Door Bram Medelli (Tilburg University)

In seizoen drie van de afrosurrealistische tv-serie Atlanta (2016–2022) van Donald Glover (beter bekend als Childish Gambino) komt de cast naar Nederland. Mijn aanvankelijke enthousiasme hierover maakte al gauw plaats voor benauwdheid. De desbetreffende aflevering heet namelijk Sinterklaas is Coming to Town. De hoofdpersonages – opkomend rapper Paper Boi en zijn manager Earnest Marks – komen een kijkje nemen in Amsterdam voor een optreden, uitgerekend op 5 december.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Door hun ogen ziet het welbekende Nederlandse tafereel van Zwarte Piet er absurd en racistisch uit. Met surrealistische wendingen onderstreept de show hoe vreemd ervaringen van racisme en witheid zijn, ondanks dat het personage van Ruben van der Meer hun in steenkolenengels uitlegt waarom er niks geks aan de hand is. Hoe kan ons beeld van deze Nederlandse traditie zo anders zijn dan hoe de personages het ervaren?

De blik van de ander

In 1897 schreef burgerrechtenactivist en socioloog Du Bois al over het kijken naar jezelf door de ogen van de ander. Hij beschreef hoe Amerikaanse mensen van kleur zichzelf moesten leren begrijpen door de ogen van de (witte) ander in het artikel Strivings of the Negro People. Hij noemde dit ‘double-consciousness’ (dubbel bewustzijn), een vorm van bewustzijn waarbij standaarden van een vreemde samenleving bepalen hoe iemand zichzelf identificeert. Het bewustzijn is dubbel omdat er twee idealen strijden binnen één persoon – Afro versus Amerikaan.

Filosoof en existentialist Jean-Paul Sartre beschreef 50 jaar later de blik van de ander als de hel. Hij was ervan overtuigd dat jijzelf vrij bent om je identiteit te bepalen. Toch wordt dit altijd gefrustreerd doordat de ander jou ook definieert. Als iemand in een gesprek plots zegt dat ik “wel erg goed Nederlands spreek”, dan voel ik me weggezet als buitenstaander, ondanks dat ik mezelf tot de Nederlandse gemeenschap reken.

Het bewustzijn is dubbel omdat er twee idealen strijden binnen één persoon – Afro versus Amerikaan

Du Bois schreef over de persoon van kleur die zichzelf door de ogen van de witte persoon bekijkt. Sartre observeerde ook het tegenovergestelde. In zijn essay Black Orpheus schreef hij over de schok van gezien worden wanneer iemand van kleur diens blik op hem richt. Als je jezelf als de standaard beschouwt en iemand die ‘anders’ is je bekijkt, voelt dat ongemakkelijk. Niks zet grotere vraagtekens bij de mores en waarden die je gewend bent dan verantwoording moeten afleggen aan een buitenstaander. Vraag maar na aan Doutzen Kroes. Zij had in 2011 ‘al’ moeite met het uitleggen van Zwarte Piet aan mensen in Jamaica.

Het Probleem Zijn

Du Bois beschrijft hoe mensen uit ‘de andere wereld’ (witte Amerikanen) hem altijd lijken te willen vragen: “Hoe voelt het om een probleem te zijn?” Hiermee verwijst hij naar de politiek benarde situatie waarin veel mensen van kleur verkeerden tijdens zijn leven. Volgens hem kwam dit door toedoen van racistische vooroordelen over hun huidskleur en gebrekkige toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en werk, terwijl de meeste mensen de schuld gaven aan Amerikanen van kleur zelf. Volgens Du Bois was het ‘probleem’ dat bij Afro-Amerikanen werd neergelegd dus een consequentie van hun situatie. Het is geen fout waar zij zich voor moeten verantwoorden.

Onszelf zien door de ogen van de ander kan ons vrijer maken

Het is geen toeval dat juist Du Bois deze conclusie trok, terwijl zijn witte collega-sociologen dat niet deden. Ondanks het streven naar objectiviteit valt er nog veel buiten het blikveld van onderzoekers. Gewenning leidt tot onzichtbaarheid. Voor Nederlanders is het bijvoorbeeld normaal een overvolle agenda te hebben en maken we afspraken voor weken later. Maar voor nieuwe Nederlanders is het vreemd dat we er niet vaak spontaan op uit gaan. Dankzij de blik van mensen die minder bekend zijn met onze cultuur kunnen we ons bewust worden van de dingen die we zonder nadenken doen. Zo kunnen we ons er opnieuw over verwonderen. Onszelf zien door andermans ogen kan ons vrijer maken. Dit kan alleen als we de balans bewaren. Andere perspectieven horen gehoord te worden. Het moet alleen niet doorslaan in een totaal dubbel-bewustzijn.

Atlanta is Coming to Town

De ideeën van Du Bois en Sartre komen tot leven in de scènes van Atlanta. Donald Glover gebruikt de serie om absurde en afrosurrealistische scenes te schetsen vol maatschappijkritiek. Afrosurrealisme is een kunststroming die de wereld beschouwt vanuit het zwarte perspectief. Glover richt zijn eigen blik op de wereld om hem heen in plaats van dat hij uitgaat van de gevestigde normen en mores. Onze ‘normale’ wereld komt bij hem over als surrealistisch. Daarbij draait Atlanta de theorieën van Du Bois en Sartre om. In plaats van het witte perspectief dat aan mensen van kleur een bepaalde blik oplegt, legt Atlanta ons de blik van de Afro-Amerikaan op. Hij maakt witheid, racisme en het (Amerikaanse) slavernijverleden bespreekbaar.

Net als Du Bois probeert Glover mensen hun vooroordelen te bevragen. Bovenop de schok van gezien worden die Sartre beschrijft, zouden we het hier kunnen hebben over de schok van zien. Een gewone situatie wordt absurd weergegeven. Wij, het publiek, zien de wereld ineens door andere ogen. Het is best heftig zo’n andere wereld te zien dan we gewend zijn. Het trekt onze normale aannames in twijfel. Daartegenover staat wel dat het ons in staat stelt om ons beter bewust te zijn van schadelijke gebruiken die onzichtbaar zijn geworden.

Atlanta laat ons de absurditeit van ons dagelijks bestaan inzien

De surreële situaties waar de karakters in belanden onderstrepen hoe vreemd werkelijke ervaringen van racisme en witheid zijn. In seizoen drie verwerft Paper Boi commercieel succes en vertrekt hij op tournee naar Europa. In aflevering twee treedt hij op in Paradiso. In Amsterdam zien ze overal mensen verkleed als Zwarte Piet. Zelfs het publiek bij het concert is volledig in zwarte schmink. Voor Nederlanders kan dit enigszins overdreven lijken. Atlanta geeft scenes met geweld, racisme of klassendiscriminatie een absurde wending. In een scene over de dreiging van politiegeweld verschijnt bijvoorbeeld een alligator en tijdens een scene over geweld buiten een club rijdt een onzichtbare auto langs. Door één element van chaos toe te voegen aan een scene laat de show ons met frisse ogen naar welbekende situaties kijken. We zien de absurditeit van ons dagelijks bestaan in.

Iemand zei laatst tegen me dat je jezelf pas kunt leren kennen door de ogen van de ander. Waar Du Bois en Sartre de kwalijke kanten van het bekeken worden belichten, laat Atlanta zien hoe we kunnen leren van de blik van de ander. Ineens worden wij geproblematiseerd. In combinatie met het afrosurrealisme geeft dat ons de kans om te leren en groeien. Het bevrijdt ons van onzichtbare normen die in onze cultuur zijn ingesleten. Dat is een kans die we niet mogen opgeven.

Bram Medelli is afgestudeerd in filosofie aan Tilburg University en co-host van de podcast Ik zie, ik zie Filosofie!


Verder lezen

Sartre, Jean-Paul, en John MacCombie. “Black orpheus.” The Massachusetts Review, 1964.

Stephens, Michelle Ann. “Getting next to ourselves: The interpersonal dimensions of double-consciousness.” Inhabiting Implication in Racial Oppression and in Relational Psychoanalysis. Routledge, 2022.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend