Door Jelle Bruineberg (Macquarie University)
Frictie van Miriam Rasch is een ongrijpbaar boek. De ondertitel van het boek, Ethiek in tijden van dataïsme, doet vermoeden dat het gaat om een standaard betoog over de ethische vragen die big data en surveillancekapitalisme oproepen. Niets is minder waar. Zelf beschrijft de auteur het boek als “een poging om al essayerend een denkbeweging in de praktijk te brengen” en “een betoog dat in vorm en inhoud betoogt tegen het betoog”. Wat is er aan de hand?
Meetbaarheid en controle
Laten we simpel beginnen. De auteur verzet zich tegen het waardenstelsel van het dataïsme. Dataïsme is vooral bekend geworden door de bestseller Homo Deus van Noah Yuval Harari. Rasch definieert het als “het geloof dat alles wat bestaat te vertalen is in digitale data en dat daarmee de wereld de goede kant op te duwen is”.
De dataïst houdt er een gek gevoel voor normativiteit aan over. De wereld ‘de goede kant op duwen’ betekent hier niet een humanistische of duurzame samenleving creëren, maar te komen tot een systeem van geoptimaliseerde kennis en controle. Het ideaal van het dataïsme is om alles wat er is meetbaar te maken, en langzamerhand wordt daarmee het meetbare alles wat er is.
Dit geldt ook voor de mens. Techbedrijven maken dataprofielen van mijn gedrag. Hoe meer van mijn dagelijks leven in data wordt vastgelegd, hoe voorspelbaarder ik word. Het is een proces waar ik met al mijn gegoogle en getwitter naar hartenlust aan meewerk.
Frictie
Hier komen we bij het tweede centrale concept: frictie. Rasch definieert frictie met een omtrekkende beweging als “dat wat met behulp van de techniek uitgebannen moet worden”. Frictie is het onvoorspelbare, het onvatbare, de vervreemding die ik ervaar als ik geconfronteerd word met mijn dataprofiel.
Voor het dataïsme is het meetbare alles wat er is
Het tegenovergestelde van frictie is frictieloosheid. Het ontwerpideaal van frictieloosheid is dat “technologie zo intuïtief, moeiteloos en alomtegenwoordig wordt dat ze verdwijnt uit ons bewustzijn”. Luisteren naar automatisch gegenereerde afspeellijsten, een maaltijd laten bezorgen via een app, een overnachting boeken via een website; het maakt het leven gemakkelijker juist omdat het contact tussen mensen geminimaliseerd en geautomatiseerd wordt.
Tegelijkertijd passen we ons aan de verwachtingen van frictieloosheid aan. Het vinkje ‘ik ben geen robot’ dat je soms in moet vullen om je te registreren op websites is daar een mooi voorbeeld van:
“Het aanvinken van een hokje doet misschien aan als een performatieve handeling waarmee je verklaart naar waarheid te spreken, in werkelijkheid heeft het daar niets mee van doen. Door ‘ik ben geen robot’ aan te klikken doe je precies wat er van je verwacht wordt – de verschillende onderdelen van de menselijke machinerie functioneren even voorspelbaar als die van de robot die je zegt niet te zijn.”
Zulke interacties zijn als een slecht intake-gesprek bij een psychiater: wat de patiënt antwoordt dient er alleen toe om snel tot een classificatie te komen. We worden bespeeld.
Frictie is een boek dat meer voordoet dan uitlegt en meer voortbeweegt dan vastlegt
De denkbeweging die Rasch in de praktijk brengt is er één van een voorzichtige rebellie. Een van de thema’s die langskomt is de werking van data (in de essays ‘De digitale mal’ en ‘Mensen maken’).
De categorisatie van mensen en hun interacties heeft gevolgen. Eén van die gevolgen is de omkering van doel en middel: het meetbaar maken van de ‘performance’ van verkopers in de Bijenkorf zorgde ervoor dat niet de interactie, maar de klantbeoordeling werd geoptimaliseerd. Klanten werd expliciet gevraagd om een hoog cijfer te geven.
Een tweede thema dat langskomt heeft te maken met de veronderstellingen van het dataïsme (in de essays ‘Het else’ en ‘Het vijfde kwartier’). Dataïsme veronderstelt een perfecte (frictieloze) vertaling van wereld in kwantitatieve data. Het vatten van de wereld in data is in essentie niet anders dan het vatten van de wereld in getallen, het vatten van de wereld in woorden of het vatten van de woorden van één taal in de woorden van een andere taal.
In al deze gevallen blijft er iets achter. De vraag is hoe dit ‘surplus’ te vatten is. Rasch waakt hier voor een al te makkelijk beroep op het ‘onzegbare’ of het ‘oncategoriseerbare’. Zulke benamingen plaatsen het fenomeen buiten de beschouwing, terwijl het juist zaak is om te laten zien wat er op het spel staat.
Juist de weigering om grootse conclusies te trekken maakt Frictie een aantrekkelijk boek
De rebellie tegen het dataïsme vertaalt zich ook in de stijl van het boek. Frictie is een boek dat meer voordoet dan uitlegt, meer aanwijst dan benoemt en meer voortbeweegt dan vastlegt. Dit maakt het geen gemakkelijk boek om te lezen. Er passeert een indrukwekkende hoeveelheid filosofen, schrijvers, dichters en journalisten de revue, vaak ook met een eigen quote of concept.
De literaire rijkdom die Frictie biedt is verfrissend, maar het lijkt soms of Rasch “verstoppertje speelt tussen de bomen die zoals bekend het zicht op het bos kunnen verhinderen”. Dit laatste is trouwens een directe quote uit de introductie: “Maar de bomen zíjn tegelijk het bos”. Het opwekken van frictie bij de lezer lijkt precies de bedoeling te zijn.
Juist het bevragende en speelse karakter en de weigering om grootse conclusies te trekken maakt Frictie een aantrekkelijk boek. Veel (vooral Amerikaanse) boeken binnen de humane technologie beweging worden gekenmerkt door een sterk alarmistische en moralistische toon.
Boeken als “Ten Arguments to Delete Your Social Media Accounts Right Now”, “World without Mind” en de documentaire “The Social Dilemma” (waarover ik hier eerder schreef) laten weinig aan de verbeelding over en blinken niet uit in historisch besef.
In haar denkbeweging laat Rasch zien dat de thema’s van het dataïsme (en het verzet daartegen) geenszins nieuw zijn, maar geworteld zijn in filosofie, kunst en wetenschap. De humane technologie beweging kan wel wat meer Frictie gebruiken.
Dit boek werd genomineerd voor de Socratesbeker van 2020. De Socratesbeker wordt ieder jaar uitgereikt aan de auteur van het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek. Benieuwd naar de andere genomineerden? Klik hier voor meer recensies.
Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie. |
De omschrijving en invulling van ‘frictie’ doet sterk denken aan wat Herman de Dijn aanduidt als een ritueel, met name het performatieve karakter van rituele woorden en daden en de ongrijpbare bedoeling ervan. Zo opgevat wordt de frictie niet bedreigd door het dataïsme. Integendeel.
Ik zie geen tegenstelling.
Als data feiten zijn, vormen ze de bouwstenen van analyse en vooruitgang.
Wel zie ik op grote schaal misbruik van data. Dat is crimineel en asociaal, anti-maatschappelijk. Een uitwas van het neoliberalisme.
Het gaat dus over gedrag, bescherming en wetgeving met betrekking tot data.
Daar is nog een wereld te herwinnen.
Indien niet snel verbeterd: boycotten.