Door Elize de Mul (Promovendus Universiteit Leiden)

Hoewel eten een prominente plaats inneemt in het dagelijks bestaan, kent de Westerse filosofie verbazingwekkend weinig uitvoerige verhandelingen over onze relatie tot eten. Wel is het opvallend dat de geschiedenis van filosofen – naast enkele hedonistische veelvraten – veel (vermoedelijke) vegetariërs en/of voorvechters van vegetarisme telt, zoals Pythagoras, Confusius, Voltaire, Rousseau en Bentham. Niet zo gek misschien, als je je veelvuldig buigt over onderwerpen als moraliteit, of de waarde van het leven van andere levensvormen. Maar ook als het gaat om het grotere goed van de menselijke gemeenschap, zijn er redenen om vleesconsumptie met argusogen te bekijken.

In De Staat van Plato schuiven we aan bij een maaltijd waar Socrates op dat moment – het zal ook eens niet – het gesprek leidt. Hij schetst zijn tafelgenoten zijn ideale staat, een die wordt gekenmerkt door een simpele soberheid van leven. Haar inwoners houden zich met name bezig met het kleinschalig produceren van voedsel en wijn, kleding, en woningen. Ze leven met de seizoenen, en eten wat het land hen biedt. Kinderen worden enkel gebaard wanneer de productie en het vermogen dit toelaat. Oorlog en strijd worden waar het kan vermeden. Van tarwe maakt men brood, soms op luxe wijze bereid wanneer er iets te vieren valt. Soms drinkt men wat wijn, maar niet te veel. Lekkernijen bestaan uit zout voor op de olijven, en kaas. Van groente en uien wordt stoofpot gemaakt, en als verwennerij zijn er vijgen, erwten, bonen en eikels die op het vuur worden geroosterd. Opvallend sobere beelden voor een filosoof die leefde in een tijd van relatieve luxe en weelde. Tafelgenoot Glaukon begint na Socrates’ beschrijving van een ideale staat dan ook (al schuddebuikend, zo stel ik me voor) te lachen. Een staat waar men feest viert op brood? Eikels als lekkernij? Ideale staat, jazeker, maar dan voor varkens!

Een stukje vlees, dát zou pas feestvreugde brengen. En waar waren de bedden om op te liggen? De tafels om van te eten? Socrates knikt hierop begrijpend. Een stukje luxe, dat is wat er dus ontbreekt? Goed, vervolgt hij dan, we voegen dan enkele elementen toe aan onze ideale staat. Bedden moeten er komen, aandraagtafels, en ander meubilair dat het leven prettiger maakt. Meer soorten kleding om het leven op te sieren, kunstwerken ook, goud, ivoor. En dat vlees, daarvoor moeten er dan meer jagers worden aangesteld, en zwijnenhouders die aan de groeiende vraag naar vlees kunnen voldoen. En zie, de gezonde toestand van weleer is niet meer voldoende om de honger naar luxe te stillen.

De woonplaatsen zullen moeten uitbreiden om plaats te maken voor de groeiende landbouw, stallen voor verschillende soorten vee, en nieuwe mensen die nieuwe beroepen komen vervullen. Veetelers, maar ook dokters bijvoorbeeld, want met zo’n levensstijl komen er vast gezondheidsproblemen bij. Al snel zal het grondgebied dat eerder groot genoeg was ieder te onderhouden te klein zijn geworden. Dus worden almaar grotere stukken land ingenomen voor nieuwe woningen en de zich voortdurend uitbreidende landbouw- en veeteelt, waar nodig dat van de buren. Dat zal leiden tot strijd en ongelijkheid, en nog zal de vraag naar meer niet zijn gestild.
Zie je nu, zo concludeert Socrates, wat een overgave aan hebzucht, het voorbijgaan aan dat wat echt noodzakelijk is, teweeg brengt? Een ziekelijke gemeenschap.

Deze ‘ziekelijke staat’ lijkt inmiddels niet meer alleen iets uit een al dan niet fictief tafelgesprek en is tevens tot globale porporties uitgegroeid. Met de groei van gemeenschappen, die noodzakelijk is om het gewenste niveau van kwaliteit van leven te kunnen bewerkstelligen, groeit ook het aantal monden om te voeden, en lijven om te kleden, waardoor er weer een noodzaak is voor nog grootschaliger productie. Groezelige kledingfabrieken waarin kleine kinderen lange dagen kleding naaien om aan de modehonger van rijkere Westerlingen te voldoen, enorme stallen waarin ziek en ontdierlijkt vee wordt volgepompt met antibiotica en hormonen voor een zo hoog mogelijke productie, oceanen vol afval; allen kenmerken van een gemeenschap die Politeia’s Socrates vast zou hebben geschaard onder ‘ziek’.

De noodzakelijke ‘zwijnenstallen’ die hij omschrijft, zijn inmiddels ‘megastallen’ en komen regelmatig in het nieuws – bijvoorbeeld de varkensstal in Erichem waarbij afgelopen jaar 20.000 varkens omkwamen. Dramatische stalbranden, alarmerende problemen met resistente bacteriën wegens overmatig antibiotica gebruik onder vee, grootschalige uitbraken van ziektes, belabberde leefomstandigheden voor dieren, slachtpartijen van onvoorstelbare omvang en betreurenswaardige wreedheid. En nog kan de productie niet aan de vraag voldoen. Dus gaat de boer langzaamaan digitaal. GPS, monitoringsystemen die stallen tot in de vierkante meter in beeld brengen. Groei, ziekte, vruchtbaarheid, alles zal in groeiende mate worden gemeten. Voer en ook antibiotica kunnen tot op het individuele dier toe worden afgestemd naar behoefte en noodzaak. ‘Smart farming’ zegt een oplossing te vormen voor zowel het probleem van een groeiende vraag naar vleesproducten, alsook de erbarmelijke toestand waarin veel megastaldieren verkeren. Hogere opbrengsten, verduurzaming, een groter welzijn voor de dieren, dat alles klinkt als een mooie belofte.

Toch roept het ook een hoop vragen op. Maakt dit het dier niet nóg meer tot een ding? Wanneer megastallen datastallen worden, verliezen we dan niet helemaal oog voor wat er precies op ons bord belandt? Wat betekent dit voor de boer en het contact met zijn of haar vee? En zal dergelijke digitalisering en automatisering niet leiden tot nóg grotere stallen, omdat de noodzaak van tussenkomst van mensen in diverse processen dan nog verder wordt gereduceerd?

Bos en Munnichs vragen zich in hun rapport ‘Digitalisering van dieren’ (2016) af of dieren in de nabije toekomst volledig zonder tussenkomst van de mens zullen worden gehouden. Geen fysiek contact meer tussen veehouder en dieren – die zijn vee enkel nog via smart devices ervaart. Maar ook geen fysiek contact meer tussen burger en dieren, omdat de dieren in deze volautomatische stallen weinig tot niet meer buiten zullen komen. Zou dit een (nog grotere) vervreemding tussen mens en dier betekenen, een noodzakelijk bijproduct van een luxueuze samenleving? En zelfs áls smart farming toestanden rondom dierenwelzijn en milieuschade deels weet te verbeteren, is het onderliggende, échte, probleem niet de buitensporige vleesconsumptie zelf?

De ideale staat die Socrates beschrijft is een utopie, een zijnstoestand waar niet naar ‘terug te keren’ valt, een niet haalbaar ideaal in tijden van globalisering en overbevolking. Wel kunnen we allicht iets opsteken van zijn pleidooi voor een sober leven én het schrappen van vlees uit het alledaagse menu. Dan kunnen we Glaukon zonder cynisme bijvallen in zijn blijmoedigheid. Inderdaad, een ideale staat, óók voor varkens.


Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend

2 Comments

  1. Hier wordt met kwistige hand gebruik gemaakt van zowel de drogreden van het hellend vlak als van de drogreden van het Argumentum ad horrendum: als het zo doorgaat wordt het verschrikkelijk en: dit is erg, maar dát, dat is pas erg! Nog nooit leefden zo weinig mensen over de hele wereld onder het bestaansminimum. De kindersterfte is lager dan ooit. Zeker, de vleesproductie neemt toe, maar dat is het probleem wat besproken wordt en het is niet ‘het onderliggende probleem’. Dat is een redenering van ‘O, wat érg!’ Voor echte argumenten zie bijvoorbeeld https://ourworldindata.org/meat-and-seafood-production-consumption

  2. The idea of Socrates of life in moderation presupposes that people, unlike pigs, have some more important purpose of life that mere enjoyment. It makes perfect sense today – for those individuals who choose it. I think it makes sense to apply it in the individual life. I doubt that it is possible or meaningful to try to improve the society at large directly. Society consists of individuals, and self-improvement is a way to improve it as well,

Comments are closed.