert een publiek discours waarin illegale migranten worden gezien als ongewenst ‘afval’ dat de ‘schone en welvarende’ omgeving van de Europese samenlevingen heeft besmet.
Zo’n discours rechtvaardigt een migratiebeleid dat de logica van afvalbeheer volgt. Het doel is daarbij om het aantal immigranten in de eerste plaats te verminderen door ze niet toe te laten tot het grondgebied van de Europese samenlevingen. Maar als ze ‘hier’ zijn, moeten ze worden ‘uitgesloten’ en ‘weggegooid’ uit de ‘schone’ structuur van de samenleving, cultuur en economie.
Vuile banen
Volgens Bauman veranderen we deze mensen in ‘wegwerpbare’ levens en arbeidskrachten. Hij vergelijkt de situatie van een afvalmens met “een lege plastic fles zonder statiegeld of een eenmalig gebruikte injectiespuit”. Hoe zou deze vergelijking de levensomstandigheden kunnen verklaren van deze wegwerpmensen?
Vanuit het oogpunt van afvalbeheer kun je je het zware misbruik en de uitbuiting voorstellen waaraan een illegale migrant, net als een wegwerpartikel, kan worden blootgesteld. Vooral omdat deze personen niet mogen werken, hebben ze geen andere keuze dan zich te onderwerpen aan illegaal en uitbuitend werk dat normale werknemers niet bereid zijn te doen. Door dit beleid ontstaan er arbeidsstructuren die het idee versterken dat het leven van illegale migranten geen bescherming verdient.
Een wegwerpmens is als een lege plastic fles zonder statiegeld
De klachten die binnenkomen bij organisatie FairWork belichten de uitbuiting van migranten in Nederland. Opvallend is dat migranten vooral gezocht worden voor banen die Nederlandse burgers niet willen accepteren. ‘Vuile banen’, noemt Bauman ze, omdat ze gepaard gaan met ontbering, onmenselijke arbeidsomstandigheden, extreem slechte vergoeding en criminaliteit. Maar illegale migranten accepteren deze banen omdat ze geen andere keuze hebben om te overleven in een maatschappij die hen als ongewenst afval beschouwt.
Dumpzones
Wat gebeurt er met de wegwerpmensen die de samenleving niet wil opnemen? Waar worden zij geloosd? Bauman legt uit dat afvalmensen ten tijde van het kolonialisme geëxporteerd werden naar de ‘Nieuwe Wereld’ – gekoloniseerde landen in Amerika, Azië en Afrika – om dienst te doen in de niet-gemoderniseerde economie. De Nieuwe Wereld fungeerde als een ‘dumpplaats’.
Sinds de komst van de eenentwintigste eeuw is dit proces veranderd. Bij gebrek aan een ‘Nieuwe Wereld’ is er een nieuwe periferie ontstaan binnen het Europese grondgebied: een informele economie die wegwerpbare, illegale arbeidsmigranten opneemt. In deze informele economie bestaan geen beschermende arbeidsregels. Tegelijkertijd is haar belangrijkste functie het voldoen aan de grote vraag naar goedkope, tijdelijke arbeidskrachten, oftewel wegwerpmensen.
De overheid draagt bij aan de ontmenselijking van illegale migranten
In Europa is deze informele economie de ruggengraat van winstgevende sectoren als de landbouw, bouw, horeca, seksindustrie, textielindustrie en het huishoudelijk werk. Hedendaagse ‘imperiale machten’ hebben de koloniale logica van extreme uitbuiting geërfd en opgeschaald. In plaats van mensen te dumpen in de gekoloniseerde dumpplaatsen, lozen ze illegale arbeidsmigranten in situaties van extreme uitbuiting en informele arbeidsomstandigheden, om er toch nog zoveel mogelijk voordeel uit te halen. Net als met het recyclen van afval.
Koloniale wortels
Het Nederlandse migratiebeleid wekt gemengde gevoelens op. Aan de ene kant zijn er pogingen om vluchtelingen en asielzoekers te integreren in de Nederlandse samenleving door middel van taalcursussen en huisvesting. Toch draagt het Nederlandse beleid ook bij aan de ontmenselijking van illegale migranten, het ontkennen van hun fundamentele rechten en hun behandeling als waardeloze objecten. Een overheid die illegale migranten in detentiecentra plaatst, hun bewegingsvrijheid beperkt en hun arbeidsrelaties criminaliseert, stimuleert die ontmenselijking. Illegale migranten krijgen de boodschap dat ze moeten worden verminderd, op een andere manier moeten worden ingezet voor de economie, of moeten worden gedumpt.
Dekolonisatie vereist solidariteit tussen burgers en migranten, en tussen werkgevers en werknemers
Een migratiesysteem dat mensen afschildert als ongewenste objecten die geloosd mogen worden, is fundamenteel geworteld in koloniale ideologieën. Het pad naar dekolonisatie vereist een cultuur van solidariteit tussen burgers en migranten, en tussen werkgevers en werknemers.
Zo’n cultuur kan neokoloniale structuren van uitbuiting en marginalisatie helpen afbreken. Wie solidair is zal discriminatie op basis van nationaliteit en kleur vervangen door sociale en menselijke relaties die draaien om gelijkheid en emancipatie. Op deze manier kunnen we een systeem van migratiebeheer dat mensen tot wegwerpobjecten reduceert op de proef stellen.
Leila Faghfouri Azar is onderzoeker bij de Faculteit Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam.
Dit artikel is door BNI vertaald uit het Engels.
Verder lezen
Bauman, Zygmunt. Wasted Lives: Modernity and Its Outcasts. Oxford: Polity, 2004.
Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie. |