Door Willem van der Deijl-Kloeg (Tilburg University)
Voor veel werkende mensen levert het nieuwe coronavirus geen acuut gevaar voor ons leven op. Wel heeft het onze relatie met ons werk compleet veranderd. Dit komt door de volgende twee dingen:
- Onze baan is bestempeld als niet-cruciale baan.
- Door (1) kunnen we niet meer naar kantoor, vermengt ons persoonlijke en professionele leven, en werken de meeste mensen een stuk minder efficiënt.
Dit geldt natuurlijk niet voor mensen die wel in een cruciale sector werken, maar deze mensen hebben het hoogstwaarschijnlijk nu veel te druk om deze blog te lezen.
Wil je dit artikel liever beluisteren? Hier vind je de audioversie:
Niet cruciale banen
Deze stempel “niet-cruciaal beroep” is niet bepaald vleiend. Pieter Derks’ tirade, bedoeld om de “nuttelozen” een hart onder de riem te steken, ging snel viraal. De kritiek op het nut van onze banen was ook voor Covid-19 al opgemerkt door antropoloog David Graeber. Zijn boek Bullshit Jobs: A Theory analyseert het empirische gegeven dat 40% van de Nederlanders en 37% van de Britten zijn of haar baan niets vindt toevoegen aan de samenleving.
Rutger Bregman vergelijkt vaak bankmedewerkers en vuilnismannen, om te laten zien dat stakingen van de tweede groep snel tot veel puinzooi leiden, terwijl bankiers nooit staken – en als ze het wel doen, leeft de samenleving onbewogen verder. De bijdrage van vuilnismannen, stelt Bregman, is dus veel groter dan die van bankiers. En ja, vuilverwerking staat inderdaad op de lijst van cruciale sectoren.
Voor veel mensen is werk een uitgelezen kans om iets positiefs bij te dragen.
Ik werk deze dagen nog gestaag door, maar ben bang dat als ik dat niet zou doen, dit alleen opgemerkt wordt door de studenten die geen cijfers meer krijgen.
Helaas (of gelukkig) hebben weinig mensen een baan waarvan het meteen een probleem zou zijn als deze even niet doorgaat. Er zal geen paniek ontstaan in de samenleving als filosofen stoppen met werken. Behalve voor de banen in de cruciale sector geldt dit, denk ik, voor veel banen, vooral banen die hoogopgeleide filosofiebloglezende mensen hebben.
Betekenisvol werk
Zijn onze banen dan inderdaad nutteloos? Dat zou bar zijn. Filosofische theorieën over betekenisvolle levens stellen over het algemeen dat je leven alleen betekenisvol kan zijn als het iets positiefs bijdraagt voor anderen. En voor veel mensen is werk een uitgelezen kans om dit te doen.
Het doen van nutteloos werk maakt het dus moeilijker om een betekenisvol leven te leiden, want als ons werk nutteloos is, zouden we al onze positieve bijdrages aan de levens van anderen in onze vrije tijd moeten ondernemen.
Juist quarantaine laat zien dat non-essentiële goederen en diensten waardevol zijn.
Volgens de definitie van de overheid heb je een cruciaal beroep als je baan nodig is “om de samenleving draaiende te houden tijdens de crisis.” Dit is uiteraard belangrijk, en het hebben van een cruciaal beroep is duidelijk een teken dat je werk waardevol is.
De waarde van niet-cruciale banen
Maar, wat hier mist is de observatie dat niet-cruciaal iets heel anders is dan niet-waardevol. Veel waardevolle dingen die mensen voor elkaar doen zijn niet essentieel. Juist quarantaine laat zien dat non-essentiële goederen en diensten waardevol zijn. Ik mis uit eten kunnen gaan, een drankje drinken op een terras, reizen, en ik mis dat mijn haar goed zit (of in ieder geval beter dan het nu zit).
Het sluiten van de horeca en kappers leidt nog niet tot wanhoop, en het niet naar de kroeg kunnen gaan zien velen van ons als een offer dat we graag maken “to flatten the curve.” Maar, een leven zonder deze geneugten smaakt toch een beetje flauw.
Niet-cruciaal iets heel anders is dan niet-waardevol
Veel werk draagt iets belangrijks bij, al lijkt het soms zo indirect. Filosofie valt, hoop ik, bij uitstek in deze hoek: waardevol maar niet cruciaal. Filosofische reflectie helpt ons om de wereld, onszelf, moraliteit én waarde beter te begrijpen. Filosofie lijkt daarmee op het drankje op het terras – niet strikt noodzakelijk, maar zonder is het leven iets leger.
Cruciaal werk is duidelijk waardevol en betekenisvol. De oproep om iets te doen aan het feit dat juist de mensen met deze banen vaak onderbetaald zijn, lijkt me dan ook helemaal terecht. Maar, een samenleving met alleen maar cruciaal werk is een flauwe samenleving, een samenleving in permanente quarantaine. Laten we hopen dat dit niet lang duurt.
PS: Mocht je toch denken dat je een bullshit job hebt, en je baas je betaalt voor noppes (of denk je dat je werk wel geld oplevert voor je baas, maar de samenleving niets brengt), dan kun je de wereld altijd nog beter maken door geld te doneren. Volgens de effectief altruïsten van 80000 hours is voor veel mensen het belangrijkst wat ze kunnen doen in hun werk simpelweg geld verdienen – om het vervolgens weg te geven aan belangrijke doelen. Zo kun je bijvoorbeeld al een (statistisch) leven redden voor 3000 euro.
Wat cruciale- en waardevolle banen zijn, wordt m.i. bepaald door de maatschappelijke waarden die zo’n baan ondersteunt. Maar dat wordt weer bepaald door maatschappijvisie, politiek gedachtengoed, cultuur, ethiek, eigen- en groepsbelang, tijdsgewricht en situatie.
In de jaren 50 en 60 was het zeer respectabel, waardevol en nastrevenswaardig om bijvoorbeeld voor Shell te werken.
Nu zullen grote groepen dit ten stelligste ontkennen.
Het ontkennen van de noden van verpleegkundigen en verzorgenden, vanuit kostenoogpunt, was de reden dat deze en andere waardevolle beroepen ondergewaardeerd werden en niet serieus genomen. In ons neoliberale gedachtengoed, waren dat banen die geld kostten en weinig geld opleverden. Omdat dit gedachtengoed geen oog heeft voor kwalitatieve, menselijke en maatschappelijke “waarden”.
Corona is gekomen, net op een moment dat dit neoliberale gedachtengoed op een keerpunt was gekomen.
Maatschappelijke waarden doen er ineens weer toe.
Laten we dat vasthouden en Corona, ondanks alles, hiervoor danken. Het zal de kathalisator blijken voor een nieuwe meer maatschappelijk gerichte maatschappij.