Door Joas de Jong (Universiteit van Groningen)

Ons geloof in waarheid heeft behoorlijk wat deuken opgelopen. Alternatieve feiten en het oprukken van AI doen vermoeden dat waarheid een verouderd begrip is; niet voor niets was post-truth het internationale woord van het jaar 2016. Sommigen, zoals de filosofisch pragmatist Richard Rorty, gooien het idee van waarheid het liefst in de prullenbak. ‘Waar’ is slechts datgene waarmee we elkaar laten wegkomen. Daar kreeg hij later spijt van. ‘Waar’ is immers een heel handig en onmisbaar woord. Is het tijd voor een beter begrip van ‘waarheid’?

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Voor ieder wat waars

Rob Wijnberg, filosoof en oprichter van De Correspondent, doet een voorzet in zijn recente boek Voor ieder wat waars (2023). In navolging van Rorty probeert hij een tegengif te ontwikkelen tegen hedendaagse polarisatie en desinformatie. Na een blitzexcursie door de geschiedenis van het waarheidsbegrip pleit Wijnberg voor een intersubjectieve waarheid. Waar is wat we delen, en daarvoor moeten onze waarheden rijmen met elkaar en met de natuur.

Intersubjectiviteit en waarheid zijn geen nieuw duo, geeft Wijnberg ook toe in een interview met NRC. Integendeel, filosofen zitten al lang met het vraagstuk hoe we ideeën overdragen. Zelfs voor vroegmoderne titanen als Spinoza, Locke en Hume was intersubjectiviteit al een aanname, betoogt hoogleraar geschiedenis van de filosofie Martin Lenz.

Waarheden delen, hoe doen we dat?

Genoeg over intersubjectiviteit in de welbekende filosofie. Voor een radicaal andere kijk op een gedeelde waarheid moeten we even buiten de canon stappen. In vroegmodern Napels stond de jurist en retoricus Giambattista Vico (1678–1744) namelijk voor een praktisch probleem dat veel weg heeft van het onze.

We kunnen iets alleen kennen als we weten hoe het tot stand is gekomen

Als professor in de retorica hoorde Vico zijn studenten op te leiden tot vlijmscherpe sprekers. Alleen waren zij al geschoold in de modieuze Cartesiaanse analyse. De Cartesiaanse methode gebruikte een sceptische houding om tot de waarheid te komen, en zag slechts datgene wat we zeker kunnen weten als werkbaar studieobject. Doordat Vico’s studenten alleen bekend waren met abstracte waarheden, en niet met het gezond verstand (sensus communis), konden ze zich nauwelijks inleven in hun publiek.

Bij filosofen heeft de retorica een slechte reputatie, want het is – kort door de bocht – een manier om aan de haal te gaan met de aandacht en verbeelding van je publiek. Daarin moet je aanhaken op wat je publiek al weet en voelt, anders landt je pleidooi niet. Stapje voor stapje moet je de luisteraar door je gedachteproces leiden, zoals ik nu ook aan het doen ben. Mislukt dat, dan denk je misschien dat ik gek ben, of je projecteert een betekenis uit je eigen beleving op wat ik te zeggen heb.

Het ware is hetzelfde als het gemaakte

Contact maken, wist Vico van de klassieke retorici, gaat via de verbeelding. Dat komt omdat we in de eerste plaats niet rationeel denken, maar poëtisch. We brengen nieuwe dingen voort uit wat we al weten. Onze herinneringen vormen de bouwstenen voor die verbeelding, en die kunnen we zo rangschikken dat we een beeld kunnen vormen van iets nieuws.

De crux van Vico’s kennisbegrip is dat het ware hetzelfde is als het gemaakte. We kunnen iets alleen kennen, als we weten hoe het tot stand is gekomen. Willen we weten wat een ander denkt, dan moeten we dat gedachteproces kunnen reconstrueren in ons eigen hoofd.

Waarheden komen niet uit de lucht vallen

Daarmee komen we ook bij het grondprobleem van de meeste filosofen. Ze gaan voorbij aan de enige zekerheid die we volgens Vico hebben: de geschiedenis. Die bevat alle wetten, systemen en verhalen die mensen hebben opgezet, en vanuit die producten van menselijke communicatie geven we de werkelijkheid vorm.

Het levende verleden

Negeer je die gezamenlijke geschiedenis en het gezond verstand, zoals Vico’s Cartesiaanse studenten, dan kun je ook niet weten hoe we zijn geworden wie we zijn. Waarheden komen niet uit de lucht vallen, maar zijn uitgevonden als werkende antwoorden op brandende vragen.

Daardoor snijden de alternatieve feiten van post-truth retorici als Trump en Baudet geen hout. Ze gaan niet uit van de ontstaansgeschiedenis van onze problemen, maar haken in op onzekerheid. Zo is een makkelijk verhaal te verkopen met gefabriceerde ‘feiten’, die totaal niet rijmen met de wetten en systemen die zijn opgetogen in de wirwar van de historische werkelijkheid.

En ja, het is een hele uitdaging die complexiteit bij te benen. Voor Vico is die chaos het best te vatten in gedeelde referentiepunten, zoals verhalen en wetten. Die brengen antwoorden in kaart die we niet zelf hebben gemaakt, maar die wel de voedingsbodem zijn voor de toekomst. Kortom, we moeten het verleden kennen om ons ervan te bevrijden.

We moeten de verantwoordelijkheid dragen om onze waarheden opnieuw uit te vinden

Een spreker moet dus kunnen verwijzen naar die referentiepunten om ons verder te brengen. Is diegene juist continu sceptisch, dan sleurt die de massa mee in een staat van eenzaamheid. De ahistorische spreker koppelt de mens los van het gezond verstand waarmee we onze werkelijkheid steeds opnieuw vormgeven.

Voorbij ons spiegelbeeld

We lijken steeds minder gedeelde waarheden te hebben, maar is dat ook zo? Wijnberg kaart aan dat polarisatie niet is toegenomen. We zijn ons alleen vaker bewust van kleine verschillen. Daarnaast gaat onze aandacht alle kanten op. Met zoveel brandende, maatschappelijke kwesties is het lastig om gezamenlijk tot hetzelfde beeld te komen.

Onder alle maatschappelijke crises – ik zal de waslijst niet opnoemen – ligt een crisis van de verbeelding, zoals Vico die ook zag in zijn eigen tijd. We moeten de verantwoordelijkheid dragen om onze waarheden opnieuw uit te vinden, zodat die beter rijmen met elkaar en de natuurlijke wereld. Waarheid maken we samen, en daarbij moeten we het verleden nooit uit het oog verliezen: anders staren we ons blind op onze eigen reflecties.

Joas de Jong is afgestudeerd historicus (Master – Universiteit van Groningen) en studeert momenteel filosofie (Master – Universiteit van Groningen).


Verder lezen

Blaisse, Mark. Het orakel van Napels: de alternatieve waarheid van Giambattista Vico (1668–1744). Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2018.

Lenz, Martin. Socializing Minds: Intersubjectivity in Early Modern Philosophy. Oxford: Oxford University Press, 2022. https://doi.org/10.1093/oso/9780197613146.001.0001.

Rorty, Richard. Truth and Progress: Philosophical Papers III. Cambridge: Cambridge University Press, 1998. https://doi.org/10.1017/CBO9780511625404.

Vico, Giambattista. On the Study Methods of Our Time. Vertaald door Elio Gianturco. Ithaca: Cornell University Press, 2018. https://doi.org/10.7591/9781501732591.

Wijnberg, Rob. Voor ieder wat waars. Amsterdam: De Correspondent Uitgevers, 2023.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend