Door Florian Jacobs (schrijver, filosoof, uitgever)

Op 3 maart 2022 kwamen de Russen door de bossen Jahidne binnen, een dorp 150 kilometer ten noordoosten van Kyiv. Op dezelfde dag werden alle dorpelingen, 368 mensen, uit hun huizen gehaald en naar de kelder van de lokale school gedwongen. 27 dagen werden ze er gevangen gehouden. Op 30 maart verdreef het Oekraïense leger de bezetters, en werden de dorpelingen bevrijd.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Anderhalf jaar later, op 6 december 2023, sta ik voor de ingang van de kelder met een groep Nederlandse schrijvers die een solidariteitsbezoek aan Oekraïne brengen. Ik zie hoe een stenen trap versmallend in een donkerte verdwijnt. Tot de Russische inval werd deze ruimte gebruikt als opslagruimte voor allerlei min of meer overbodige zaken; het is er zo vochtig dat niemand er lang wil verblijven. De inwoners van Jahidne werd een maand lang een halve vierkante meter per persoon gegund, in kille ruimtes, met nauwelijks iets te eten of te drinken. Er was geen plaats om te liggen en als je wilde verzitten, moest iedereen in dezelfde ruimte meebewegen.

Hier is iets gebeurd wat niet mag gebeuren

Tien dorpelingen stierven aan het begin van de bezetting, nog tien gedurende de gevangenschap in de kelder. Ze kwamen om door gebrek aan voedsel, uitputting, verstikking of een kogel.

Ik ken het nieuws, heb over Jahidne gelezen en de foto’s van lijkzakken gezien. Maar de ervaring is de overtreffende trap van weten, zo merk ik. Ik zou zo een martelkelder zien, een plek waar recent nog onmenselijkheid regeerde. Hoewel ik weet dat die plekken bestaan, heb ik ze nog niet zo indringend ervaren. Alle bomen lijken stijf te staan van de spanning. De sneeuw zwijgt. Hier is iets gebeurd wat niet mag gebeuren.

Ivan

Ivan was een van de gevangenen: een goedaardige man, vermoedelijk begin zestig, met een grijze snor. Hij begeleidt elke dag groepen door de kelder. Ivan draagt dezelfde schoenen als mijn schoonvader. Voorzichtig klauteren we de treden af. Het kan glad zijn: de temperatuur is flink onder nul. Ivan vertelt dat het in maart 2022 regelmatig net zo koud was. De aantallen mensen die in de ruimtes verbleven, staan op de deuren: in een ruimte waar het met zijn vieren lastig staan is, zaten zevenentwintig mensen, waaronder vijf kinderen. ‘Dat kan niet!’, roept iemand. Maar Ivan knikt.

Het kwaad laat zich niet vergelijken; het is alle metaforen voorbij

De Russen die hier huishielden, kwamen uit Tuva, een gebied dat aan Mongolië grenst. De Russische minister van defensie, Sergej Sjojgoe, komt er ook vandaan. Ivan vertelt dat deze Russen zelfs geen fatsoenlijk Russisch spraken, en dat ze verrast waren door voor ons alledaagse objecten: toiletpotten, magnetrons, wasmachines.

In de school, nu boven ons, maakten de Russen een troep van alle lokalen: alles is omgegooid en ligt overhoop, de vloer is bezaaid met sigarettenpeuken, platgedrukte plastic flessen, vertrapte voedselverpakkingen. Op een dag ging een toilet lekken (zouden ze er iets in hebben gepropt?) en begon de drek naar beneden te sijpelen. De gevangenen probeerden de derrie te dempen door doeken om de pijpen te wikkelen. Naar buiten mochten ze niet, mochten ze nooit. De doeken hangen er nog.

In elke ruimte die we betreden, is mijn eerste gedachte ‘dit kan niet waar zijn’. Dan corrigeer ik mezelf: dit is waar. Ik zou niet eens kunnen bedenken dat ik mensen zo zou kunnen behandelen, hier is het ondenkbare werkelijk geworden. Het kwaad is die schokervaring die je categorieën van goed en fout onherroepelijk oprekt. Het laat zich niet vergelijken; het is alle metaforen voorbij.

Teddybeer

Veel kinderen verbleven in de grootste kelderruimte. Ik zie kleurrijke tekeningen op de muur, samen met het duidelijk leesbare ‘Geen oorlog!’. Een kind heeft een kat getekend, Markies. Tussen de verstofte spullen liggen teddyberen, Pokémon-kaarten en een schaakbord. Soms, zegt Ivan, als ze zich verveelden, lieten de soldaten een kind met een granaat spelen.

Ik luister, kijk, noteer alles in gedachten. Ieder voorwerp krijgt symbolische betekenis: de dingen zijn stille getuigen van het kwaad geworden. ‘Hier is geleden’, zo lijkt alles uit te drukken. Ivan vertelt dat hij een van de weinige overlevenden is die naar de school terugkeert. Later op de dag zou een van onze reisbegeleiders Ivans dagelijkse rondleidingen omschrijven als een vorm van therapie. Ivan loopt rond als een museumgids, geduldig vertellend en antwoord gevend. Hoe is het mogelijk? Het is mogelijk.

Cellen, dat zijn het

In een volgende ruimte staan de namen van de gestorvenen in houtskool neergeschreven, omdat de pennen waren bevroren. Er liggen Russische kranten: het weinige nieuws dat de bezetters aan de gevangenen vertelden, bestond uit propagandaleugens: alle steden zouden zijn gevallen, president Zelensky zou zijn gevlucht. De gevangenen gebruikten de kranten als toiletpapier, grijnst Ivan. We lachen.

Luchtalarm

Dan horen we het luchtalarm. Ieder van ons heeft een app die het meldt als je een schuilkelder moet opzoeken. Nu zijn we al ondergronds, en de Oekraïners die met ons mee zijn, trekken zich niets van het geloei aan. Ik heb me al aangeleerd om, als ik me ongemakkelijk voel, om me heen te kijken en te doen wat Oekraïners doen.

Cellen, dat zijn het. Tot dusver ging ik uit van ruimtes, kamers, plekken, maar een Rus heeft in deze kelder een gevangenis gezien. Die blik veranderde de school in een kerker, een ruimte van samenkomst in een martelingsinstrument. Koloniseren, onderwerpen, vernietigen, ze beginnen allemaal in gedachten, met de blik van degene die dat wil: koloniseren, onderwerpen, vernietigen. Het is alsof ik ziek word.

Beneden omhels ik Anna, onze tolk. Eenmaal boven haal ik diep adem. De koude, frisse lucht ontmoet mijn tranen als Ivan vertelt dat voornamelijk Letland, waar mijn schoonfamilie woont, heeft geholpen met de wederopbouw van Jahidne. Hij sluit af: ‘Bedankt dat jullie hier zijn. Bedankt dat jullie ons niet zijn vergeten.’ En hij noemt ons ook nog ‘goede Nederlanders’. Goed? Ik weet even niet wat dat is. Maar het kwaad, dat ken ik nu al te goed.

Florian Jacobs is schrijver, filosoof en uitgever. Hij maakte deel uit van een schrijversdelegatie die begin december een solidariteitsbezoek aan Oekraïne bracht.


Fotograaf: Artem Galkin

Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend